de tuit

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[tœyt]
Verbuigingen:	tuiten (meerv.)

pijpje dat uit een kan of ketel steekt waardoor je er vloeistof uit kunt gieten

Voorbeeld:	`de tuit van een theepot`
tranen met tuiten huilen	(heel erg huilen)

© Kernerman Dictionaries.

bek   haarbosje   neus   punt   snavel   snoet   snuit   

• tranen met tuiten huilen/schreien (=heel erg huilen zonder dat het echt erg is)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je met tuit een ander begrip versterken?
tranen met tuiten huilen;

Achterste deel van een fuik.

punt Jaar van herkomst: 1340 (WNT )

1) Bek 2) Deel van een ketel 3) Deel van een koffiepot 4) Deel van een pomp 5) Fuik 6) Haarbosje 7) Hoofddeksel 8) Kegelschelp 9) Kip 10) Mond 11) Neus 12) Onderdeel van ...

Toon uitgebreidere definities

• tuitel• tuitelde• tuitelden• tuitelen• tuitelig• tuitelt• tuiten• tuitend• tuiteren• tuitgevel• tuiting• tuitis• tuitje• tuitkan• tuitpan• tuitte• tuitten• tuitzak

• afgestuit• afstuit• gestuit• getuit• gratuit• ijdeltuit• rechtuit• stuit• vertuit• weeromstuit• etuit• opzettuit• stamtuit• gratuit• verstuit• westuit• onstuit• opstuit• huirtuit• giettuit

1. tuit (kip, tureluur)
2. tuit (punt)

Is het 'de tuit' of 'het tuit'?

Het is 'de tuit', want tuit is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die tuit'.

Wat is het meervoud van tuit?

Het meervoud van tuit is 'tuiten'. Eén tuit, twee tuiten.

Wat betekent tuit?

'pijpje dat uit een kan of ketel steekt waardoor je er vloeistof uit kunt gieten'

Hoe spel je tuit?

tuit spel je T U I T

Wat is een ander woord voor tuit?

Andere woorden voor tuit zijn bek, haarbosje, neus, punt, snavel, snoet en snuit.

Zoek tuit op Woordenlijst.org
Zoek tuit op Google
Zoek tuit op Wikipedia