ar
n
de ole
or ch
vo iss
d as
em b
st se
Be ond
m
W
Lesbrief
Warmondse
Geschiedenis
Tijd van jagers en boeren
Prehistorie: tot 2500 vóór Chr.
O
p de plek waar nu Warmond ligt, woonden in de prehistorie ook al mensen. Maar 7000 jaar
geleden was het eerst nog volle zee! Vanuit zee spoelde toen héél veel zand onze kant
op. Dat zand hoopte zich op en vormde lange zandbanken: de strandwallen. Er ontstond
daardoor een landschap, dat erg leek op wat we nu kennen bij de Waddeneilanden in het noorden
van Nederland.
De strandwallen vormden op den duur een natuurlijke wal, die het achterland beschermde tegen de zee.
Het werd een groot moeras, met kletsnatte bossen doorkruist door rivieren en kreken. Na verloop van tijd
hoopten de resten van dode bomen en planten zich daar op. Het vormde nieuwe, laaggelegen grond: veen.
Voor de vroege bewoners van de kuststreek waren de hoge strandwallen een goede plek om te wonen. Dat
gebeurde hier ook. Tijdens een archeologische opgraving aan de westelijke rand van Warmond, werd ontdekt
dat daar zo’n 4500 jaar geleden een prehistorische nederzetting is ontstaan.
Deze tijd heette het ‘stenen tijdperk’, omdat de gebruiksvoorwerpen die mensen toen maakten, bijna alleen
maar van steen waren. De prehistorische Warmonders gebruikten vuursteen. Dit vonden ze vooral hier in de
buurt. Dat kwam door gletsjers, ijsmassa’s die duizenden jaren lang vanuit het noorden heel langzaam onze
kant op gleden. In het ijs zaten stenen gevangen. Maar toen de gletsjers smolten, kwamen de stenen na een
lange reis weer te voorschijn en bleven ze liggen. De prehistorische Warmonders konden dit vuursteen gewoon
oprapen. De archeologen vonden in Warmond veel stukken vuursteen die waren afgeslagen bij het maken van
bijlen. De bijlen zelf werden niet gevonden. Misschien liggen ze nog ergens in de grond, op een plek waar
nog niet gegraven is.
In het prehistorische Warmond woonden waarschijnlijk maar enkele tientallen mensen. Deze mensen
leefden van akkerbouw: ze lieten planten groeien om van te eten. Daarnaast plukten ze wat er in de
natuur groeide. Daarom worden prehistorische mensen verzamelaars genoemd. In Warmond vonden
de archeologen resten van gerst, hazelnoten, speenkruidknolletjes en bramen en vlierbessen. Dat aten
onze prehistorische dorpsgenoten. En ze aten ook vlees. De archeologen vonden hier namelijk botten van
varkens, koeien, schapen en geiten. Aan deze botten was te zien dat daarin gesneden en gehakt was, en
ook dat daaraan geknaagd was. Mogelijk joegen de toenmalige Warmonders ook op wild zwijn. Ten slotte
vonden de archeologen ook botjes van zoetwatervissen. Die werden ook opgegeten.
In de grond werden resten van houtskool gevonden, dus konden de Warmonders uit de steentijd al vuur
maken. Daardoor konden ze potten bakken. Ze gebruikten deze potten om er eten in te bereiden of te
bewaren. Deze oude potten waren allemaal kapot: de archeologen vonden alleen scherven in de grond.
Deze waren versierd met afdrukken van nagels of met stokjes. Elke soort versiering hoort bij een bepaalde
tijd, want net als met de mode in kleding van tegenwoordig veranderde de smaak toen ook. De versieringen
op de scherven die hier zijn gevonden, laten zien dat het dorp ergens tussen 2550 en 2400 vóór Christus
bewoond is geweest. Misschien is het dorp daarna een stuk opgeschoven, want dat gebeurde wel meer.
Waarschijnlijk hebben onze prehistorische dorpsgenoten ook een beetje handel gevoerd. Dat blijkt
uit het feit dat de archeologen hier, naast de lokale vuursteen, ook vuurstenen werktuigen uit andere
streken vonden. Aan het soort vuursteen konden de archeologen zien dat sommige stukken uit het
noorden van Nederland en ook uit Limburg kwamen.
Deze vuursteen was niet aangevoerd door gletsjers.
De Warmonders van toen hadden dus contact met
mensen van elders; bijvoorbeeld reizigers die leefden
van de ruilhandel.
Vuurrstenen werktuigen (schrapers) ge
evonden in Warmond
[BAA
AC - drs. M. Bink, Warmond Park Klinkenberg]
Tijd van jagers en boeren
Tijd van Grieken en Romeinen
Oudheid: 2500 vóór Chr. – 500 na Chr.
O
ver Warmond in de Oudheid weten we heel weinig. Archeologen hebben hier namelijk
nog niet veel kunnen opgraven. Toch vonden ze hier al scherven en een pot uit de
IJzertijd (vanaf ca. 600 vóór Christus) en ook scherven en een munt uit de eerste twee
eeuwen na Christus. In of bij Warmond woonden toen dus wel mensen. Wat hebben deze mensen
meegemaakt?
Rond het jaar 20 vóór Christus kwamen de Romeinen naar
Nederland. Pas vanaf ongeveer 40 ná Christus kwamen zij naar
de kuststreek. Toen wilden de Romeinen ‘Britannia’ (Engeland)
veroveren. Ze kwamen over de Rijn om soldaten en wapens
hiernaartoe te brengen. Om de Rijn in handen te houden, bouwden
de Romeinen allerlei legerforten langs de rivier. Rond de plek waar
later Leiden zou ontstaan, bouwden zij legerfort ‘Matilo’.
Doordat er overal Romeinse soldaten waren, was het een
beetje alsof er overal politie was: het was veilig om hier te
wonen. In onze streek ontstonden dan ook allerlei dorpjes.
De mensen vestigden zich hier als boeren en vissers
en zij dreven handel met de Romeinen. De vondsten uit
die tijd die in Warmond zijn gedaan, hebben hiermee te
maken.
Soms ging het mis. In 69 na Christus kwamen de Germanen in
opstand, en de Romeinen stuurden legioenen om de opstand
neer te slaan. Maar meestal konden de Romeinen en de
Germanen heel goed met elkaar samenleven. Na het jaar 250
kwam hier een einde aan. Toen begon het Romeinse rijk in te
storten. De Romeinen trokken zich terug naar het zuiden, wat
Germaanse stammen – de Franken – de ruimte gaf om het
Romeinse rijk binnen te vallen. Vanaf 270 lukte het de Franken
om de Romeinen te verslaan: overal werden Romeinse villa’s
verwoest en geplunderd.
Het Romeinse rijk werd in heel
Europa vervangen door het
Frankische rijk, het rijk van de
Franken. In en bij Warmond was
echter weinig te beleven. Door het vertrek van de Romeinen trok de door
hen beschermde bevolking ook weg. De kuststreek, waar boerderijen en
akkers voor altijd verlaten waren, vulde zich langzaam met bossen. Pas
na een paar eeuwen ontstonden hier weer dorpjes.
Denarius van keizer Had
drianus (117-138
na Chr.), gevonden in Warmond [met
dank aan Han Maksymia
ak]
Warmondse pot uit de IJzertijd. Hoogte 13,5 cm,
doorsnee 15 cm [Rijksmuseum van Oudheden, Leiden]
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van monniken en ridders
Vroege middeleeuwen: 500 - 1000
A
an het einde van de 7de eeuw leefde een Engelse monnik, die Willibrord heette. In 690 kwam
hij hier aan land bij de monding van de Rijn. In de kuststreek woonden nu Friezen, en Willibrord wilde hen christenen maken. Hij kreeg daarbij steun van de Franken, die in Frankrijk en
België stevig in het zadel zaten, maar bij ons nog weinig invloed hadden. De Franken stonden nu op
het punt om onze kuststreek te veroveren.
De Franken waren zelf christenen en hadden dus
een reden om Willibrord te steunen. Want als de
Friezen christenen werden, zouden ze makkelijker het gezag van de Franken accepteren. De
Franken gebruikten religie dus als bindmiddel.
Maar de Friezen lieten zich niet graag bekeren:
Eers
ste vermelding van Warmond – ‘UU
Uarmelde’ – op een
zij geloofden in eigen goden en waren daaraan
fragm
ment uit de Utrechtse goederenlijstt (einde 9de eeuw).
gehecht. De Franken losten dat op met harde
hand. De Friezen mochten kiezen: zich bekeren tot het christendom, of sterven!
De Friese adel, de rijke mensen die hier de macht hadden, bekeerde zich als eerste. Deze edelen bouwden de eerste kerkjes in onze streek. De oudste is de kerk van Oegstgeest, die rond 720 werd gebouwd.
Later werd in Warmond op de plek van de Oude Toren ook een kerkje gebouwd. We weten niet precies
wanneer, maar dat was zeker vóór het jaar 1049. Dat weten we, omdat toen een paar monniken onze
kerk kwamen bezoeken.
In deze tijd kreeg de kuststreek last van de Vikingen. Dat waren piraten uit
Denemarken. Ze kwamen hier per boot en plunderden de dorpen die ze tegenkwamen. Omdat het niet lukte om de Vikingen te bestrijden, besloten de Franken
om aan één van de Deense bazen de macht over te dragen. De Denen zouden
namens de Franken over de kuststreek regeren. Vanaf toen leefden de Warmonders een tijd tussen de Vikingen.
Wat de Franken hoopten, was dat de Denen hun plunderende wapenbroeders zelf
buiten de deur zouden houden. Dat lukte redelijk, maar er was ook een nadeel. De
Kerk bezat veel grond in de kuststreek, maar doordat de Vikingen er de baas
waren, was de Kerk haar bezittingen hier kwijt. Toch hoopte de Kerk deze bezittingen ooit terug te krijgen. Vanaf het jaar 885 maakte de Kerk daar dan ook een
lijst van. In deze lijst wordt Warmond, tussen Oegstgeest en Sassenheim, voor het
eerst genoemd: ‘UUarmelde’.
Toen wisten de Franken de Vikingen uiteindelijk te verdrijven. Daarna gaven de
Franken de lokale macht aan een Friese edelman, die Gerulf heette. Hij werd de
allereerste graaf van Holland, al heette de streek nog niet zo, want men sprak
toen nog van ‘Frisia’. De Warmonders van toen waren Friezen, en ze spraken
nog géén Hollands, maar een soort
Een
n Frankische leider, zoals afgebee
eld
oud-Fries: Noordzeegermaans.
op een miniatuur uit de 9de eeuw.
Tijd van monniken en ridders
Tijd van steden en staten
Hoge en late middeleeuwen: 1000 - 1500
O
ver het dorp Warmond in het jaar 1000 weten we niet veel. We hebben al gezien dat hier toen
al een kerkje stond, waar nu de Oude Toren staat. Daardoor zou je kunnen denken dat de
dorpskerk ver buiten het dorp stond, want het historisch centrum ligt nu aan de Leede. Maar
dat was niet zo. Er stonden toen allerlei boerderijen midden op de strandwal, dus ook op de volkstuinen tussen de basisschool en de Oude Toren. De kerk stond dus aan de rand van het dorp.
De grond rondom onze dorpskerk was bezit van de heren van Warmond. De heren van Warmond waren
rijke en machtige edelen. De eerste van wie we de naam kennen, was heer Frank van Warmond. Op 20
februari 1201 was hij bij de graaf van Holland op bezoek. De graaf schonk toen landerijen aan een abdij en
vroeg de heer van Warmond om getuige te zijn.
De heren van Warmond woonden
eerst in een kasteel naast de kerk.
Pas na 1300 woonden zij op het Huys
te Warmont. Het dorp had nog meer
kastelen, zoals Alkemade, Endepoel,
Oud Teylingen/Lockhorst en Dirks
Steenhuis. Deze zijn allemaal verdwenen. Alleen het kasteel van de
heren van Warmond bestaat nog.
De heren van Warmond waren stoere
ridders. Zoals ridder Jacob van den
Woude (†1302), de kleinzoon van
Frank van Warmond. In 1301 vond
een groot veldslag plaats tussen
Het middeleeu
uwse Huys te Warmont zoals het er in de 18de nog uitzag
Holland en Utrecht, en Jacob van den [Rademaker]
Woude leidde het Hollandse leger
samen met vier andere edelen. Een latere heer van Warmond, Jan van den Woude (†1417), was ook zo’n
stoere vechtersbaas. In 1396 ging hij samen met de graaf
van Holland tegen de Friezen vechten. Voor de strijd sloeg
de graaf de heer van Warmond ook tot ridder.
In 1402 werd de inzet van de heren van Warmond beloond: de graaf verhief Warmond tot ‘hoge en vrije heerlijkheid’. Daardoor werd Warmond een zelfstandig gebied,
een ‘staat in de staat’! De heren van Warmond waren dus
steeds machtiger geworden. Toch moesten zij het soms
ook ontgelden: in 1420 en 1426 werd hun kasteel, het
Huys te Warmont, aangevallen en in brand gestoken.
Ridde
er Jan van den Woude en Agnes va
an Cruyningen, rond 1400
heer e
en
n vrouwe
vrrouwe van Warmon
Warmond
nd [Iconogra
[Iconografisch
afisch Bureau
Bu
ureau te Den Haag]
Tijd van steden en staten
Net als veel ridders in die tijd waren de
heren van Warmond vrome ridders. Jan
van den Woude, die met de graaf in
Friesland had gevochten, bouwde hier in
1410 en 1413 twee kloosters. Het eerste,
mannenklooster Mariënhaven, stond op
de plek waar nu woonwijk De Kloosterwei
ligt. Het tweede klooster, vrouwenklooster
St. Ursula, stond aan de noordzijde van
de Oude Toren. Die plek is nu weiland.
De twee kloosters waren groot en indrukwekkend. Alles wat de monniken en de
nonnen nodig hadden om te leven was er
te vinden. Er waren woongebouwen en
eetzalen. Er waren brouwerijen, want ieKasteel Dirks Steenhuis in de 13de eeuw [maquette Ejanne Lijftogt]
dereen dronk toen bijna een liter bier per
dag (bier was veiliger dan water!). En beide kloosters hadden een eigen kloosterkerk. In het middeleeuwse
dorp stonden dus al drie kerken!
Op de kloosters stonden ook gebouwen waar gewerkt werd, want het leven van monniken en nonnen
speelden zich bijna alleen op het klooster af. De nonnen hadden bijvoorbeeld een weverij, waar zij vele
uren aan het weefgetouw doorbrachten. De kloosters hadden beide een eigen boerderij, een melkhuis, een
molen en stallen voor de dieren. Daar werden kippen, koeien, varkens en paarden gefokt. En daar werd
ook boter, kaas en zelfs honing geproduceerd. Een deel gebruikten de monniken en nonnen zelf, maar een
deel werd ook verkocht aan koopmannen en op de markten in steden. Helemaal tot in Antwerpen werden
Warmondse kloosterkazen verkocht.
Je zou denken dat het leven van de monniken en nonnen altijd streng en saai was. Toch weten we dat de
Warmondse nonnen wel eens feest vierden, en dat ze daarbij veel en lekker aten. En ze dronken wijn! Ook
gingen ze wel eens op stap, naar andere kloosters of naar een kasteel, wat net zo werd gevierd. Sommige
nonnen maakten het helemaal bont. Eén van de Warmondse nonnen had zelfs een vriendje die ’s nachts
stiekem bij haar kwam in de kloosterboerderij, waar ze samen dronken werden…
De middeleeuwen waren niet saai!
De heren van Warmond hee
ersten over een groot gebied:
Warmond, Alkemade en Essselijkerwoude (Woubrugge).
Kaart van Warmond uit 1746. Linkks staat het mannenklooster aangegeven. [Erfgoed Le
eiden en Omstreken]
Tijd van steden en staten
Tijd van ontdekkers en hervormers
Begin Nieuwe Tijd (Renaissance, Reformatie): 1500 - 1600
D
e 16de eeuw luidde een nieuwe tijd in: de Renaissance, wat
wedergeboorte betekent. Na de donkere middeleeuwen brak
namelijk een nieuwe tijd aan. Althans zo dacht men, want
tegenwoordig weten we dat de middeleeuwen helemaal géén
donkere tijd waren.
Voor Warmond was de eeuw van de Renaissance juist een eeuw
van verwoesting. In 1509 brak de Spaarndammerdijk door en alle
landerijen in Warmond stonden onder water. In 1514 gebeurde het
nog een keer. Zelfs het bos van het Huys te Warmont stond blank.
Het belangrijkste hoofdstuk in de verwoestingen van de 16de eeuw kwam
met de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Deze oorlog was een soort
onafhankelijkheidsstrijd, waarbij de Nederlanders zich vrij vochten van de Spanjaarden, want de vorst van de Nederlanden was de Spaanse koning.
De ruïne va
an de Sint Matthiaskerk [foto
MatthieuvW
W – Wikimedia Commons]
Het was ook een strijd om de vrijheid van godsdienst. In
Nederland verzetten heel wat christenen zich namelijk tegen de
katholieke kerk. Door hun kritiek werden zij ‘protestanten’ genoemd. Eén van hun bezwaren was dat
de katholieke kerk vooral bezig was zichzelf te verrijken en macht te vergaren, en daarbij vergat om
voor de armen te zorgen. De protestanten waren de Spaanse koning een doorn in het oog. Voor hem
mocht je alleen katholiek zijn, protestanten werden vervolgd.
Spaanse troepen vielen de Nederlanden binnen en belegerden verschillende steden, zoals Haarlem en
Alkmaar. In 1573 dreigde Leiden op zijn beurt te worden aangevallen. Om te voorkomen dat de Spanjaarden in de grote gebouwen rondom de stad zouden gaan zitten, lieten de Leidenaren deze gebouwen slopen. In augustus 1573 kwamen zij naar Warmond, waar zij de dorpskerk in brand staken. Ook
de kloosters gingen in vlammen op.
Daarom kennen we de kerk nu als een
ruïne. De kloosters zijn zelfs helemaal
verdwenen, omdat de bakstenen werden
gebruikt om het Huys te Warmont te
herbouwen. Want ook het kasteel was
een ruïne geworden. Tijdens het beleg
van Leiden woonde de heer van Warmond trouwens niet op zijn kasteel, want
hij verdedigde de stad met zo’n 150
soldaten tegen de Spanjaarden.
Eind 1574 werd Leiden eindelijk bevrijd.
De heer van Warmond – dat was toen
Johan van Duvenvoirde – werd beloond
voor zijn inzet bij de verdediging van de
stad. De prins van Oranje benoemde
Dichtgem
g metselde ramen in de ruïne van de
e Sint Matthiaskerk.
Tijd van ontdekkers en hervormers
hem tot ‘Admirael ende oversten’ van alle oorlogsschepen op het Haarlemmermeer.
Daarmee waren de verwoestingen helaas nog niet voorbij.
In 1576 waren troepen van de prins van Oranje in Noordwijk gelegerd, maar deze soldaten werden slecht betaald.
Dat was vragen om ongelukken! In november kwamen de
soldaten Warmond plunderen. Ze namen alles mee wat
ze konden stelen: lakens, eten, dieren, vaatwerk, en zelfs
vrouwenkleren!
Door een document uit 1579 weten we hoe zwaar het
dorp onder de eerste oorlogsjaren geleden heeft. Net
als elders waren de velden in Warmond door de
soldaten vertrapt, de huizen verbrand, en de oogsten
en dieren geroofd. Warmond moet er troosteloos hebben uitgezien.
Maar het leven kwam weer op gang. Nieuwe boerderijen
werden gebouwd. En in de ruïne van de kerk bij de Oude
Toren werd het koor hersteld. Voortaan hielden de protestanten daar hun eredienst. De katholieken kerkten elders.
De Reformatie was een feit!
Johan van Duvenvoirde, hee
er van Warmond
(†1610), getekend door Hen
ndrick Goltzius.
Tijd van regenten en vorsten
De Gouden Eeuw: 1600 - 1700
E
n toen kwam de Gouden Eeuw. In
de 17de eeuw woonde de beroemde
schilder Jan Steen (1626-1679) in
Warmond. In het bekende Jan Steenhuis
aan de Jan Steenlaan 34-36 woonde hij
niet. Maar Jan Steen heeft dat huis wel
gekend, want hij woonde daar schuin
tegenover, in een huis dat al lang verdwenen is. Twee jaar lang woonde hij daar. De
Jan Steenlaan heette in zijn tijd natuurlijk
niet zo: de straat heette toen ‘het gemene
buurgangpad’ of eenvoudig ‘het buurpad’.
Deze naam gaf aan dat het pad voor alle
inwoners (de buren) van het dorp bedoeld
was: het was een openbare weg.
Kermis te
e Warmond door Jan Steen [RKD]]
Tijd van ontdekkers en hervormers - regenten en vorsten
Warmond heeft Jan Steen wel geïnspireerd. Hij schilderde
bijvoorbeeld ‘de Hoenderhof’, waarop het Warmondse kasteel Oud
Teylingen/Lockhorst op de achtergrond te zien is. Op een ander
schilderij (‘Soo gewonne, so verteert’) heeft Jan Steen ook een deel
van de binnenkant van het kasteel afgebeeld. Heel bijzonder is ook
het schilderij ‘Kermis te Warmond’, waarop een herberg te zien is,
met daaromheen heel veel mensen die lol maken. Toch is het de
vraag of dit schilderij echt Warmond laat zien. Het schilderij kreeg
zijn naam namelijk pas later, toen Jan Steen al lang overleden was.
Toch blijft het schilderij interessant: het is bijvoorbeeld duidelijk dat
de huizen of de kleren die mensen in die tijd droegen, er echt uitzagen zoals Jan Steen ze geschilderd heeft. In die zin kan Warmond
er best een beetje hebben uitgezien zoals op het schilderij.
De Hoenderhof door Jan
n Steen [Wikimedia
Commons]
In dezelfde periode woonde in ons dorp nog zo’n beroemdheid:
de Nederlandse natuurkundige Anthonie van Leeuwenhoek
(1632-1723). In zijn kinderjaren was hij hier leerling op een kostschool. Jammer genoeg weten we niet precies waar deze school
toen in het dorp lag.
Het midden van de 17de eeuw betekende voor
Warmond net als voor de rest van het land
vooral het einde van de Tachtigjarige Oorlog. In
1648 werd de vrede getekend. Bij deze vrede
speelde Warmond indirect een rol. Want één
van de mensen die bij de vredesonderhandelingen namens Nederland optraden, was een
Warmonder: Hiëronymus van Beverningk (16141690). Hij woonde op kasteel Oud Teylingen/
Lockhorst, hetzelfde kasteel dat Jan Steen
schilderde.
Huis Oostergeest [Rijksdienst voorr het Cultureel Erfgoed]
Dat Hiëronymus van Beverningk hier kwam wonen, past bij de
Gouden Eeuw, want toen verlangde men steeds meer naar de
rust van het buitenleven. Stedelingen trokken naar het platteland
en gingen wonen in ‘buitenplaatsen’: statige huizen omgeven
door mooie tuinen. In Warmond ontstond toen een huis dat alle
Warmonders goed kennen: Oostergeest. De Warmondse baljuw
Cornelis van Roosenburgh bouwde deze buitenplaats in 1651.
Daarna werden hier nog meer buitenplaatsen gebouwd, zoals
Groot Leerust (Burgemeester Ketelaarstraat 1), Leevliet (Jan
Steenlaan 13) en Middendorp (Middendorplaan 10-12).
Hiëronymus van Beverningk, bewoner van kasteel Oud Teylingen/
Lockhorst [Wikimedia Commons]
Tijd van regenten en vorsten
Tijd van pruiken en revoluties
Verlichting: 1700 - 1800
D
e jaren na 1700 staan bekend als de tijd van de verlichting. Dankzij de vooruitgang in de
wetenschap begonnen mensen te denken, dat het mogelijk was om alles te begrijpen en te
verbeteren. Verlichte denkers kregen nieuwe ideeën over godsdienst, de politiek, de
economie en over de samenleving.
Warmond in 1756, getekend
d door van Quirinus van Briemen
[Universiteit Leiden, collectie
e Bodel Nijenhuis]
Zulke verlichte denkers waren in Warmond
aanwezig. Eén van hen was Johann
Conrad Amman. Hij was in 1669 in
Zwitserland geboren, maar kwam na zijn
studie medicijnen naar Amsterdam, waar
hij zich als arts vestigde. Hij ging zich
daar bezighouden met onderwijs aan
doofstommen. Hij was de eerste dokter in
Nederland die het voor elkaar kreeg om
dove kinderen te leren praten. In 1715
kwam Amman in Warmond wonen. Hij
woonde op huis Oostergeest. Hij stief daar
in 1724.
Door hun zucht naar kennis waren verlichte denkers vaak grote verzamelaars. Dat zien we bij latere bewoners
van Oostergeest. Zoals Abraham Edens, een Rotterdamse koopman die het huis in 1746 wist te kopen. Hij was
een groot verzamelaar van boeken, prenten, kaarten, tekeningen en allerlei wis- en natuurkundige gereedschappen zoals telescopen, microscopen en barometers. Edens stierf in 1765.
Maar de grote denkers uit de 18de eeuw waren niet alleen op huis Oostergeest te vinden. Op het Huys te
Warmont was de laatste heer van Warmond uit het geslacht Van Wassenaer in 1774 overleden, zonder kinderen te hebben. Het kasteel werd verkocht aan de schatrijke Cornelis Pieter baron van Leyden. Op een gegeven
moment raakten zijn vrouw en zijn zoon bevriend met de schrijfsters Betje Wolff (1738-1804) en Aagje Deeken
(1741-1804). De dames werden vaak en regelmatig uitgenodigd om de zomers op het kasteel door te brengen.
Met de Van Leydens praatten Betje en Aagje graag
over kunst en cultuur, en vermoedelijk ook over
godsdienst en politiek. Dat was een genot. Vanuit
het Huys te Warmont schreef Betje aan een vriend:
‘De plaats is overheerlyk; verstant, geest en hart
hebben hier niets te wenschen, ons verblijf alhier
is als eene Leevendige waterwel in de dorre zandwoestyne van het woeste Arabië’.
Voor de bewoners van het Huys te Warmont
brachten deze jaren zorgen. In 1795 werd
Nederland bezet door de Fransen, die hier hun
idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap
meebrachten. De macht van de adel en de kasteelheren werd nu ernstig bedreigd.
Gro
oot Leerust [foto Goodness Sham
mrock – Wikimedia
Com
mmons]
Tijd van pruiken en revoluties
Tijd van burgers en stoommachines
Industrialisatie: 1800 - 1900
D
e 19de eeuw begon met de Franse tijd: Keizer Napoleon Bonaparte heerste over Europa. In
Nederland stelde hij zelfs zijn broer Lodewijk Napoleon als koning aan. Deze had het beste
met de Nederlanders voor. Maar hij kon niet voorkomen dat de keizer de Nederlanders in
zijn oorlogen meesleepte. In 1812 moesten mannen uit Warmond naar Rusland vertrekken om
daar strijd te leveren. Velen verloren het leven. Na de Russische veldtocht waren acht Warmondse
jongens vermist.
In 1815 werd Napoleon Bonaparte verslagen en begon de tijd van burgers. Er kwam meer democratie.
Warmond was
eeuwenlang een
zelfstandig gebied waar
de heer van Warmond
over leven en dood
van zijn onderdanen
beschikte. Maar dat
was nu voorbij. De
Warmonders moesten
wel gehoorzamen aan
koning Willem I (17721843). De heren van
Warmond mochten
het dorp nog besturen,
maar dit recht raakten
zij in 1848 definitief
kwijt. Voortaan werd het
dorp bestuurd door het
gemeentebestuur zoals
Het Seminarie te Warmond
d rond 1850 door G.J. Bos [Erfgoe
ed Leiden en Omstreken]
we dat nu kennen: een
burgemeester, een paar wethouders en een gemeenteraad.
In de tijd van burgers was het geloof nog altijd belangrijk. Daarin speelde Warmond een rol, want hier
was sinds 1799 een Groot Seminarie. Dit was een school voor katholieke jongens die priester wilden
worden. Het zat in de gebouwen die we nu kennen als Mariënhaven en Mariëngaerde. Het Seminarie was
heel belangrijk. Niet alleen hebben veel pastoors daar hun opleiding gehad, het Seminarie werd voor de
Warmonders ook een bron van inkomsten. Vooral priesterkleermakers en kaarsenmakerijen (zoals Papôt,
vanaf 1856 op Dorpsstraat 112) werkten voor het Seminarie.
Naast een tijd van burgers was de 19de eeuw de tijd van de industriële revolutie. Dat kwam vooral dankzij
de stoommachines. In Warmond was het letterlijk zo, want in 1842 kreeg het dorp een treinstation. Station
Warmond lag aan de allereerste spoorlijn van Nederland, waarvan de bouw vijf jaar eerder was begonnen.
Dit stationsgebouw bestaat niet meer: het stond naast de huidige spoorwegbrug, schuin tegenover
restaurant Het Stationskoffiehuis.
De komst van de stoommachine had ook minder leuke gevolgen. Al binnen een jaar na de bouw
Tijd van burgers en stoommachines
van het station vond hier al
een treinongeluk plaats. De
spoorbrug over de Leede was
niet goed dichtgegaan, waardoor
de locomotief en de kolenwagen
ontspoorden en neerstortten. De
bestuurder van de locomotief
verloor het leven en twee andere
machinisten raakten gewond, maar
de reizigers bleven ongedeerd.
Door deze droevige gebeurtenis
kreeg Warmond wel een primeur,
want dit was het allereerste
spoorwegongeval van Nederland!
Ondanks de industriële revolutie was
Warmond toen vooral een boerendorp. Er zijn tegenwoordig weinig
boerderijen in Warmond, maar in 1815 waren er bijna vijftig! Op deze boerderijen waren veel dieren te
vinden, waarvan de meeste werden gegeten. Elk jaar werden in Warmond honderden koeien, schapen
en varkens geslacht. Daarnaast produceerden de Warmondse boeren vooral rogge en aardappelen, en
daarnaast ook haver, gerst, erwten en bonen. En niet te vergeten: heel veel kaas! Omdat Warmond aan
het water ligt, waren de boerderijen hier bijzonder: het waren vaarboerderijen. Men noemde ze zo, omdat
de boeren hun dieren met de boot naar de weilanden brachten. Vanwege de waterrijke omgeving kende
Warmond ook scheepmakerijen. De scheepsbouw was hier één van de belangrijkste ambachten.
Scheepmakerij langs de Lee
ede, door Jan Elias Kikkert (1843--1925)
[Erfgoed Leiden en Omstrekken]
Het is eeuwen lang zo geweest, maar vanaf 1880 ging het Warmondse boerenlandschap er langzaam
maar zeker heel anders uitzien. Op de zandgronden kon men heel goed bollen kweken en dat leverde
veel geld op. De akkers verdwenen helemaal uit het landschap. Zij maakten plaats voor tulpen, hyacinten
en later ook narcissen. Tegen 1900 had Warmond bijna 100 hectaren bollengrond! En er werden
bollenschuren gebouwd, waar de bloembollen werden opgeslagen. Middenin het dorp staan nog mooie
bollenschuren, zoals de houten schuur achter Dorpsstraat 62a en het grote huis op Dorpsstraat 19.
Het Statiion van Warmond rond
1900, do
oor B.C. Moor [Erfgoed
Leiden en Omstreken]
Tijd van burgers en stoommachines
Tijd van wereldoorlogen
Eerste helft twintigste eeuw: 1900 - 1950
O
p 3 augustus 1914 verklaarde Duitsland de oorlog aan Frankrijk. Zo begon de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). De Duitsers vielen België binnen om Frankrijk vanuit het noorden aan te
vallen. Rond Antwerpen en Mechelen werd zo heftig gevochten dat de bevolking op de vlucht
sloeg. Vanaf oktober 1914 trokken meer dan een miljoen Belgische vluchtelingen naar Nederland.
In Warmond kwamen de eerste vluchtelingen al op 10 oktober aan. Net als overal in het land werden ze hier
goed onthaald. Zo’n 200 Belgen werden opgevangen in Hotel De Zon (Dorpsstraat 114) en in de lagere school
– de St. Nicolaasschool – die toen op de plek van Albert Heijn stond. De Warmonders gaven veel kleding en de
Warmondse arts nam de medische zorg op zich. De vluchtelingen werden ondertussen ook wel aan het werk
gezet: voor hun eigen behoeften moesten zij zelf strozakken maken, breien, kleren naaien en wassen.
De vluchtelingen bleven niet lang. De Duitsers lieten namelijk weten dat ze terug mochten keren. Velen
gingen terug naar huis, maar sommigen waren bang en trokken naar andere
plaatsen in Nederland. Op 19 november 1914 werd voor de laatste overgebleven
vluchtelingen in het dorp een Sinterklaasfeest georganiseerd. De Sint gaf hen veel
koek en speelgoed mee. De volgende dag vertrokken ze naar vluchtelingenkamp
Oldebroek in Gelderland. De Warmonders waren opgelucht, want voor een dorp
met maar 2000 inwoners, waren 200 vluchtelingen een hele last.
De jaren na de oorlog waren goed. In Warmond kwam de watersport op. Sommigen verdienden hier veel geld mee. Er werden jachthavens aangelegd, zoals
jachthaven ’t Fort en de jachthaven van W.A. Visch aan de huidige Burgemeester
Ketelaarstraat. Langs de Leede ontstonden restaurantjes, zoals restaurant-boerde- Herman Vallentgoed
rij Meerrust (Dorpsstraat 5). Rijke mensen kwamen helemaal vanuit Den Haag om (1917-1940)
hier te eten en aan het water feest te vieren! Een belangrijke werkgever in Warmond was toen de houtfabriek Padox in de Veerpolder. In 1923 werkten daar zo’n 130 mensen. Padox maakte
complete houten woningen die je zelf in elkaar kon zetten. In Warmond staan er nog een paar: aan de Burgemeester Ketelaarstraat 2A-4 en 10-12, en ook aan de Herenweg 115 en 117.
In 1929 ging het mis. Europa was na de oorlog heel afhankelijk van Amerika, van wie veel geld werd geleend voor de wederopbouw. Maar in Amerika brak een economische crisis uit. De hele wereld werd hierin
meegesleept. Voor de kleinere boeren of bollentelers in Warmond werd het moeilijk. Ze verdienden bijna
niets meer en moesten de overheid om steun vragen.
De crisisjaren waren voor Duitsland nog zwaarder dan voor andere landen. Als verliezer van de Eerste
Wereldoorlog moest Duitsland namelijk enorm veel geld aan Frankrijk betalen. Het Duitse geld werd minder
waard en prijzen schoten omhoog. Veel Duitsers leefden in armoede. De crisis van 1929 maakte dit alleen
maar erger en Duitsers waren erg boos.
Adolf Hitler, die in 1933 aan de macht kwam, speelde daarop in. Hij bouwde grote wapenfabrieken waar Duitse
werklozen aan het werk konden. Hij gaf de Duitsers hoop. En met zijn lange toespraken wist Hitler op veel
Duitsers grote indruk te maken. Toen Hitler oorlog wilde gaan voeren, waren de Duitsers bereid hem te volgen.
Met de inval van het Duitse leger in Polen begon de Tweede Wereldoorlog (1939-1945). Engeland en
Frankrijk verklaarden op hun beurt de oorlog aan Duitsland. Nederland wilde net als in de Eerste Wereldoorlog neutraal blijven, maar Duitsland viel ons land in mei 1940 aan. De Nederlanders boden felle tegen-
Tijd van wereldoorlogen
stand en daarbij speelden Warmonders natuurlijk ook een rol. Zo zat de Warmondse vliegenier
Herman Vallentgoed bij de Nederlandse luchtmacht. Bij de Duitse inval vertrokken Herman
Vallentgoed en zijn bemanning vanaf Schiphol
om strijd te leveren. Op meerdere plekken, zoals
bij de Kaag, wisten ze Duitse toestellen uit te
schakelen, maar na een paar uur werden zij zelf
boven de Noordzee door een Duits jachtvliegtuig
geraakt, waarna ze in zee stortten. Zoals bekend
verloren de Nederlanders de strijd aan het begin
van de oorlog en Nederland gaf zich na 5 dagen
over.
De Fokker T-5 nummer 855, het toestel waarmee Herman
Vallentgoed in zee stortte
sttortte [P
[Polygoon
Polygoon Journaal
Jo
ournaal 1939]
In Warmond zelf was de Tweede Wereldoorlog natuurlijk een spannende tijd. Vanwege de
Jodenvervolging waren in het dorp meerdere onderduikers aanwezig. Bijvoorbeeld op de Lommerlustlaan,
waar een joodse vrouw vanaf 1942 in een klein huisje bij een echtpaar was ondergedoken. Of op de Warmundastraat, waar twee mannen uit Haarlemmermeer bij een echtpaar ondergedoken zaten. Op een dag
ging één van deze onderduikers plotseling dood. Met gevaar voor eigen leven kwam een Warmondse boer
het lijk ’s nachts ophalen om het op zijn erf te begraven. Gelukkig kwam hij geen Duitsers tegen. Toch zijn
Warmondse helpers wel eens verraden, met Duitse gevangenschap als gevolg.
Een spectaculaire gebeurtenis was de noodlanding van een Britse bommenwerper op korte afstand van
het dorp. Deze bommenwerper, een vier-motorige Lancaster van de Royal Air Force, had op de nacht van
27 op 28 mei 1943 deelgenomen aan bombardementen boven de Duitse stad Essen. Het Duitse afweergeschut wist echter drie van de vier motoren kapot te schieten. De Lancaster probeerde op één motor nog
naar Engeland terug te vliegen, maar boven Amsterdam werd het vliegtuig weer door de Duitsers
beschoten, waarop het uit koers raakte.
De piloot besloot om een noodlanding te maken. Hij wist dat ten zuiden van Amsterdam meren waren, waar
hij dat kon proberen. Op weg naar Warmond wist de piloot de toren van de katholieke kerk van Sassenheim, die opeens uit het niets voor de landingslichten verscheen, nog maar net te ontwijken. Daarna liet de
piloot het vliegtuig zakken. Hoewel hij in het water dacht te landen, kwam het vliegtuig in de Lakerpolder tot
stilstand. Al gauw werden de bemanningsleden door de Duitsers gearresteerd en kwamen in krijgsgevangenkampen in Duitsland terecht. Gelukkig overleefden zij de oorlog allemaal.
De Britse Lancaster die in de nacht van 27 op 28 mei 1943 in
n de Lakerpolder een noodlanding
g maakte [fotoarchief
Dick Breedijk te Balkbrug]
Tijd van wereldoorlogen
In de oorlogsjaren was dhr. A.J.L. Ketelaar de burgemeester van Warmond. Begin september 1944 kreeg
de burgemeester bezoek van Duitse militairen die onderdak eisten voor een paar dames. Later vroegen de
Duitsers hem om paarden en wagens te leveren. In beide gevallen kon de burgemeester niet aan de Duitse
eisen voldoen. Dat kon wel eens voor moeilijkheden zorgen. Om de burgemeester te beschermen vertelde
men voortaan dat hij op reis was.
Direct na dit voorval kwam Dolle Dinsdag (5 september 1944). Het gerucht ging dat de bevrijding nabij
was. In het dorp heerste daarom een opgewonden stemming. Met de Duitsers, die in het Seminariegebouw
gelegerd waren, werd afgesproken dat zij zich zonder tegenstand zouden overgeven. Maar dat was een
val: met het bericht dat zij zich overgaven, hoopten de Duitsers dat Warmondse verzetsstrijders naar voren
zouden treden, zodat die nu opgepakt konden worden. Daarnaast ontdekten de Duitsers dat de burgemeester niet op reis, maar gewoon in Warmond aanwezig was. Hij werd opgepakt en van illegale activiteiten beschuldigd. De volgende dag, 6 september, brachten de Duitsers de burgemeester naar het weiland
achter de Oude Toren, waar zij hem met een nekschot vermoordden.
De volgende weken werd het steeds moeilijker in het land. Al het verkeer werd beschoten door geallieerde
vliegtuigen. Ook de jachthavens in Warmond werden beschoten, gelukkig zonder dat er mensen gewond
raakten.
Op 26 november 1944 vond in het dorp een razzia plaats. In verschillende plaatsen waren de mannen van 17
tot 40 jaar al meegenomen, en nu kwam Warmond aan de beurt. Een groot aantal mannen uit Warmond, De
Kaag en ook toevallige passanten werd in het Seminarie bijeengebracht. Stuk voor stuk kwamen zij voor een
officier die de persoonsbewijzen controleerde. Het liep goed af, want na een paar uur mocht iedereen weer
naar huis. Maar tijdens de huiszoekingen hadden de Duitsers veel gestolen: fietsen, eten, zeep, drank en
zelfs steenkool werd meegenomen. Het is in die tijd dat mensen zelfs tulpenbollen gingen eten, want er was
bijna geen eten meer te vinden. Alleen met ruilen konden mensen af en toen iets lekkers op tafel krijgen.
Ondertussen werden de Duitse steden door de geallieerde
vliegtuigen zwaar gebombardeerd. Als reactie daarop zetten
de Duitsers een nieuw wapen in: de Vergeltungswaffe. De
eerste versie, de V1, was een soort onbemand raketvliegtuig
dat met 850 kilo springstof aan boord steden op grote afstand
kon raken. In het bos van het Huys te Warmond begonnen de
Duitsers begin 1945 een lanceerbaan voor V1-raketten te bouwen. De helft van Warmond moest worden geëvacueerd, want
niemand mocht daar in de buurt blijven wonen.
De Engelsen probeerden de bouw van de V1-baan te verhinderen door deze op 3 maart 1945 te bombarderen. Maar
de Engelse bommen raakten de verkeerde doelen: de stal
van boerderij De Burcht (Burgemeester Ketelaarstraat 25) en
ook een nabij gelegen huis, waarbij drie gewonden vielen.
Uiteindelijk maakten de Duitsers de lanceerbaan niet meer
af. De oorlog was bijna voorbij en veel Duitse troepen kregen
opdracht om naar Noord-Duitsland te vertrekken. In Warmond
werden dus nooit V1’s gelanceerd. Toch hebben Warmonders
een hoop V1’s gehoord en gezien, die dagelijks vanuit andere
plaatsen geschoten waren. In het bos van het Huys te Warmont kun je de resten van de V1-baan nog steeds zien.
De fundamenten van
n de V1-baan in het bos van
het Huys te Warmon
nt, door André van Noort
[Erfgoed L
Leiden
eiden en O
Omstrek
mstreken]
ken]
Tijd van wereldoorlogen
Tijd van televisie en computers
Tweede helft twintigste eeuw: 1950 - 2000
N
a de Tweede Wereldoorlog kwam de wederopbouw. In Warmond werd veel gebouwd. Waar vroeger weilanden of bollenvelden lagen, kwamen nieuwe wijken, zoals aan de Norremeerstraat en Jan Steenlaan (1947), de Oranjewijk (1960), Endepoel
(vanaf de jaren zestig), Lommerlust (1980), enz. In de Zwanburgerpolder, waar de Warmondse boeren eeuwen lang hun koeien lieten
weiden, werd vanaf 1972 zand gewonnen. De weilanden maakten
daar plaats voor een grote plas – ’t Joppe – en een recreatie-eiland:
Koudenhoorn. Warmond is in korte tijd compleet veranderd!
Varen in Warmond, bij De Bak.
In deze tijd zijn allerlei typisch Warmondse dingen gesneuveld. Het
kasteel van de heren van Warmond, dat altijd particulier bezit was geweest, werd in 1960 aan de gemeente verkocht. Ook de tol, die je sinds de middeleeuwen bij het Warmonderhek moest betalen om het dorp in te komen,
verdween in 1954 definitief. Zelfs de ‘beurs van Warmond’, die in de 16de eeuw in het leven werd geroepen om
studenten theologie aan de Leidse Universiteit te ondersteunen, is verdwenen. Het werd lange tijd uit Warmondse gelden betaald, maar het is onlangs uit de begroting van het Ministerie van Onderwijs verdwenen. Daarmee
is de laatste, toch mooie erfenis van de heren van Warmond voor altijd verdwenen.
Het Seminarie heeft in 1967 zijn deuren gesloten, wat voor een hele industrie van kaarsenmakers, kleermakers,
boekbinders of bidprentendrukkers de genadeklap was. Ook de oer-oude Warmondse scheepmakerijen zijn verdwenen: Schakenbos (op de Scheepmakersdam) sloot in 1969, en Scheepswerf De Leede (tegenover GrootLeerust) ging in 1981 in vlammen op. Daarnaast heeft de opkomst van de supermarkten en grote winkelketens
de kleine Warmondse winkels de das om gedaan. De ooit zo levendige Dorpsstraat heeft ze één voor één zien
verdwijnen. Ten slotte heeft de moderne tijd ook het einde van de Warmondse zelfstandigheid betekend: in
2006 is Warmond samen met Voorhout en Sassenheim opgegaan in de gemeente Teylingen.
Het strand van recreatie-eila
and
Koudenhoorn op een zomerrse dag.
Colofon
Uitgave:
Tekst:
Vormgeving:
Druk:
Deze uitgave
Toch blijft Warmond op eigen wijze een heel levendig dorp. Allerlei
activiteiten worden gedragen door een waar leger lokale vrijwilligers,
al dan niet georganiseerd in verenigingen. Scholen, sport, kunst en
cultuur worden door hen gedragen. Het dorp onderscheidde zich
begin 20ste eeuw al als watersportdorp, en een eeuw later is dit nog
altijd wat ons dorp zijn glans geeft. In februari 2018 werd het dorp
verrast door heel nieuwe inbreng. Toen lanceerde de ESA een
satelliet met een supermoderne camera aan boord, gebouwd
door het Warmondse bedrijf Cosine. Daarmee schrijft Warmond
nu ruimtevaartgeschiedenis. Op naar de toekomst!
Historisch Genootschap Warmelda © 2019
Mathieu Fannee
EmMa Design, Voorhout
EasyPrint, Nieuw-Vennep
is mede mogelijk gemaakt door de gemeente Teylingen.
Tijd van televisie en computers