de onwetendheid zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ɔn'wetənthɛit ] Afbreekpatroon: on·we·tend·heid het niet weten van of bekend zijn met iets Voorbeelden: 'Angst komt vaak voort uit onwetendheid.' , 'De meeste dt-fouten komen niet door onwetendheid, maar door slordigheid.' Synoniemen: onbekendheid onbenulligheid onkun onkunde onkundighei... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/onwetendheid