het ornaat zelfst.naamw. Uitspraak: [ ɔr'nat ] Afbreekpatroon: or·naat in vol ornaat (in officiële kleding die bij je rol of je functie past) 'De bisschop staat in vol ornaat naast de burgemeester.' Synoniemen: ambtsgewaad ambtskleden ambtskleed robe toga 6 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ornaat
Let op: Spelling van 1858 ambtskleeding, priesterlijk tooisel, opschik. Het kerk-ornaat is het behangen van den altaar en kansel Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Liturgische kleding van de geestelijkheid bij grote of feestelijke kerkelijke plechtigheden. In vol ornaat gekleed gaat een bisschop, wanneer hij naast de voor de priester gebruikelijke kleding, de bisschoppelijke gewaden en kentekenen, zoals mijter en staf, draagt. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10695