de stoelgang zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'stulxɑŋ ] Afbreekpatroon: stoel·gang het regelmatig lozen van poep Voorbeelden: 'een slechte stoelgang hebben' , 'je stoelgang verbeteren door goede voeding' Synoniemen: defecatie ontlasting 5 definities...
1) Achtergang 2) Afgang 3) Defecatie 4) Dejectie 5) Lichaamswerking 6) Medische term 7) Ontlasting 1) Afgang 2) Defecatie 3) Dejectie 4) Ontlasting 5) Sedes 
ontlasting (toon de herkomst via de etymologiebank)
het naar de WC gaan vb: ik heb een regelmatige stoelgang
•het proces van zich op gezette tijden ontlasten van fecaliën. •medische term voor de menselijke uitwerpselen zelf.
ontlasting
De stoelgang varieert van persoon tot persoon. Het `normale` aantal keren ontlasting (= defecatie) loopt uiteen van 3 x per dag tot 3 x per week. - Van een verstoorde stoelgang wordt gesproken als de ontlastingsfrequentie verandert en men daar last van heeft. - Factoren die een normale stoelgang kunnen bevorderen zijn o.a.: , voldoende beweging , v...