opbreken werkw. Uitspraak: [ ˈɔbrekə(n) ] Afbreekpatroon: op·bre·ken Vervoegingen: brak op (verl.tijd enkelv.)
1) Vervoegingen: is opgebroken (volt.deelw.) Dit zal haar nog lelijk opbreken. (hier zal ze nog nadelige gevolgen van ondervinden)
2) (tijdelijk) uit elkaar halen Vervoegingen: heeft opgebroken (volt.d...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/opbreken
1) Afbreken 2) Bezuren 3) Gaan 4) Heengaan 5) Losbreken 6) Ontgelden 7) Openbreken 8) Opstappen 9) Verhuizen 10) Verplaatsen 11) Vertrekken 12) Weggaan
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opbreken/1
1) Afbreken 2) Beëindigen 3) Bezuren 4) Eindigen 5) Gaan 6) Heengaan 7) Opnemen 8) Opstappen 9) Slecht bekomen 10) Uit elkaar nemen en verplaatsen 11) Verhuizen 12) Vertrekken 13) Vluchten 14) Weggaan
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opbreken/1
[
Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Opbreken``] Een beleg O., het niet verder voortzetten. Aanleidingen daartoe zijn dat men de nutteloosheid daarvan inziet of begrijpt dat het verder voortzetten daarvan te veel zoude kosten, dat het invallen van ongunstig weder het vervolgen der belegeringswerkzaamaeden onmogelijk maakt, eindelijk, dat e...
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0016.htm
Tijdens de drukgang met het drukken van een bepaalde vorm ophouden, die uit de pers nemen en loszetten, en een andere vorm in de pers leggen/hangen, waar bijvoorbeeld meer haast mee is.
Gevonden op
https://www.de-proefpers.nl/graf/w/opb02.html
1> een samenstel splitsen in twee kleinere samenstellen. 2> ruimte in het ruim maken, door de lading de verzetten. Verouderde term, mogelijk in de binnenvaart minder gebruikelijk. Bron o.a.: Historische woordenboeken op gtb.ivdnt.org. 3> met een kleine handspaak, een opbreker, de slagen rond een windas, kaapstander of verhaalkop verschuiven. Veroud...
Gevonden op
https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=o
Na een dekking weer opnieuw in oestrus komen, b.v. bij runderen en paarden..
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10765
Spreekwoorden: (1914)
Dat zal hem zuur (of bitter) opbrekend.w.z. daar zal hij onaangename gevolgen van ondervinden; daar zal hij voor moeten boeten; eig. gezegd van spijzen, die uit de maag weer in de keel opstijgen en dan een zuren, onaangenamen smaak hebben; hem dus slecht bekomen2). Zie Sartorius I, 5, 50: t Sal u in...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.