confronteren werkw. Afbreekpatroon: con·fron·te·ren Verbuigingen: confronteerde Vervoegingen: geconfronteerd (volt.deelw.) confronterenmet: iemand laten zien wat diegene heeft gedaan (en wat diegene liever niet zou willen weten) Voorbeeld: 'Ik confronteerde hem met zijn fouten die hij heeft begaan.' . Synoniemen: onder ogen zien oog in o... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/confronteren