Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
Jaarwoordgenerator
Vul hier een jaartal in (vanaf 1800) en ontdek welke woorden er in dat jaar aan het Nederlands werden toegevoegd.
|
stoelgang - (ontlasting)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenstoelgang* [ontlasting] {stoilgang 1477} van stoel [stoel voor het doen van natuurlijke behoeften] + gaan, wel van ten stoele gaen. P.H. Schröder (1980), Van Aalmoes tot Zwijntjesjager, Baarnstoelgang De eigenlijke en nog steeds meest gebruikelijke betekenis van het woord stoel is: zetel voor één persoon. Er is verwantschap met Grieks stèlè: zuil en met het werkwoord staan, omdat het ding staat. Men gebruikt het woord ook voor de van een zetel voorziene verhoging en dus voor: kansel, preekstoel, katheder. Op het platteland zei (zegt?) men: dominee is opstoel voor: de dienst is begonnen. Ook als zetel van gezag bezigt men het woord: de pauselijke stoel is daarvan een voorbeeld. In stoelgang is stoel de verplaatsbare zetel, het stilletje en het woord betekent: afgang, ontlasting. In Dodonaeus’ beroemde Cruydboeck leest men: Drooge vijgen tergen den buyc en verwecken tot stoelgang. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagstoelgang znw. Een reeds Teuth, (westmnl. wel al ten stoele gaen) mhd., mnd. voorkomend euphemisme. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2007), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Supplement, Stellenboschstoelgang s.nw. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamstoelgang* ontlasting 1477 [Teuth.] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |