timmeren werkw. Uitspraak: [ ˈtɪmərə(n) ] Afbreekpatroon: tim·me·ren Vervoegingen: timmerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft getimmerd (volt.deelw.) van hout maken (met hamer en spijkers) Voorbeeld: 'een schutting timmeren' iemand in elkaar timmeren (iemand in elkaar slaan) Synoniemen: hameren hard slaan hengsten klinken meppen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/timmeren
De kunst van het bouwen in hout, vooral van gebouwen en andere constructies, zoals het installeren van vloeren, vensters en ander lijstwerk. Voor het maken van schrijnwerk en ingewikkeld houtwerk wordt `kastenmaken` gebruikt. Als algemenere aanduiding voor werken in hout wordt `houtwerk` gebruikt. Categorie: Procédés en Technieken ... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491