devalueren

werkw.

Uitspraak:	[devaly'werə(n)]
Afbreekpatroon:	de·va·lu·e·ren
Vervoegingen:	devalueerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft, is gedevalueerd (volt.deelw.)

1) financieel minder waard worden of maken

Voorbeelden:	`De dollar is vandaag met 10 procent gedevalueerd.`, `Cuba heeft zijn peso met 8 procent gedevalueerd ten opzichte van de Amerikaanse dollar.`
Synoniem:	afwaarderen

2) inhoudelijk minder waard worden of maken

Voorbeelden:	`Het ambt van burgemeester is in de loop der jaren zwaar gedevalueerd.`, `Het slechte onderwijs heeft het diploma gedevalueerd.`
Synoniem:	uithollen

© Kernerman Dictionaries.

afwaarderen   

1) Afwaarderen 2) Depreciëren 3) In waarde dalen 4) Verminderen

Toon uitgebreidere definities

devalueren

Wat is de verleden tijd van devalueren?

De verleden tijd van devalueren is 'devalueerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft, is gedevalueerd'.

Wat betekent devalueren?

'financieel minder waard worden of maken' en 'inhoudelijk minder waard worden of maken'

Hoe spel je devalueren?

devalueren spel je D E V A L U E R E N

Wat is een ander woord voor devalueren?

Een ander woord devalueren is afwaarderen.

Zoek devalueren op Woordenlijst.org
Zoek devalueren op Google
Zoek devalueren op Wikipedia