het weekend zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'wikɛnt ] Afbreekpatroon: week·end Verbuigingen: weekends, weekenden (meerv.) de laatste twee dagen van de week, waarop veel mensen niet werken Voorbeelden: 'Ik ga een weekendje kamperen.' , 'In het weekend kom ik niet voor twaalf uur uit mijn bed.' Synoniem: weekeinde Synoniemen: weekeinde 6 definit... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/weekend
1) Deel van de week 2) Deel van een week 3) Eind van de week 4) Einde van de week 5) Naweek 6) Periode 7) Tijdsperiode 8) Vrouwenblad 9) Weekblad 10) Weekeinde 11) Zaterdag en zondag Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Weekend/1
Bij pakketreis met auto men rekent in nachten te beginnen met de nacht van de dag van aankomst op de bestemming, éénweekse reis is 7, tweeweekse reis is 14, drieweekse reis is 21 nachten. Bij forfaitaire treinreis bij een rit zonder overnachting is het zoals bij een chartervlucht. Het minimaal verplichte aantal nachten in de verblijfsaccommodatie... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10965
Van vrijdag (veelal na 15.00 uur) tot maandag (veelal uiterlijk 12.00 uur) in tegenstelling tot midweek. In de luchtvaart code W voor weekendvlucht Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10965