ontstemmen werkw. Afbreekpatroon: ont·stem·men Verbuigingen: ontstemde Vervoegingen: ontstemd (volt.deelw.) 1) in een slecht humeur brengen Voorbeeld: 'Hij werd enigszins ontstemd door al dat gezeur.' 2) van stemming geraken Voorbeeld: 'Die luit ontstemt gemakkelijk bij temperatuurswisselingen.' . Synoniemen: prikk... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ontstemmen