statten

werkw.
Uitspraak:  [stɑtə(n)]
Afbreekpatroon:  stat·ten
Vervoegingen:  statte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gestat (volt.deelw.)

de stad ingaan om te winkelen
Voorbeelden:  `in je lunchpauze even gaan statten`,
`met je vriendin naar Amsterdam gaan om te statten`

© Kernerman Dictionaries.

1 definitie op Encyclo
  • 1) Funshoppen 2) Winkelen
  • Toon uitgebreidere definities

    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Wat is de verleden tijd van statten?
    De verleden tijd van statten is 'statte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gestat'.
    Wat betekent statten?
    'de stad ingaan om te winkelen'
    Hoe spel je statten?
    statten spel je S T A T T E N

    Op andere websites
    Zoek statten op Woordenlijst.org
    Zoek statten op Google
    Zoek statten op Wikipedia