Edu Actief - Schonenvaart begrippen

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Algemeen of niet ingedeeld
Datum & Land: 27/01/2014, NL
Woorden: 1437


buurtwinkel
Deze winkel verzorgt de buurt of de wijk met een beperkt assortiment.

B-merken
Deze merken zijn goedkoper en minder bekend dan de A-merken. Er wordt minder ook minder reclame voor gemaakt.

cassatie
De Hoge Raad onderzoekt of een lagere rechter zijn werk goed heeft gedaan. Als dat niet zo is, vernietigt de Hoge Raad het vonnis en moet de lagere rechter de zaak opnieuw in behandeling nemen. Als de lagere rechter geen fouten heeft gemaakt, blijft het vonnis zoals het is.

cash-refundactie
De cash-refundactie of de geld-terugactie is eigenlijk een normale kortingsactie met dit verschil dat je de korting pas na aankoop terugkrijgt. De consument betaalt dus eerst de gewone winkelprijs en krijgt de korting pas later op zijn bankrekening gestort.

carré
Een vierkant presentatiemeubel dat uit vakken bestaat waarin artikelen worden uitgestald.

carpoolen
Mensen die naar dezelfde plek moeten, reizen met elkaar mee in de auto.

cafeïne
Een opwekkend middel dat legaal in de handel verkrijgbaar is. Het zet je aan tot grotere activiteit en zorgt ervoor dat je wakker blijft.

cadeaubon
Een cadeaubon is alleen in te leveren bij aangesloten organisaties.

cadeau-actie
Bij de aanschaf van een bepaald artikel krijg je soms een cadeau aangeboden. Ook bestaat de mogelijkheid om te sparen voor een cadeau.

centrale compositie
Bij een centrale compositie kun je heel duidelijk het centrum van de etalage aanwijzen.

cellofaan
Doorzichtig verpakkingsmateriaal, uit viscose bereid.

chippen
Op de meeste betaalpassen zit een chip die werkt als een elektronische portemonnee. Op een oplaadpunt bij de bank wordt deze chipknip na het intoetsen van de pincode ingevuld. In de winkel kun je nu kleine bedragen gepast betalen, zonder het intoetsen van de pincode.

check-out
Het hele afreken- of kassameubel. Centrale afrekenplaats bij het zelfbedieningssysteem

check-outcontrole
Het controleren van de kassa. Is alles opgeruimd, zijn de rijen niet te lang enzovoort.

cirkeldiagram
Diagram waarmee je de onderverdelingen van totalen kan vergelijken.

classdisplay
De classdisplay kom je vooral tegen in winkels die willen laten zien dat ze veel kwaliteit bieden. Het artikel speelt altijd de hoofdrol.

clubpromotie
Bij clubpromotie stel je de consument in de gelegenheid om lid te worden van een club. Door middel van clubpromotie kan de fabrikant of de detaillist klantgegevens verzamelen.

copyplatform
Een telkens terugkerend thema in de reclame van een bepaald bedrijf.

convocatie
Uitnodiging voor een vergadering. Een goede convocatie bevat de volgende elementen: datum en tijdstip van de vergadering, plaats van de vergadering, de agenda en de stukken.

convenience store
Deze zaak verkoopt voornamelijk voedings- en genotmiddelen, heeft andere openingstijden dan gebruikelijk en mikt op tweeverdieners en zelfstandig werkenden.

convenience goods
Goederen die de consument vaak en routinematig aankoopt en waarvoor men niet bereid is om veel moeite te doen. Bijvoorbeeld de dagelijkse levensmiddelen

convenant verpakkingen II
Hierin zijn afspraken gemaakt over het verpakkingsafval op het niveau van individuele bedrijven, branches en materiaalketens.

controleren
Het toetsen van de werkelijkheid aan de gestelde normen.

controleproces
Het controleproces bestaat uit vier fasen: vrachtbriefcontrole, pakboncontrole, administratieve controle en medewerkerscontrole.

controlefunctie
Het controleren van de kassamedewerker door middel van de display, de controlebon en de dagomzetten ten behoeve van de bedrijfsleiding, de kassamedewerker en de klant.

controle van goederen
Kijken of de aflevering klopt met de bestelling.

controle
Na het lossen van de goederen moet er worden gecontroleerd of de aflevering klopt met de bestelling die bij de leverancier is gedaan.

control
Bij control is er sprake van een systematische beheersing van het controleproces.

contrast
Tegenstelling.

contraplaatsing
Er is sprake van contraplaatsing als de artikelen tegenover elkaar aan weerszijden van het looppad zijn geplaatst.

contant betalen
De klant betaalt het aankoopbedrag direct.

consumptieverwantschap
Artikelen die bij elkaar passen als je kijkt naar het gebruik van het artikel.

consumptieverwant
Artikelen die bij elkaar passen als je kijkt naar het gebruik van het artikel.

consumentenverpakking
De verpakking die om het artikel zit op het moment dat de consument het aanschaft.

consumentisme
Een stroming onder consumenten met als doel het het opkomen voor de belangen van de consument.

consumentenpromotie
Promotie waarbij de fabrikant zich direct richt op de consument.

consumentenprijs
De prijs die de consument voor een product moet betalen.

consumentenorganisaties
Organisaties die opkomen voor de belangen van de consument.

consumentenblad
Blad met informatie voor consumenten.

consumentengedrag
Het gedrag van consumenten bij het verkrijgen, gebruiken en afdanken van producten.

consument
Iedereen die producten aankoopt en gebruikt om zijn behoeften te bevredigen.

consulterend leiderschap
Leiderschapsstijl waarbij de leidinggevende advies vraagt aan zijn medewerkers, maar uiteindelijk zelf beslist.

constitueren
Voorbereidende, creatieve en-of plannende werkzaamheden van een leidinggevende.

consignatie
Consignatie betekent dat de artikelen worden verkocht voor risico van de leverancier. Niet-verkochte artikelen mogen naar de leverancier worden teruggestuurd.

conserveringsmethode
Methode waarmee je voedingsmiddelen langer houdbaar kunt maken.

conservering
Dit zijn alle manieren waarmee je voedingsmiddelen langer houdbaar kunt maken.

conserven
Voedsel, ingemaakt in pot of blik.

conjuncturele werkloosheid
Werkloosheid die te maken heeft met de groei of inkrimping van de economie. Hoe beter het met de economie gaat, hoe minder conjuncturele werkloosheid er is.

congresopstelling
Bij deze vergaderopstelling zit het bestuur achter een tafel en de congresleden op stoeltjes of bankjes.

congestie
Verstopping van de snelwegen (files).

conflicthantering
De manier waarop je met een conflict omgaat.

conflict
Een verschil van mening tussen mensen.

confessionalisme
Partijen die hun ideeën baseren op een geloof noemen we confessionele partijen.

conditiecontrole
Naar aanleiding van de praktische controle kijk je of de totale levering in overeenstemming is met de afgesproken leveringscondities.

condensed
Lettervariatie waarbij de letters in elkaar zijn gedrukt.

concurrerend artikel
Een artikel dat een ander artikel kan vervangen.

concurrentiebeding
Een concurrentiebeding beperkt de werknemer in zijn bevoegdheid om na het einde van het dienstverband bij bedrijven in bijvoorbeeld dezelfde branche of regio werkzaam te zijn.

computerkassa
Een computerkassa verwerkt de aanslagen via codes. Elk artikel krijgt zijn eigen artikelcode, waardoor de computer het artikel herkent en foutloos registreert.

composteren
Afvalstoffen worden door versnelde gisting en verkleining omgezet in bruikbare meststof.

compositie
De manier waarop je de onderdelen van een presentatie ordent.

complementaire artikelen
Een artikel dat een aanvulling vormt op een ander artikel.

communicatieschema
Voor alle vormen van promotie geldt hetzelfde communicatieschema.

communicatiestoornis
Ook wel: ruis. De ontvanger begrijpt niet wat de zender bedoelt.

communicatieproces
Het proces waarbij informatie van een zender naar een ontvanger gaat.

communicatiemix
Dit is de manier waarop een organisatie bijvoorbeeld een winkel, zich met haar communicatie richt op een doelgroep. De communicatiemix geeft antwoord op de vraag hoe (lang) en met welke middelen men zich tot de consument richt. Bijvoorbeeld door tien zaterdagen lang reclame te maken met een advertentie reclame te maken voor een product in een tijdschrift.

communicatiegedrag
De manier waarop consumenten informatie krijgen, verwerken en eventueel weer aan anderen doorgeven met betrekking tot de aanschaf van een product.

communicatie
De overdracht van informatie tussen personen en organisaties.

Commissaris van de Koningin
De voorzitter van de provinciale staten.

commerciële prognose
Omzetprognose gebaseerd op kansberekening van toekomstige commerciële activiteiten.

commerciële presentatie
Het zichtbaar maken van je winkelformule en je artikelen aan mogelijk consumenten.

commerciële omroepen
Voorbeelden van commerciële omroepen zijn: RTL4, RTL5, Yorin, Net 5 en SBS6.

commerciële functie
Verkopen en het maken van winst zijn de kern van de commerciële functie van een bedrijf.

combinatiewinkel
In een combinatiewinkel vind je ondernemingen met aanverwante branches in een gezamenlijke winkelruimte.

combinatiedisplay
Ontstaat door artikelen bij elkaar te presenteren die iets met elkaar te maken hebben.

colportage
Bij colportage vindt de verkoop aan de deur plaats.

collovulling
Het aanvullen van een schap met een hele verpakkingseenheid (bijvoorbeeld een doos) tegelijk.

collo
Een verpakkingseenheid.

cocaïne
Een stimulerende drug, waar je opgewekt en vrolijk van wordt. Als het uitgewerkt is kun je je slap en vermoeid voelen. Cocaïne pleegt een aanslag op je lichamelijke reserves.

couponactie
Een klant kan tegen inlevering van een waardebon van een bepaalde aanbieding gebruikmaken.

criminele derving
Diefstal, fraude of vandalisme.

criminaliteitsbestrijding
Het tegengaan van criminaliteit.

criminaliteit
Strafbaar gesteld gedrag.

creditcards
Plastic betaalpasje, uitgegeven door een card-organisatie, voor het kopen op krediet.

cursief
Lettervariatie: schuingedrukt.

curriculum vitae
Levensloopbeschrijving. Hierin beschrijf je je opleiding, je werkervaring enzovoort. Het curriculum vitae hoort bij een sollicitatiebrief.

cultuur
Het totaal van aangeleerde en van generatie op generatie overgedragen gedragingen en gewoonten binnen een maatschappij. Hier valt heel veel onder. Van eet- en kleedgewoonten, tot normen en waarden en geloof.

culturele kenmerken
Alle eigenschappen en gedragingen die voortkomen uit de cultuur van mensen.

CWI
Centrum voor Werk en Inkomen. Een instantie die helpt bij het zoeken naar een baan en bij het aanvragen van een uitkering. In het CWI zijn zowel arbeidsbemiddelaars als uitkerende instanties ondergebracht. Een non-profitorganisatie die vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zo goed mogelijk op elkaar afstemt. Werkzoekenden kunnen er terecht, evenals werkgevers die op zoek zijn naar medewerkers ook.

cyclus
Bij sommige artikelen en artikelsoorten herken je in de loop der jaren een steeds terugkerend patroon (cyclus) in de afzet.

C-merken
Deze merken zijn minder bekend dan B-merken. Er wordt minder reclame voor gemaakt en ze zijn vaak goedkoper. Veel winkelmerken behoren tot deze groep.

C-locatie
Het industrieterrein.

detailhandel
Kleinhandel (gericht op het verkopen van artikelen aan consumenten).

desinfecteermiddelen
Reinigingsmiddelen die bacteriën doden.

dervingpreventie
Het voorkomen van derving door maatregelen te nemen voor de winkelinrichting, het personeel, bedrijfsregels en de goederenstroom.

dervingbestijdingsplan
Dit is een plan waarin je specifiek aangeeft op welke manier je derving wilt bestrijden. Het plan bestaat uit de doelstelling, de te nemen maatregelen en de toe te passen middelen, de termijn waarbinnen de preventie merkbaar is, de controlemogelijkheid en de resultaatmeting.

dervingcijfer
Een getal, waarde of percentage dat de hoeveelheid derving aangeeft.

dervinglijst
Op deze lijst wordt wekelijks het totale afboekingsbedrag van het verlies door derving genoteerd.

dervingpercentage
Dervingpercentage=
totale derving
-------------------- x 100%
kassaomzet

derving
Als artikelen niet kunnen worden verkocht en de winkelier dus geld verliest, dan noemen we dat derving. Het is het verschil tussen de administratieve en werkelijke voorraad en het ontstaat door bijvoorbeeld veroudering, beschadiging of bederf.

demotivatoren
Ook wel: dissatisfiers of hygiënefactoren. Bijvoorbeeld het salaris of de arbeidsomstandigheden. Als deze factoren niet goed geregeld zijn, zullen de medewerkers minder hard gaan werken.