afschieten

werkw.
Uitspraak:  ['ɑfsxitə(n)]
Afbreekpatroon:  af·schie·ten
Vervoegingen:  schoot af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afgeschoten (volt.deelw.)

1) de lucht in of naar een doel schieten
Voorbeelden:  `een raket afschieten`,
`rubberen kogels afschieten op de betogers`

2) doden met een schot
Voorbeeld:  `vossen afschieten in de duinen`

© Kernerman Dictionaries.

Synoniemen
afknallen   afmaken   afscheiden   afvuren   doodschieten   fusilleren   losschieten   schieten   schoten lossen   vuren   wegschieten   

4 definities op Encyclo
  • •met een schot doden. (+audio)
  • er een kogel uit laten komen vb: ze hebben het kanon afgeschoten het doden door te schieten vb: de jagers hebben verschillende konijnen afgeschoten
  • 1) Afknallen 2) Afmaken 3) Afrasteren 4) Afscheiden 5) Afvuren 6) Doodschieten 7) Fusilleren 8) Lanceren 9) Losschieten 10) Schieten 11) Uitstralen 12) Vuren 13) Wegschie...
  • 1> het aanbrengen van (tijdelijke) houten ruimschotten. 2> zie beschieten
  • Toon uitgebreidere definities

    Herkomst volgens etymologiebank.nl
    afschieten

    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Wat is de verleden tijd van afschieten?
    De verleden tijd van afschieten is 'schoot af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgeschoten'.
    Wat betekent afschieten?
    'de lucht in of naar een doel schieten' en 'doden met een schot'
    Hoe spel je afschieten?
    afschieten spel je A F S C H I E T E N
    Wat is een ander woord voor afschieten?
    Andere woorden voor afschieten zijn afknallen, afmaken, afscheiden, afvuren, doodschieten, fusilleren, losschieten, schieten, schoten lossen, vuren en wegschieten.

    Op andere websites
    Zoek afschieten op Woordenlijst.org
    Zoek afschieten op Google
    Zoek afschieten op Wikipedia