Academia.eduAcademia.edu

Lesbrief Warmondse geschiedenis

2019, Lesbrief Warmondse geschiedenis

Overzicht van de Warmondse geschiedenis, van de prehistorie tot en met de moderne tijd, bestemd voor de basisscholen

Supercharge your research with Academia Premium

checkDownload curated PDF packages
checkTrack your impact with Mentions
checkAccess advanced search filters
ar n de ole or ch vo iss d as em b st se Be ond m W Lesbrief Warmondse Geschiedenis Tijd van jagers en boeren Prehistorie: tot 2500 vóór Chr. O p de plek waar nu Warmond ligt, woonden in de prehistorie ook al mensen. Maar 7000 jaar geleden was het eerst nog volle zee! Vanuit zee spoelde toen héél veel zand onze kant op. Dat zand hoopte zich op en vormde lange zandbanken: de strandwallen. Er ontstond daardoor een landschap, dat erg leek op wat we nu kennen bij de Waddeneilanden in het noorden van Nederland. De strandwallen vormden op den duur een natuurlijke wal, die het achterland beschermde tegen de zee. Het werd een groot moeras, met kletsnatte bossen doorkruist door rivieren en kreken. Na verloop van tijd hoopten de resten van dode bomen en planten zich daar op. Het vormde nieuwe, laaggelegen grond: veen. Voor de vroege bewoners van de kuststreek waren de hoge strandwallen een goede plek om te wonen. Dat gebeurde hier ook. Tijdens een archeologische opgraving aan de westelijke rand van Warmond, werd ontdekt dat daar zo’n 4500 jaar geleden een prehistorische nederzetting is ontstaan. Deze tijd heette het ‘stenen tijdperk’, omdat de gebruiksvoorwerpen die mensen toen maakten, bijna alleen maar van steen waren. De prehistorische Warmonders gebruikten vuursteen. Dit vonden ze vooral hier in de buurt. Dat kwam door gletsjers, ijsmassa’s die duizenden jaren lang vanuit het noorden heel langzaam onze kant op gleden. In het ijs zaten stenen gevangen. Maar toen de gletsjers smolten, kwamen de stenen na een lange reis weer te voorschijn en bleven ze liggen. De prehistorische Warmonders konden dit vuursteen gewoon oprapen. De archeologen vonden in Warmond veel stukken vuursteen die waren afgeslagen bij het maken van bijlen. De bijlen zelf werden niet gevonden. Misschien liggen ze nog ergens in de grond, op een plek waar nog niet gegraven is. In het prehistorische Warmond woonden waarschijnlijk maar enkele tientallen mensen. Deze mensen leefden van akkerbouw: ze lieten planten groeien om van te eten. Daarnaast plukten ze wat er in de natuur groeide. Daarom worden prehistorische mensen verzamelaars genoemd. In Warmond vonden de archeologen resten van gerst, hazelnoten, speenkruidknolletjes en bramen en vlierbessen. Dat aten onze prehistorische dorpsgenoten. En ze aten ook vlees. De archeologen vonden hier namelijk botten van varkens, koeien, schapen en geiten. Aan deze botten was te zien dat daarin gesneden en gehakt was, en ook dat daaraan geknaagd was. Mogelijk joegen de toenmalige Warmonders ook op wild zwijn. Ten slotte vonden de archeologen ook botjes van zoetwatervissen. Die werden ook opgegeten. In de grond werden resten van houtskool gevonden, dus konden de Warmonders uit de steentijd al vuur maken. Daardoor konden ze potten bakken. Ze gebruikten deze potten om er eten in te bereiden of te bewaren. Deze oude potten waren allemaal kapot: de archeologen vonden alleen scherven in de grond. Deze waren versierd met afdrukken van nagels of met stokjes. Elke soort versiering hoort bij een bepaalde tijd, want net als met de mode in kleding van tegenwoordig veranderde de smaak toen ook. De versieringen op de scherven die hier zijn gevonden, laten zien dat het dorp ergens tussen 2550 en 2400 vóór Christus bewoond is geweest. Misschien is het dorp daarna een stuk opgeschoven, want dat gebeurde wel meer. Waarschijnlijk hebben onze prehistorische dorpsgenoten ook een beetje handel gevoerd. Dat blijkt uit het feit dat de archeologen hier, naast de lokale vuursteen, ook vuurstenen werktuigen uit andere streken vonden. Aan het soort vuursteen konden de archeologen zien dat sommige stukken uit het noorden van Nederland en ook uit Limburg kwamen. Deze vuursteen was niet aangevoerd door gletsjers. De Warmonders van toen hadden dus contact met mensen van elders; bijvoorbeeld reizigers die leefden van de ruilhandel. Vuurrstenen werktuigen (schrapers) ge evonden in Warmond [BAA AC - drs. M. Bink, Warmond Park Klinkenberg] Tijd van jagers en boeren Tijd van Grieken en Romeinen Oudheid: 2500 vóór Chr. – 500 na Chr. O ver Warmond in de Oudheid weten we heel weinig. Archeologen hebben hier namelijk nog niet veel kunnen opgraven. Toch vonden ze hier al scherven en een pot uit de IJzertijd (vanaf ca. 600 vóór Christus) en ook scherven en een munt uit de eerste twee eeuwen na Christus. In of bij Warmond woonden toen dus wel mensen. Wat hebben deze mensen meegemaakt? Rond het jaar 20 vóór Christus kwamen de Romeinen naar Nederland. Pas vanaf ongeveer 40 ná Christus kwamen zij naar de kuststreek. Toen wilden de Romeinen ‘Britannia’ (Engeland) veroveren. Ze kwamen over de Rijn om soldaten en wapens hiernaartoe te brengen. Om de Rijn in handen te houden, bouwden de Romeinen allerlei legerforten langs de rivier. Rond de plek waar later Leiden zou ontstaan, bouwden zij legerfort ‘Matilo’. Doordat er overal Romeinse soldaten waren, was het een beetje alsof er overal politie was: het was veilig om hier te wonen. In onze streek ontstonden dan ook allerlei dorpjes. De mensen vestigden zich hier als boeren en vissers en zij dreven handel met de Romeinen. De vondsten uit die tijd die in Warmond zijn gedaan, hebben hiermee te maken. Soms ging het mis. In 69 na Christus kwamen de Germanen in opstand, en de Romeinen stuurden legioenen om de opstand neer te slaan. Maar meestal konden de Romeinen en de Germanen heel goed met elkaar samenleven. Na het jaar 250 kwam hier een einde aan. Toen begon het Romeinse rijk in te storten. De Romeinen trokken zich terug naar het zuiden, wat Germaanse stammen – de Franken – de ruimte gaf om het Romeinse rijk binnen te vallen. Vanaf 270 lukte het de Franken om de Romeinen te verslaan: overal werden Romeinse villa’s verwoest en geplunderd. Het Romeinse rijk werd in heel Europa vervangen door het Frankische rijk, het rijk van de Franken. In en bij Warmond was echter weinig te beleven. Door het vertrek van de Romeinen trok de door hen beschermde bevolking ook weg. De kuststreek, waar boerderijen en akkers voor altijd verlaten waren, vulde zich langzaam met bossen. Pas na een paar eeuwen ontstonden hier weer dorpjes. Denarius van keizer Had drianus (117-138 na Chr.), gevonden in Warmond [met dank aan Han Maksymia ak] Warmondse pot uit de IJzertijd. Hoogte 13,5 cm, doorsnee 15 cm [Rijksmuseum van Oudheden, Leiden] Tijd van Grieken en Romeinen Tijd van monniken en ridders Vroege middeleeuwen: 500 - 1000 A an het einde van de 7de eeuw leefde een Engelse monnik, die Willibrord heette. In 690 kwam hij hier aan land bij de monding van de Rijn. In de kuststreek woonden nu Friezen, en Willibrord wilde hen christenen maken. Hij kreeg daarbij steun van de Franken, die in Frankrijk en België stevig in het zadel zaten, maar bij ons nog weinig invloed hadden. De Franken stonden nu op het punt om onze kuststreek te veroveren. De Franken waren zelf christenen en hadden dus een reden om Willibrord te steunen. Want als de Friezen christenen werden, zouden ze makkelijker het gezag van de Franken accepteren. De Franken gebruikten religie dus als bindmiddel. Maar de Friezen lieten zich niet graag bekeren: Eers ste vermelding van Warmond – ‘UU Uarmelde’ – op een zij geloofden in eigen goden en waren daaraan fragm ment uit de Utrechtse goederenlijstt (einde 9de eeuw). gehecht. De Franken losten dat op met harde hand. De Friezen mochten kiezen: zich bekeren tot het christendom, of sterven! De Friese adel, de rijke mensen die hier de macht hadden, bekeerde zich als eerste. Deze edelen bouwden de eerste kerkjes in onze streek. De oudste is de kerk van Oegstgeest, die rond 720 werd gebouwd. Later werd in Warmond op de plek van de Oude Toren ook een kerkje gebouwd. We weten niet precies wanneer, maar dat was zeker vóór het jaar 1049. Dat weten we, omdat toen een paar monniken onze kerk kwamen bezoeken. In deze tijd kreeg de kuststreek last van de Vikingen. Dat waren piraten uit Denemarken. Ze kwamen hier per boot en plunderden de dorpen die ze tegenkwamen. Omdat het niet lukte om de Vikingen te bestrijden, besloten de Franken om aan één van de Deense bazen de macht over te dragen. De Denen zouden namens de Franken over de kuststreek regeren. Vanaf toen leefden de Warmonders een tijd tussen de Vikingen. Wat de Franken hoopten, was dat de Denen hun plunderende wapenbroeders zelf buiten de deur zouden houden. Dat lukte redelijk, maar er was ook een nadeel. De Kerk bezat veel grond in de kuststreek, maar doordat de Vikingen er de baas waren, was de Kerk haar bezittingen hier kwijt. Toch hoopte de Kerk deze bezittingen ooit terug te krijgen. Vanaf het jaar 885 maakte de Kerk daar dan ook een lijst van. In deze lijst wordt Warmond, tussen Oegstgeest en Sassenheim, voor het eerst genoemd: ‘UUarmelde’. Toen wisten de Franken de Vikingen uiteindelijk te verdrijven. Daarna gaven de Franken de lokale macht aan een Friese edelman, die Gerulf heette. Hij werd de allereerste graaf van Holland, al heette de streek nog niet zo, want men sprak toen nog van ‘Frisia’. De Warmonders van toen waren Friezen, en ze spraken nog géén Hollands, maar een soort Een n Frankische leider, zoals afgebee eld oud-Fries: Noordzeegermaans. op een miniatuur uit de 9de eeuw. Tijd van monniken en ridders Tijd van steden en staten Hoge en late middeleeuwen: 1000 - 1500 O ver het dorp Warmond in het jaar 1000 weten we niet veel. We hebben al gezien dat hier toen al een kerkje stond, waar nu de Oude Toren staat. Daardoor zou je kunnen denken dat de dorpskerk ver buiten het dorp stond, want het historisch centrum ligt nu aan de Leede. Maar dat was niet zo. Er stonden toen allerlei boerderijen midden op de strandwal, dus ook op de volkstuinen tussen de basisschool en de Oude Toren. De kerk stond dus aan de rand van het dorp. De grond rondom onze dorpskerk was bezit van de heren van Warmond. De heren van Warmond waren rijke en machtige edelen. De eerste van wie we de naam kennen, was heer Frank van Warmond. Op 20 februari 1201 was hij bij de graaf van Holland op bezoek. De graaf schonk toen landerijen aan een abdij en vroeg de heer van Warmond om getuige te zijn. De heren van Warmond woonden eerst in een kasteel naast de kerk. Pas na 1300 woonden zij op het Huys te Warmont. Het dorp had nog meer kastelen, zoals Alkemade, Endepoel, Oud Teylingen/Lockhorst en Dirks Steenhuis. Deze zijn allemaal verdwenen. Alleen het kasteel van de heren van Warmond bestaat nog. De heren van Warmond waren stoere ridders. Zoals ridder Jacob van den Woude (†1302), de kleinzoon van Frank van Warmond. In 1301 vond een groot veldslag plaats tussen Het middeleeu uwse Huys te Warmont zoals het er in de 18de nog uitzag Holland en Utrecht, en Jacob van den [Rademaker] Woude leidde het Hollandse leger samen met vier andere edelen. Een latere heer van Warmond, Jan van den Woude (†1417), was ook zo’n stoere vechtersbaas. In 1396 ging hij samen met de graaf van Holland tegen de Friezen vechten. Voor de strijd sloeg de graaf de heer van Warmond ook tot ridder. In 1402 werd de inzet van de heren van Warmond beloond: de graaf verhief Warmond tot ‘hoge en vrije heerlijkheid’. Daardoor werd Warmond een zelfstandig gebied, een ‘staat in de staat’! De heren van Warmond waren dus steeds machtiger geworden. Toch moesten zij het soms ook ontgelden: in 1420 en 1426 werd hun kasteel, het Huys te Warmont, aangevallen en in brand gestoken. Ridde er Jan van den Woude en Agnes va an Cruyningen, rond 1400 heer e en n vrouwe vrrouwe van Warmon Warmond nd [Iconogra [Iconografisch afisch Bureau Bu ureau te Den Haag] Tijd van steden en staten Net als veel ridders in die tijd waren de heren van Warmond vrome ridders. Jan van den Woude, die met de graaf in Friesland had gevochten, bouwde hier in 1410 en 1413 twee kloosters. Het eerste, mannenklooster Mariënhaven, stond op de plek waar nu woonwijk De Kloosterwei ligt. Het tweede klooster, vrouwenklooster St. Ursula, stond aan de noordzijde van de Oude Toren. Die plek is nu weiland. De twee kloosters waren groot en indrukwekkend. Alles wat de monniken en de nonnen nodig hadden om te leven was er te vinden. Er waren woongebouwen en eetzalen. Er waren brouwerijen, want ieKasteel Dirks Steenhuis in de 13de eeuw [maquette Ejanne Lijftogt] dereen dronk toen bijna een liter bier per dag (bier was veiliger dan water!). En beide kloosters hadden een eigen kloosterkerk. In het middeleeuwse dorp stonden dus al drie kerken! Op de kloosters stonden ook gebouwen waar gewerkt werd, want het leven van monniken en nonnen speelden zich bijna alleen op het klooster af. De nonnen hadden bijvoorbeeld een weverij, waar zij vele uren aan het weefgetouw doorbrachten. De kloosters hadden beide een eigen boerderij, een melkhuis, een molen en stallen voor de dieren. Daar werden kippen, koeien, varkens en paarden gefokt. En daar werd ook boter, kaas en zelfs honing geproduceerd. Een deel gebruikten de monniken en nonnen zelf, maar een deel werd ook verkocht aan koopmannen en op de markten in steden. Helemaal tot in Antwerpen werden Warmondse kloosterkazen verkocht. Je zou denken dat het leven van de monniken en nonnen altijd streng en saai was. Toch weten we dat de Warmondse nonnen wel eens feest vierden, en dat ze daarbij veel en lekker aten. En ze dronken wijn! Ook gingen ze wel eens op stap, naar andere kloosters of naar een kasteel, wat net zo werd gevierd. Sommige nonnen maakten het helemaal bont. Eén van de Warmondse nonnen had zelfs een vriendje die ’s nachts stiekem bij haar kwam in de kloosterboerderij, waar ze samen dronken werden… De middeleeuwen waren niet saai! De heren van Warmond hee ersten over een groot gebied: Warmond, Alkemade en Essselijkerwoude (Woubrugge). Kaart van Warmond uit 1746. Linkks staat het mannenklooster aangegeven. [Erfgoed Le eiden en Omstreken] Tijd van steden en staten Tijd van ontdekkers en hervormers Begin Nieuwe Tijd (Renaissance, Reformatie): 1500 - 1600 D e 16de eeuw luidde een nieuwe tijd in: de Renaissance, wat wedergeboorte betekent. Na de donkere middeleeuwen brak namelijk een nieuwe tijd aan. Althans zo dacht men, want tegenwoordig weten we dat de middeleeuwen helemaal géén donkere tijd waren. Voor Warmond was de eeuw van de Renaissance juist een eeuw van verwoesting. In 1509 brak de Spaarndammerdijk door en alle landerijen in Warmond stonden onder water. In 1514 gebeurde het nog een keer. Zelfs het bos van het Huys te Warmont stond blank. Het belangrijkste hoofdstuk in de verwoestingen van de 16de eeuw kwam met de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Deze oorlog was een soort onafhankelijkheidsstrijd, waarbij de Nederlanders zich vrij vochten van de Spanjaarden, want de vorst van de Nederlanden was de Spaanse koning. De ruïne va an de Sint Matthiaskerk [foto MatthieuvW W – Wikimedia Commons] Het was ook een strijd om de vrijheid van godsdienst. In Nederland verzetten heel wat christenen zich namelijk tegen de katholieke kerk. Door hun kritiek werden zij ‘protestanten’ genoemd. Eén van hun bezwaren was dat de katholieke kerk vooral bezig was zichzelf te verrijken en macht te vergaren, en daarbij vergat om voor de armen te zorgen. De protestanten waren de Spaanse koning een doorn in het oog. Voor hem mocht je alleen katholiek zijn, protestanten werden vervolgd. Spaanse troepen vielen de Nederlanden binnen en belegerden verschillende steden, zoals Haarlem en Alkmaar. In 1573 dreigde Leiden op zijn beurt te worden aangevallen. Om te voorkomen dat de Spanjaarden in de grote gebouwen rondom de stad zouden gaan zitten, lieten de Leidenaren deze gebouwen slopen. In augustus 1573 kwamen zij naar Warmond, waar zij de dorpskerk in brand staken. Ook de kloosters gingen in vlammen op. Daarom kennen we de kerk nu als een ruïne. De kloosters zijn zelfs helemaal verdwenen, omdat de bakstenen werden gebruikt om het Huys te Warmont te herbouwen. Want ook het kasteel was een ruïne geworden. Tijdens het beleg van Leiden woonde de heer van Warmond trouwens niet op zijn kasteel, want hij verdedigde de stad met zo’n 150 soldaten tegen de Spanjaarden. Eind 1574 werd Leiden eindelijk bevrijd. De heer van Warmond – dat was toen Johan van Duvenvoirde – werd beloond voor zijn inzet bij de verdediging van de stad. De prins van Oranje benoemde Dichtgem g metselde ramen in de ruïne van de e Sint Matthiaskerk. Tijd van ontdekkers en hervormers hem tot ‘Admirael ende oversten’ van alle oorlogsschepen op het Haarlemmermeer. Daarmee waren de verwoestingen helaas nog niet voorbij. In 1576 waren troepen van de prins van Oranje in Noordwijk gelegerd, maar deze soldaten werden slecht betaald. Dat was vragen om ongelukken! In november kwamen de soldaten Warmond plunderen. Ze namen alles mee wat ze konden stelen: lakens, eten, dieren, vaatwerk, en zelfs vrouwenkleren! Door een document uit 1579 weten we hoe zwaar het dorp onder de eerste oorlogsjaren geleden heeft. Net als elders waren de velden in Warmond door de soldaten vertrapt, de huizen verbrand, en de oogsten en dieren geroofd. Warmond moet er troosteloos hebben uitgezien. Maar het leven kwam weer op gang. Nieuwe boerderijen werden gebouwd. En in de ruïne van de kerk bij de Oude Toren werd het koor hersteld. Voortaan hielden de protestanten daar hun eredienst. De katholieken kerkten elders. De Reformatie was een feit! Johan van Duvenvoirde, hee er van Warmond (†1610), getekend door Hen ndrick Goltzius. Tijd van regenten en vorsten De Gouden Eeuw: 1600 - 1700 E n toen kwam de Gouden Eeuw. In de 17de eeuw woonde de beroemde schilder Jan Steen (1626-1679) in Warmond. In het bekende Jan Steenhuis aan de Jan Steenlaan 34-36 woonde hij niet. Maar Jan Steen heeft dat huis wel gekend, want hij woonde daar schuin tegenover, in een huis dat al lang verdwenen is. Twee jaar lang woonde hij daar. De Jan Steenlaan heette in zijn tijd natuurlijk niet zo: de straat heette toen ‘het gemene buurgangpad’ of eenvoudig ‘het buurpad’. Deze naam gaf aan dat het pad voor alle inwoners (de buren) van het dorp bedoeld was: het was een openbare weg. Kermis te e Warmond door Jan Steen [RKD]] Tijd van ontdekkers en hervormers - regenten en vorsten Warmond heeft Jan Steen wel geïnspireerd. Hij schilderde bijvoorbeeld ‘de Hoenderhof’, waarop het Warmondse kasteel Oud Teylingen/Lockhorst op de achtergrond te zien is. Op een ander schilderij (‘Soo gewonne, so verteert’) heeft Jan Steen ook een deel van de binnenkant van het kasteel afgebeeld. Heel bijzonder is ook het schilderij ‘Kermis te Warmond’, waarop een herberg te zien is, met daaromheen heel veel mensen die lol maken. Toch is het de vraag of dit schilderij echt Warmond laat zien. Het schilderij kreeg zijn naam namelijk pas later, toen Jan Steen al lang overleden was. Toch blijft het schilderij interessant: het is bijvoorbeeld duidelijk dat de huizen of de kleren die mensen in die tijd droegen, er echt uitzagen zoals Jan Steen ze geschilderd heeft. In die zin kan Warmond er best een beetje hebben uitgezien zoals op het schilderij. De Hoenderhof door Jan n Steen [Wikimedia Commons] In dezelfde periode woonde in ons dorp nog zo’n beroemdheid: de Nederlandse natuurkundige Anthonie van Leeuwenhoek (1632-1723). In zijn kinderjaren was hij hier leerling op een kostschool. Jammer genoeg weten we niet precies waar deze school toen in het dorp lag. Het midden van de 17de eeuw betekende voor Warmond net als voor de rest van het land vooral het einde van de Tachtigjarige Oorlog. In 1648 werd de vrede getekend. Bij deze vrede speelde Warmond indirect een rol. Want één van de mensen die bij de vredesonderhandelingen namens Nederland optraden, was een Warmonder: Hiëronymus van Beverningk (16141690). Hij woonde op kasteel Oud Teylingen/ Lockhorst, hetzelfde kasteel dat Jan Steen schilderde. Huis Oostergeest [Rijksdienst voorr het Cultureel Erfgoed] Dat Hiëronymus van Beverningk hier kwam wonen, past bij de Gouden Eeuw, want toen verlangde men steeds meer naar de rust van het buitenleven. Stedelingen trokken naar het platteland en gingen wonen in ‘buitenplaatsen’: statige huizen omgeven door mooie tuinen. In Warmond ontstond toen een huis dat alle Warmonders goed kennen: Oostergeest. De Warmondse baljuw Cornelis van Roosenburgh bouwde deze buitenplaats in 1651. Daarna werden hier nog meer buitenplaatsen gebouwd, zoals Groot Leerust (Burgemeester Ketelaarstraat 1), Leevliet (Jan Steenlaan 13) en Middendorp (Middendorplaan 10-12). Hiëronymus van Beverningk, bewoner van kasteel Oud Teylingen/ Lockhorst [Wikimedia Commons] Tijd van regenten en vorsten Tijd van pruiken en revoluties Verlichting: 1700 - 1800 D e jaren na 1700 staan bekend als de tijd van de verlichting. Dankzij de vooruitgang in de wetenschap begonnen mensen te denken, dat het mogelijk was om alles te begrijpen en te verbeteren. Verlichte denkers kregen nieuwe ideeën over godsdienst, de politiek, de economie en over de samenleving. Warmond in 1756, getekend d door van Quirinus van Briemen [Universiteit Leiden, collectie e Bodel Nijenhuis] Zulke verlichte denkers waren in Warmond aanwezig. Eén van hen was Johann Conrad Amman. Hij was in 1669 in Zwitserland geboren, maar kwam na zijn studie medicijnen naar Amsterdam, waar hij zich als arts vestigde. Hij ging zich daar bezighouden met onderwijs aan doofstommen. Hij was de eerste dokter in Nederland die het voor elkaar kreeg om dove kinderen te leren praten. In 1715 kwam Amman in Warmond wonen. Hij woonde op huis Oostergeest. Hij stief daar in 1724. Door hun zucht naar kennis waren verlichte denkers vaak grote verzamelaars. Dat zien we bij latere bewoners van Oostergeest. Zoals Abraham Edens, een Rotterdamse koopman die het huis in 1746 wist te kopen. Hij was een groot verzamelaar van boeken, prenten, kaarten, tekeningen en allerlei wis- en natuurkundige gereedschappen zoals telescopen, microscopen en barometers. Edens stierf in 1765. Maar de grote denkers uit de 18de eeuw waren niet alleen op huis Oostergeest te vinden. Op het Huys te Warmont was de laatste heer van Warmond uit het geslacht Van Wassenaer in 1774 overleden, zonder kinderen te hebben. Het kasteel werd verkocht aan de schatrijke Cornelis Pieter baron van Leyden. Op een gegeven moment raakten zijn vrouw en zijn zoon bevriend met de schrijfsters Betje Wolff (1738-1804) en Aagje Deeken (1741-1804). De dames werden vaak en regelmatig uitgenodigd om de zomers op het kasteel door te brengen. Met de Van Leydens praatten Betje en Aagje graag over kunst en cultuur, en vermoedelijk ook over godsdienst en politiek. Dat was een genot. Vanuit het Huys te Warmont schreef Betje aan een vriend: ‘De plaats is overheerlyk; verstant, geest en hart hebben hier niets te wenschen, ons verblijf alhier is als eene Leevendige waterwel in de dorre zandwoestyne van het woeste Arabië’. Voor de bewoners van het Huys te Warmont brachten deze jaren zorgen. In 1795 werd Nederland bezet door de Fransen, die hier hun idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap meebrachten. De macht van de adel en de kasteelheren werd nu ernstig bedreigd. Gro oot Leerust [foto Goodness Sham mrock – Wikimedia Com mmons] Tijd van pruiken en revoluties Tijd van burgers en stoommachines Industrialisatie: 1800 - 1900 D e 19de eeuw begon met de Franse tijd: Keizer Napoleon Bonaparte heerste over Europa. In Nederland stelde hij zelfs zijn broer Lodewijk Napoleon als koning aan. Deze had het beste met de Nederlanders voor. Maar hij kon niet voorkomen dat de keizer de Nederlanders in zijn oorlogen meesleepte. In 1812 moesten mannen uit Warmond naar Rusland vertrekken om daar strijd te leveren. Velen verloren het leven. Na de Russische veldtocht waren acht Warmondse jongens vermist. In 1815 werd Napoleon Bonaparte verslagen en begon de tijd van burgers. Er kwam meer democratie. Warmond was eeuwenlang een zelfstandig gebied waar de heer van Warmond over leven en dood van zijn onderdanen beschikte. Maar dat was nu voorbij. De Warmonders moesten wel gehoorzamen aan koning Willem I (17721843). De heren van Warmond mochten het dorp nog besturen, maar dit recht raakten zij in 1848 definitief kwijt. Voortaan werd het dorp bestuurd door het gemeentebestuur zoals Het Seminarie te Warmond d rond 1850 door G.J. Bos [Erfgoe ed Leiden en Omstreken] we dat nu kennen: een burgemeester, een paar wethouders en een gemeenteraad. In de tijd van burgers was het geloof nog altijd belangrijk. Daarin speelde Warmond een rol, want hier was sinds 1799 een Groot Seminarie. Dit was een school voor katholieke jongens die priester wilden worden. Het zat in de gebouwen die we nu kennen als Mariënhaven en Mariëngaerde. Het Seminarie was heel belangrijk. Niet alleen hebben veel pastoors daar hun opleiding gehad, het Seminarie werd voor de Warmonders ook een bron van inkomsten. Vooral priesterkleermakers en kaarsenmakerijen (zoals Papôt, vanaf 1856 op Dorpsstraat 112) werkten voor het Seminarie. Naast een tijd van burgers was de 19de eeuw de tijd van de industriële revolutie. Dat kwam vooral dankzij de stoommachines. In Warmond was het letterlijk zo, want in 1842 kreeg het dorp een treinstation. Station Warmond lag aan de allereerste spoorlijn van Nederland, waarvan de bouw vijf jaar eerder was begonnen. Dit stationsgebouw bestaat niet meer: het stond naast de huidige spoorwegbrug, schuin tegenover restaurant Het Stationskoffiehuis. De komst van de stoommachine had ook minder leuke gevolgen. Al binnen een jaar na de bouw Tijd van burgers en stoommachines van het station vond hier al een treinongeluk plaats. De spoorbrug over de Leede was niet goed dichtgegaan, waardoor de locomotief en de kolenwagen ontspoorden en neerstortten. De bestuurder van de locomotief verloor het leven en twee andere machinisten raakten gewond, maar de reizigers bleven ongedeerd. Door deze droevige gebeurtenis kreeg Warmond wel een primeur, want dit was het allereerste spoorwegongeval van Nederland! Ondanks de industriële revolutie was Warmond toen vooral een boerendorp. Er zijn tegenwoordig weinig boerderijen in Warmond, maar in 1815 waren er bijna vijftig! Op deze boerderijen waren veel dieren te vinden, waarvan de meeste werden gegeten. Elk jaar werden in Warmond honderden koeien, schapen en varkens geslacht. Daarnaast produceerden de Warmondse boeren vooral rogge en aardappelen, en daarnaast ook haver, gerst, erwten en bonen. En niet te vergeten: heel veel kaas! Omdat Warmond aan het water ligt, waren de boerderijen hier bijzonder: het waren vaarboerderijen. Men noemde ze zo, omdat de boeren hun dieren met de boot naar de weilanden brachten. Vanwege de waterrijke omgeving kende Warmond ook scheepmakerijen. De scheepsbouw was hier één van de belangrijkste ambachten. Scheepmakerij langs de Lee ede, door Jan Elias Kikkert (1843--1925) [Erfgoed Leiden en Omstrekken] Het is eeuwen lang zo geweest, maar vanaf 1880 ging het Warmondse boerenlandschap er langzaam maar zeker heel anders uitzien. Op de zandgronden kon men heel goed bollen kweken en dat leverde veel geld op. De akkers verdwenen helemaal uit het landschap. Zij maakten plaats voor tulpen, hyacinten en later ook narcissen. Tegen 1900 had Warmond bijna 100 hectaren bollengrond! En er werden bollenschuren gebouwd, waar de bloembollen werden opgeslagen. Middenin het dorp staan nog mooie bollenschuren, zoals de houten schuur achter Dorpsstraat 62a en het grote huis op Dorpsstraat 19. Het Statiion van Warmond rond 1900, do oor B.C. Moor [Erfgoed Leiden en Omstreken] Tijd van burgers en stoommachines Tijd van wereldoorlogen Eerste helft twintigste eeuw: 1900 - 1950 O p 3 augustus 1914 verklaarde Duitsland de oorlog aan Frankrijk. Zo begon de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). De Duitsers vielen België binnen om Frankrijk vanuit het noorden aan te vallen. Rond Antwerpen en Mechelen werd zo heftig gevochten dat de bevolking op de vlucht sloeg. Vanaf oktober 1914 trokken meer dan een miljoen Belgische vluchtelingen naar Nederland. In Warmond kwamen de eerste vluchtelingen al op 10 oktober aan. Net als overal in het land werden ze hier goed onthaald. Zo’n 200 Belgen werden opgevangen in Hotel De Zon (Dorpsstraat 114) en in de lagere school – de St. Nicolaasschool – die toen op de plek van Albert Heijn stond. De Warmonders gaven veel kleding en de Warmondse arts nam de medische zorg op zich. De vluchtelingen werden ondertussen ook wel aan het werk gezet: voor hun eigen behoeften moesten zij zelf strozakken maken, breien, kleren naaien en wassen. De vluchtelingen bleven niet lang. De Duitsers lieten namelijk weten dat ze terug mochten keren. Velen gingen terug naar huis, maar sommigen waren bang en trokken naar andere plaatsen in Nederland. Op 19 november 1914 werd voor de laatste overgebleven vluchtelingen in het dorp een Sinterklaasfeest georganiseerd. De Sint gaf hen veel koek en speelgoed mee. De volgende dag vertrokken ze naar vluchtelingenkamp Oldebroek in Gelderland. De Warmonders waren opgelucht, want voor een dorp met maar 2000 inwoners, waren 200 vluchtelingen een hele last. De jaren na de oorlog waren goed. In Warmond kwam de watersport op. Sommigen verdienden hier veel geld mee. Er werden jachthavens aangelegd, zoals jachthaven ’t Fort en de jachthaven van W.A. Visch aan de huidige Burgemeester Ketelaarstraat. Langs de Leede ontstonden restaurantjes, zoals restaurant-boerde- Herman Vallentgoed rij Meerrust (Dorpsstraat 5). Rijke mensen kwamen helemaal vanuit Den Haag om (1917-1940) hier te eten en aan het water feest te vieren! Een belangrijke werkgever in Warmond was toen de houtfabriek Padox in de Veerpolder. In 1923 werkten daar zo’n 130 mensen. Padox maakte complete houten woningen die je zelf in elkaar kon zetten. In Warmond staan er nog een paar: aan de Burgemeester Ketelaarstraat 2A-4 en 10-12, en ook aan de Herenweg 115 en 117. In 1929 ging het mis. Europa was na de oorlog heel afhankelijk van Amerika, van wie veel geld werd geleend voor de wederopbouw. Maar in Amerika brak een economische crisis uit. De hele wereld werd hierin meegesleept. Voor de kleinere boeren of bollentelers in Warmond werd het moeilijk. Ze verdienden bijna niets meer en moesten de overheid om steun vragen. De crisisjaren waren voor Duitsland nog zwaarder dan voor andere landen. Als verliezer van de Eerste Wereldoorlog moest Duitsland namelijk enorm veel geld aan Frankrijk betalen. Het Duitse geld werd minder waard en prijzen schoten omhoog. Veel Duitsers leefden in armoede. De crisis van 1929 maakte dit alleen maar erger en Duitsers waren erg boos. Adolf Hitler, die in 1933 aan de macht kwam, speelde daarop in. Hij bouwde grote wapenfabrieken waar Duitse werklozen aan het werk konden. Hij gaf de Duitsers hoop. En met zijn lange toespraken wist Hitler op veel Duitsers grote indruk te maken. Toen Hitler oorlog wilde gaan voeren, waren de Duitsers bereid hem te volgen. Met de inval van het Duitse leger in Polen begon de Tweede Wereldoorlog (1939-1945). Engeland en Frankrijk verklaarden op hun beurt de oorlog aan Duitsland. Nederland wilde net als in de Eerste Wereldoorlog neutraal blijven, maar Duitsland viel ons land in mei 1940 aan. De Nederlanders boden felle tegen- Tijd van wereldoorlogen stand en daarbij speelden Warmonders natuurlijk ook een rol. Zo zat de Warmondse vliegenier Herman Vallentgoed bij de Nederlandse luchtmacht. Bij de Duitse inval vertrokken Herman Vallentgoed en zijn bemanning vanaf Schiphol om strijd te leveren. Op meerdere plekken, zoals bij de Kaag, wisten ze Duitse toestellen uit te schakelen, maar na een paar uur werden zij zelf boven de Noordzee door een Duits jachtvliegtuig geraakt, waarna ze in zee stortten. Zoals bekend verloren de Nederlanders de strijd aan het begin van de oorlog en Nederland gaf zich na 5 dagen over. De Fokker T-5 nummer 855, het toestel waarmee Herman Vallentgoed in zee stortte sttortte [P [Polygoon Polygoon Journaal Jo ournaal 1939] In Warmond zelf was de Tweede Wereldoorlog natuurlijk een spannende tijd. Vanwege de Jodenvervolging waren in het dorp meerdere onderduikers aanwezig. Bijvoorbeeld op de Lommerlustlaan, waar een joodse vrouw vanaf 1942 in een klein huisje bij een echtpaar was ondergedoken. Of op de Warmundastraat, waar twee mannen uit Haarlemmermeer bij een echtpaar ondergedoken zaten. Op een dag ging één van deze onderduikers plotseling dood. Met gevaar voor eigen leven kwam een Warmondse boer het lijk ’s nachts ophalen om het op zijn erf te begraven. Gelukkig kwam hij geen Duitsers tegen. Toch zijn Warmondse helpers wel eens verraden, met Duitse gevangenschap als gevolg. Een spectaculaire gebeurtenis was de noodlanding van een Britse bommenwerper op korte afstand van het dorp. Deze bommenwerper, een vier-motorige Lancaster van de Royal Air Force, had op de nacht van 27 op 28 mei 1943 deelgenomen aan bombardementen boven de Duitse stad Essen. Het Duitse afweergeschut wist echter drie van de vier motoren kapot te schieten. De Lancaster probeerde op één motor nog naar Engeland terug te vliegen, maar boven Amsterdam werd het vliegtuig weer door de Duitsers beschoten, waarop het uit koers raakte. De piloot besloot om een noodlanding te maken. Hij wist dat ten zuiden van Amsterdam meren waren, waar hij dat kon proberen. Op weg naar Warmond wist de piloot de toren van de katholieke kerk van Sassenheim, die opeens uit het niets voor de landingslichten verscheen, nog maar net te ontwijken. Daarna liet de piloot het vliegtuig zakken. Hoewel hij in het water dacht te landen, kwam het vliegtuig in de Lakerpolder tot stilstand. Al gauw werden de bemanningsleden door de Duitsers gearresteerd en kwamen in krijgsgevangenkampen in Duitsland terecht. Gelukkig overleefden zij de oorlog allemaal. De Britse Lancaster die in de nacht van 27 op 28 mei 1943 in n de Lakerpolder een noodlanding g maakte [fotoarchief Dick Breedijk te Balkbrug] Tijd van wereldoorlogen In de oorlogsjaren was dhr. A.J.L. Ketelaar de burgemeester van Warmond. Begin september 1944 kreeg de burgemeester bezoek van Duitse militairen die onderdak eisten voor een paar dames. Later vroegen de Duitsers hem om paarden en wagens te leveren. In beide gevallen kon de burgemeester niet aan de Duitse eisen voldoen. Dat kon wel eens voor moeilijkheden zorgen. Om de burgemeester te beschermen vertelde men voortaan dat hij op reis was. Direct na dit voorval kwam Dolle Dinsdag (5 september 1944). Het gerucht ging dat de bevrijding nabij was. In het dorp heerste daarom een opgewonden stemming. Met de Duitsers, die in het Seminariegebouw gelegerd waren, werd afgesproken dat zij zich zonder tegenstand zouden overgeven. Maar dat was een val: met het bericht dat zij zich overgaven, hoopten de Duitsers dat Warmondse verzetsstrijders naar voren zouden treden, zodat die nu opgepakt konden worden. Daarnaast ontdekten de Duitsers dat de burgemeester niet op reis, maar gewoon in Warmond aanwezig was. Hij werd opgepakt en van illegale activiteiten beschuldigd. De volgende dag, 6 september, brachten de Duitsers de burgemeester naar het weiland achter de Oude Toren, waar zij hem met een nekschot vermoordden. De volgende weken werd het steeds moeilijker in het land. Al het verkeer werd beschoten door geallieerde vliegtuigen. Ook de jachthavens in Warmond werden beschoten, gelukkig zonder dat er mensen gewond raakten. Op 26 november 1944 vond in het dorp een razzia plaats. In verschillende plaatsen waren de mannen van 17 tot 40 jaar al meegenomen, en nu kwam Warmond aan de beurt. Een groot aantal mannen uit Warmond, De Kaag en ook toevallige passanten werd in het Seminarie bijeengebracht. Stuk voor stuk kwamen zij voor een officier die de persoonsbewijzen controleerde. Het liep goed af, want na een paar uur mocht iedereen weer naar huis. Maar tijdens de huiszoekingen hadden de Duitsers veel gestolen: fietsen, eten, zeep, drank en zelfs steenkool werd meegenomen. Het is in die tijd dat mensen zelfs tulpenbollen gingen eten, want er was bijna geen eten meer te vinden. Alleen met ruilen konden mensen af en toen iets lekkers op tafel krijgen. Ondertussen werden de Duitse steden door de geallieerde vliegtuigen zwaar gebombardeerd. Als reactie daarop zetten de Duitsers een nieuw wapen in: de Vergeltungswaffe. De eerste versie, de V1, was een soort onbemand raketvliegtuig dat met 850 kilo springstof aan boord steden op grote afstand kon raken. In het bos van het Huys te Warmond begonnen de Duitsers begin 1945 een lanceerbaan voor V1-raketten te bouwen. De helft van Warmond moest worden geëvacueerd, want niemand mocht daar in de buurt blijven wonen. De Engelsen probeerden de bouw van de V1-baan te verhinderen door deze op 3 maart 1945 te bombarderen. Maar de Engelse bommen raakten de verkeerde doelen: de stal van boerderij De Burcht (Burgemeester Ketelaarstraat 25) en ook een nabij gelegen huis, waarbij drie gewonden vielen. Uiteindelijk maakten de Duitsers de lanceerbaan niet meer af. De oorlog was bijna voorbij en veel Duitse troepen kregen opdracht om naar Noord-Duitsland te vertrekken. In Warmond werden dus nooit V1’s gelanceerd. Toch hebben Warmonders een hoop V1’s gehoord en gezien, die dagelijks vanuit andere plaatsen geschoten waren. In het bos van het Huys te Warmont kun je de resten van de V1-baan nog steeds zien. De fundamenten van n de V1-baan in het bos van het Huys te Warmon nt, door André van Noort [Erfgoed L Leiden eiden en O Omstrek mstreken] ken] Tijd van wereldoorlogen Tijd van televisie en computers Tweede helft twintigste eeuw: 1950 - 2000 N a de Tweede Wereldoorlog kwam de wederopbouw. In Warmond werd veel gebouwd. Waar vroeger weilanden of bollenvelden lagen, kwamen nieuwe wijken, zoals aan de Norremeerstraat en Jan Steenlaan (1947), de Oranjewijk (1960), Endepoel (vanaf de jaren zestig), Lommerlust (1980), enz. In de Zwanburgerpolder, waar de Warmondse boeren eeuwen lang hun koeien lieten weiden, werd vanaf 1972 zand gewonnen. De weilanden maakten daar plaats voor een grote plas – ’t Joppe – en een recreatie-eiland: Koudenhoorn. Warmond is in korte tijd compleet veranderd! Varen in Warmond, bij De Bak. In deze tijd zijn allerlei typisch Warmondse dingen gesneuveld. Het kasteel van de heren van Warmond, dat altijd particulier bezit was geweest, werd in 1960 aan de gemeente verkocht. Ook de tol, die je sinds de middeleeuwen bij het Warmonderhek moest betalen om het dorp in te komen, verdween in 1954 definitief. Zelfs de ‘beurs van Warmond’, die in de 16de eeuw in het leven werd geroepen om studenten theologie aan de Leidse Universiteit te ondersteunen, is verdwenen. Het werd lange tijd uit Warmondse gelden betaald, maar het is onlangs uit de begroting van het Ministerie van Onderwijs verdwenen. Daarmee is de laatste, toch mooie erfenis van de heren van Warmond voor altijd verdwenen. Het Seminarie heeft in 1967 zijn deuren gesloten, wat voor een hele industrie van kaarsenmakers, kleermakers, boekbinders of bidprentendrukkers de genadeklap was. Ook de oer-oude Warmondse scheepmakerijen zijn verdwenen: Schakenbos (op de Scheepmakersdam) sloot in 1969, en Scheepswerf De Leede (tegenover GrootLeerust) ging in 1981 in vlammen op. Daarnaast heeft de opkomst van de supermarkten en grote winkelketens de kleine Warmondse winkels de das om gedaan. De ooit zo levendige Dorpsstraat heeft ze één voor één zien verdwijnen. Ten slotte heeft de moderne tijd ook het einde van de Warmondse zelfstandigheid betekend: in 2006 is Warmond samen met Voorhout en Sassenheim opgegaan in de gemeente Teylingen. Het strand van recreatie-eila and Koudenhoorn op een zomerrse dag. Colofon Uitgave: Tekst: Vormgeving: Druk: Deze uitgave Toch blijft Warmond op eigen wijze een heel levendig dorp. Allerlei activiteiten worden gedragen door een waar leger lokale vrijwilligers, al dan niet georganiseerd in verenigingen. Scholen, sport, kunst en cultuur worden door hen gedragen. Het dorp onderscheidde zich begin 20ste eeuw al als watersportdorp, en een eeuw later is dit nog altijd wat ons dorp zijn glans geeft. In februari 2018 werd het dorp verrast door heel nieuwe inbreng. Toen lanceerde de ESA een satelliet met een supermoderne camera aan boord, gebouwd door het Warmondse bedrijf Cosine. Daarmee schrijft Warmond nu ruimtevaartgeschiedenis. Op naar de toekomst! Historisch Genootschap Warmelda © 2019 Mathieu Fannee EmMa Design, Voorhout EasyPrint, Nieuw-Vennep is mede mogelijk gemaakt door de gemeente Teylingen. Tijd van televisie en computers