De achtste etappe was een etappe voor de aanvallers. De etappe bevatte vijf geklasseerde beklimmingen: vier van de tweede categorie en een van de eerste categorie.
Vanaf het begin van de etappe waren er diverse ontsnappingspogingen. Jens Voigt ontsnapte uit de eerste ontsnappingsgroep, en bleef vooruit terwijl achter hem diverse kopgroepen werden gevormd en teruggepakt. Pas bij de afdaling van de tweede beklimming werd hij door een groep teruggepakt, maar ging samen met Steven Kruijswijk opnieuw in de aanval. Nog voor de top van de Côte de Maison-Rouge worden ze toch weer teruggepakt door een grote groep (ca. 20 man) aanvallers.
In de volgende klim sloten Kevin De Weert en Steven Kruijswijk bij Roy en Kessiakoff aan, gevolgd door nog andere delen van de kopgroep. Kessiakoff ging alleen als eerste over de top van deze Côte de Saulcy gevolgd door een kopgroep van 8 man, met het peloton op ruim 3 minuten achterstand. In de daling bleef Kessiakoff vooruit, maar kwam het grootste deel van de verdere kopgroep weer bij elkaar. In de klim naar de Côte de la Caquerelle viel de groep weer uit elkaar, waarbij uiteindelijk Thibaut Pinot en Tony Gallopin overbleven.
In de laatste klim liet Pinot Gallopin achter, haalde Kessiakoff in en reed solo naar de top. Het peloton werd door Jelle Vanendert snel uitgedund, waarna Jurgen Van den Broeck aanviel, en een groep favorieten van slechts 9 man (met onder anderen Bradley Wiggins, Denis Mensjov, Haimar Zubeldia, Chris Froome en Vincenzo Nibali) overbleef. De groep met favorieten won gedurende de afdaling nog veel tijd op Pinot, waarbij Gallopin en Kessiakoff werden bijgehaald. Vanden Broeck ging nog in de aanval, en kreeg Evans mee, maar Pinot hield aan het eind nog 26 seconden over op de groep, waarvan Evans de sprint won.