Goedhuys verf - Schilders abc
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Bouw en Constructie > verf abc
Datum & Land: 17/05/2010, NL
Woorden: 263
Aanzet
plaats waar een onderdeel van een constructie begint of aansluit: bij schilderen het deel van de ondergrond waar je de kwast op de ondergrond plaatst, of daar waar een verse verflaag een aangedroogde verflaag overlapt.
Aanlengen
verdunnen: houd altijd de door de verffabrikant voorgeschreven verdunning aan. Meest voorkomende verdunningsmiddelen zijn water (latex en acrylverf) en terpentine (alkydharsverf). Thinner, alcohol of overige verdunners komen voor (speciale) verven minder voor.
Aanhechting
de eigenschap van een verf om aan de ondergrond te hechten.
Aanbrengen
het aanbrengen: oftewel applicatie met kwast of roller. Er zijn verschillende kwasten en rollers in de handel, specifiek voor het aanbrengen van waterverdunbare of terpentineverdunbare verven. Voor twee-componenten en speciale verven de hiervoor bestemde kwasten en rollers gebruiken.
Acryllatex
goed schrobvaste muurverf
Acrylaatdispersieverf
de verf is samengesteld uit acrylaten in dispersie.
Acrylaat
een hoogkwalitatief bindmiddel voor verven met duurzame elasticiteit en kleurvastheid.
Ademend verfsysteem
een systeem met een hoge waterdampdoorlaatbaarheid, waardoor het vocht vanuit de ondergrond naar buiten kan verdampen.
Afsluiten
uiteindelijk sluit verf altijd af. Dit is mede afhankelijk van het aantal laagdiktes dat is aangebracht. Vochtregulerende verf zal in eerste instantie het vocht reguleren, maar bij jarenlang onderhoud wordt de ondergrond -door de vele lagen verf- uiteindelijk afgesloten.
Afschrapen
schrapend verwijderen: het verwijderen van de oude verflaag met behulp van een verfkrabber en brander of föhn.
Afschilderen
beschilderen met een deklaag: het aanbrengen van de laatste laag verf binnen de opbouw van een verfsysteem.
Aflak
synoniem voor eindlaag. Deze kan zowel hoogglanzend, satijnglanzend als mat zijn.
Afdekken: geheel bedekken
dek bij het werken met - met name- muurverven, plafondverven en verfafbijt de werkomgeving af om deze te beschermen tegen spatten en verfafval.
Afbladderen
afschilferen: verf zal bij aanbrengen op een te vuile of vette ondergrond onthechten, of afbladderen. Een te vochtige ondergrond bij aanbrengen van de verf kan hier ook de oorzaak van zijn.
Afbijtmiddel
een product voor het verwijderen van reeds verharde en oude verflagen.
Afbijten
Het verwijderen van de oude verflaag door middel van afbijtmiddel
Afzelia
is een tropische loofboomsoort, afkomstig uit Afrika. Het hout is donkergeel tot roodbruin en wordt vooral gebruikt in buitenschrijnwerk.
Akoestische afwerking
een geluidsdempende afwerking van wanden en-of plafonds door speciaal absorberende materialen.
Alkali
een substantie zoals bijvoorbeeld soda, die erg destructief is voor de verffilm
Amonia
verfreiniger voor buiten, wordt verdund met water.
Anti-corrosie verf
een metaalverf die beschermt tegen roestvorming en direct op het metaal gebruikt wordt.
Applicatie
applicatiemiddelen zijn rollers, kwasten, spuiten enz
Basisverf
een verf waaraan coloranten worden toegevoegd om de gewenste tint te krijgen, meestal via de mengmachine
Barstvorming
barsten in verflagen, door spanningsverschil in het verfsysteem. Vooral bij veel lagen verf, kunnen de oude verflagen het rekken en krimpen van de nieuwe verflagen niet meer volgen, door verlies aan elasticiteit van de oude verflaag.
Banen
Door de zuiging en niet goede behandeling krijgt men banen in wand of plafond met muurverf.
Badkamerverf
Schimmelwerende muurverf speciaal geschikt voor badkamers. De muurverf is goed bestand tegen schimmels en vocht.
Betonverf
Voor betonnen vloeren een slijtvaste poly-urethaanverf gebruiken, of een tweecomponentenlak.
Beton
hard geworden mengsel van cement:
Besnijden
rechte lijn met kwast of penseel: besnijden is het trekken van een strakke lijn met verf, langs-op plafondkanten, kozijnen, plinten enz. Gebruik hierbij twee kwasten; één voor het grovere en één voor het fijne werk.
Besleten
kwast of penseel, die door gebruik min of meer gesleten is. Een kwast of penseel gaat naar je hand staan en zal 'in het gebruik' alleen maar prettiger werken
Bentheimer
verzamelnaam voor kleuren waarmee tinten van zandsteen uit Bentheim geïmiteerd worden.
Beits
beitsproducten zijn al dan niet gekleurde houtbescherming- en veredelingproducten. Beitsen worden ingedeeld in filmvormende, semi-filmvormende en niet-filmvormende producten.
Behang
vaste muurbedekking: als alternatief voor pleisterwerk, muurverf e.d. is behang in vele kwaliteiten, kleuren en dessins te koop
Bindmiddel
is het niet verdampende, filmvomende bestanddeel van een verfproduct.
Bindmiddel
een fimvormend ingrediënt van verf dat de pigmentdeeltjes aan elkaar bindt.
Bijkleuren
- extra kleur geven: is de kleur van de verf niet geheel naar wens, dan kan deze nog wat bijgekleurd worden met mengverf.
Bloed
Ossebloed - vroeger gebruikt als bindmiddel in verven.
Blauwsel
witkalk, vermengd met blauwsel.
Blauw
tussen groen en violet
Blank
kleurloos of ongebeitst. Blanke lak
Bladgoud
dun laagje goud: is in dunne velletjes te koop en wordt op bepaalde ondergronden getamponeerd om deze te accentueren en een rijke uitstraling te geven
Borstelen
fors schilderen: voor het grove werk; binnen de particuliere sector niet van toepassing.
Bont
veelkleurig: bij het schilderen wordt bont werk veroorzaakt door een onregelmatige zuiging van de ondergrond, al dan niet in combinatie met het ongelijkmatig aanbrengen en doorhalen van de verf. Zie ook 'verzadigen'.
Boktor
kever met lange sprieten: zijn samen met de houtworm het meest verantwoordelijk voor aantasting van hout. Bestrijding is specialistisch werk.
Bokkenpoot
teerkwast met gebogen steel: voor het fijnere schilderwerk een lyonse penseel
Boeideel
opstaande kant van een houten dakgoot.
Body
volume: om een geschilderd oppervlak body te geven zijn meerdere lagen verf nodig. Denk bij onbehandelde muren aan 2 á 3 lagen en bij houtwerk aan 3 á 4 lagen voor een optimaal resultaat. Een en ander afhankelijk van de kwaliteit van de verf en de zuiging van de ondergrond.
Carboleum
houtbeschermende vloeistof: bij voorkeur niet meer toepassen. De dampen geven luchtwegirritaties en brandplekken op de huid. Onder invloed van warmte en - of de zon weekt de carbolineum op - smelt. Om deze rede is carbolineum niet te overschilderen met de huidige synthetische verven.
Cellulosethinner
een verdunnings- en-of oplosmiddel voor verfsoorten op basis van celluloseproducten. Cellulosethinner kan gebruikt worden voor het ontvetten van bepaalde ondergronden.
Celluloselak
blanke lak op thinnerbasis, zeer snel droog, hard
Chromatiek
kleurenleer.
Chromaatgeel
krachtig pigment voor puur geel.
Chromaatgroen
mengkleur van Berlijns blauw met chromaatgeel.
Corrosie
corrosie is het proces waarbij metalen onder invloed van zuurstof en water gaan roesten. Bij corrosie wordt een oxidatielaagje aan het oppervlak van het metaal gevormd.
Contrast
tegenstelling: door te combineren met kleur kun je meer of minder contrast verkrijgen. Kijk hier voor een kleurenwaaier online (volgt) om naar hartelust te combineren.
Colorant
geconcentreerd pigment dat aan basisverf wordt toegevoegd voor het maken van specifieke kleuren.
Cohesie
de interne sterkte van een verffilm.
Coating
deklaag: over het algemeen de twee laatste lagen afschilderverf die je aanbrengt, na eerst grondverf te hebben aangebracht.
Creme
roomkleurig
Craquelé
kleine barstjes: ontstaan bij het schilderen door het aanbrengen van de afdeklaag, vóórdat de onderlaag voldoende is gedroogd. Kan ook bewust worden toegepast om het craquelé-effect te verkrijgen.
Dauw
zich 's nachts afzettende nevel: buitenschilderwerk kan (deels) mat slaan, door te lang in de middag door te schilderen bij te sterke afkoeling van de omgeving in het vroege voor- of najaar. Door onvoldoende tijd tot aandrogen van de verf zal het zich in de nabijheid van struiken, hagen en b.v. een sloot het snelst openbaren.
Dekverf
ondoorzichtige verf: afwerklagen van een dekkend verfsysteem. Dit kan dekkende beits, een éénpotssysteem of hoogglanverf e.d
Dekkracht
eigenschap van een verf de ondergrond af te dekken - onzichtbaar te maken
Dekkende beits
vochtregulerende beits op kleur
Dekkende beits
Deze beits kunt u laten aankleuren in de gewenste tint. Hij vormt een dikkere laag op uw hout maar de nerfstructuur blijft zichtbaar. De beits dringt in het hout en vormt geen film, maar een ademende laag.
Dekkend
eigenschap van een verf de ondergrond af te dekken - onzichtbaar te maken
Dekkende afwerking
Lak vormt een laag in zijde- of hoogglans waarbij de nerfstructuur niet meer zichtbaar is.
Dispersiemuurverf
een verf waarvan het bindmiddel bestaat uit kleine vaste deeltjes in water, meestal latex of acrylaat
Dispersie
- in verftermen een gelijkmatige verstrooiing van bindmiddeldeeltjes in b.v. water (in waterdispersieverf -muurverf).
Doorslaan
doorlaten: sommige stoffen kunnen doorslaan -is oplossen in de nieuwe afwerklaag- na het aanbrengen van een nieuwe verflaag. Meest bekend is nicotine die gele vlekvorming geeft bij aanbrengen van een nieuwe laag latex. In een dergelijk geval eerst een laag isoleer aanbrengen. In een aantal gevallen ook te behandelen met speciale (synthetische) verv...
Doorgedroogd
de verflaag is tot op de ondergrond doorgehard, en heeft zijn uiteindelijke mechanische sterkte zo goed als bereikt.
Doorbloeding van hout
voor u hout gaat behandelen, moet u eerst weten over welktype hout het gaat: met of zonder doorbloeding van harsen. Doorbloeding van harsen kan immers vlekken veroorzaken. Dit hout vraagt dan ook een andere behandeling. Hout zonder doorbloeding, zonder anti-oxydanten en dat geen vet afscheidt: - Balau (rood) Europese eiken Amerikaanse eiken Framir&...
Doorbloeding
ondergrondvlekke die door de eindlaag van de verf komen
Droogtijdvertrager
een additief die aan een verf en-of vernis wordt toegevoegd om de tijd van verwerkbaarheid te verlengen.
Droging
de eigenschap dat een verflaag verandert van een vloeibare of poedervormige laag in een vaste laag. We praten over chemische (een reactie) of fysische droging (lucht).
Duurzaamheid
de eigenschap van verf om weerstand te bieden aan destructieve invloeden zoals het weer, het zonlicht, detergenten, luchtvervuiling, krassen, enz.
Egelroller
puntige roller welke de toplaag van het behang perforeerd, om zodoende het afstomen van het behang te vergemakkelijken
Egaliseren
effenen: binnen het schilder- en behangwerk zijn plamuur en muurvuller hier de meest geschikte producten voor. Voor zowel schilderen als behangen is een strakke ondergrond van belang.
Eigeel
geel als een eierdooier
Epoxyverf
een hoogwaardige, semi-industriële coating met uitstekende aanhechting en heel goede kras- en chemische weerstand.
Epoxyhars
bepaalde bij verhitting hard wordende kunsthars.
Erosie
het verdwijnen van een verffilm veroorzaakt door het weer.
Esthetica
schoonheidsleer.
Ferro-metalen
karakteriseren zich hoofdzakelijk door de aanwezigheid van ijzer en staal. Gezien staal een hoog gehalte aan ijzer bevat, roest het onder invloed van weersomstandigheden behoorlijk snel.
Filmvorming
de overgang van vloeibare vorm naar vaste vorm waarbij een dun laagje wordt gevormd.
Fixeren
vastmaken: bij het schilderen van poederende muren deze eerst voorbehandelen met fixeer, om de ondergrond vast te zetten.
Fixeermiddel
een primer die na aanbrengen poederende deeltjes vastzet.
Flets
met onfrisse kleur: verf verliest onder invloed van de zon kleur - op termijn- haar kracht en wordt flets. De mate waarin wordt voor een groot deel door de toegevoegde pigmenten en de kwaliteit van de verf bepaald.
Fond
achtergrond of ondergrond.
Fresco
schildering op natte kalk.
Fraise
aardbeikleurig.
Fungicide
fungicide is een actieve stof in sommige verfproducten voor de bestrijding van mos en schimmels
Gaasband
Heel dun zelfklevend gaas wat over een gat in de muur geplakt wordt waarna deze opgevuld kan worden, zonder dat het vulmiddel eruit loopt. Voor grotere gaten of spleten.
Gevel
buitenmuur: meeste toegepast bij schilderen: houten rabatdelen of acryl-muurverf. Bij acryl muurverf in een buitenkwaliteit, de muren eerst reinigen met een hogedrukspuit en eventueel voorbehandelen met isoleer om doorslaan van inhoudsstoffen uit de muur te voorkomen.
Gerei
gereedschap: voor de meest gebruikelijk gereedschappen en hulpgereedschappen bij schilderen en behangen
Gegalvaniseerd metaal
is met een laag zink bedekt om roest te voorkomen.
Gipsen
met gips bepleisteren: ook toegepast om gipsen ornamenten en plafondprofielen van gips te 'verlijmen'.
Gilde
vereniging van vakgenoten: vroeger gebruikelijk bij het schildersambacht. De 'meesterschilder' had het meeste aanzien.
Glansgraad
een gestandaardiseerde schaal voor het meten van de lichtweerkaatsing van verf.
Glaceren
het aanbrengen van een (half) transparante gekleurde laag over een anders gekleurde ondergrond.