1.hersenen, hoofd Voorbeeld: ‘In zijn bovenkamer, onder zijn versleten muts, zitten echter nog geweldiger dingen verborgen, waarvan men later horen zal’ 2.uitdr.: Voorbeeld: ‘in zijn bovenkamer wonen’: hovaardig zijn (WNT) Voorbeeld: ‘O, plezierig volk, leutig maar prompt, kostelijke kermispeerden! (...); maar ze zijn wa... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Spreekwoorden: (1914) Bovenkamer. Dit woord wordt figuurlijk gebezigd voor hersenen, hoofd in de schertsende uitdrukkingen: het scheelt hem in zijne bovenkamer (vgl. Schuerm. 177 b) naast hij heeft het in zijn bovenkwartier (Teirl. 205); het in zijn bovenkamer hebben of krijgen, trotsch zijn of worden (Waasch Idiot. 141 a... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778