vriezen werkw. Uitspraak: [ 'vrizə(n) ] Afbreekpatroon: vrie·zen Vervoegingen: vroor (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gevroren (volt.deelw.) kouder dan nul graden zijn, waardoor water ijs wordt Voorbeelden: 'Het heeft gevroren vannacht.' , 'bevriezen' Het kan vriezen of/en dooien. (<dit zeg je over iets waarvan je helemaal niet ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vriezen
de temperatuur is lager dan nul graden vb: het heeft vannacht 10 graden gevroren het vriest dat het kraakt [het vriest heel hard] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=vriezen
vroeger: het tot ijs stollen van water. Mogelijk afkomstig van 'ver iesen'. Het ging dus bij deze term niet om de temperatuur, daar hadden de meesten vroeger immers geen actuele kennis over, maar om het stollingsproces. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=vol
Als bereiding bij parfais, ter conservering van consumptie- ijs. http://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10912