statten werkw. Uitspraak: [ stɑtə(n) ] Afbreekpatroon: stat·ten Vervoegingen: statte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gestat (volt.deelw.)
de stad ingaan om te winkelen Voorbeelden: 'in je lunchpauze even gaan statten' , 'met je vriendin naar Amsterdam gaan om te statten' 1 definitie...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/statten
1) Funshoppen 2) Winkelen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Statten/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.