toeteren werkw. Uitspraak: [ ˈtutərə(n) ] Afbreekpatroon: toe·te·ren Vervoegingen: toeterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft getoeterd (volt.deelw.) geluid maken met een toeter Voorbeeld: 'De auto toeterde.' Synoniemen: claxonneren pepperen schetteren tetteren tuiten 3 definities...
1) Blazen 2) Claxonneren 3) In de auto een signaal geven 4) Lawaai maken 5) Schetteren 6) Tetteren 7) Toeten 8) Trompen 9) Tuiten 10) Uitvaren 1) Claxonneren 2) Schetteren 3) Trompen 
geluid maken met een toeter of claxon vb: hij toeterde vrolijk, toen hij wegreed
claxonneren; op een toeter blazen