Naar inhoud springen

Graham Hill

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Graham Hill
Graham Hill in 1968
Graham Hill in 1968
Algemene informatie
Nationaliteit Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk
Geboren 15 februari 1929
Hampstead, Londen
Overleden 29 november 1975
Handtekening Handtekening
Formule 1-carrière
Jaren actief 1958 - 1975
Teams Lotus, BRM, Brabham, Hill
Races 179 (176 gestart)
Kampioen­schappen 2 (1962, 1968)
Overwinningen 14
Podiums 36
Polepositions 13
Snelste rondes 10
Punten 270 (289)
Eerste race Monaco 1958
Eerste overwinning Nederland 1962
Laatste overwinning Monaco 1969
Laatste race Monaco 1975
Portaal  Portaalicoon   Autosport
Hill actief voor Lotus in 1969
Hill in een Brabham tijdens de Race of Champions in 1971

Norman Graham Hill (Hampstead, 15 februari 1929 - Arkley, 29 november 1975) was een Britse autocoureur, voornamelijk bekend door zijn activiteiten in de Formule 1, waarin hij twee keer wereldkampioen werd en vijfmaal de Grand Prix van Monaco won, wat hem de bijnaam 'Mister Monaco' opleverde.[1][2][3]

Graham Hill is daarnaast de enige die de zogenaamde "Triple Crown" in het racen wist te winnen:

Hill was tevens succesvol in:

Hill is de vader van voormalig Formule 1-coureur Damon Hill, die in 1996 wereldkampioen werd met Williams-Renault.

Na te hebben gediend in de Royal Navy, keerde Graham Hill terug als techneut bij Smiths Instruments. Op pas 24-jarige leeftijd had Hill zijn rijbewijs. Hij was voorheen geïnteresseerd in motorfietsen, maar nadat hij in 1954 via een reclamespot van de Universal Motor Racing Club een aantal rondes reed in een Cooper 500 Formule 3 auto op Brands Hatch, richtte hij zich compleet op de autosport. Hij kwam in eerste instantie als monteur terecht bij Team Lotus, maar praatte zich geleidelijk aan om achter het stuur plaats te nemen. De stap van Lotus naar de Formule 1 zorgde ervoor dat Hill zijn debuut maakte in het kampioenschap tijdens de Grand Prix van Monaco in 1958. Hills eerste periode met Lotus was niet succesvol, waar het team doorgaans met de betrouwbaarheid van het materiaal vocht. Deze frustratie deed Hill beslissen om in 1960 de overstap te maken naar het team van BRM.

Uitkomend voor Owen Racing Organisation behaalde Hill zijn eerste podiumplaats, eindigend als derde, in de Grand Prix van Nederland in 1960. Het langverwacht succes kwam uiteindelijk in het seizoen 1962, toen hij vier Grands Prix op zijn naam schreef, en voor het eerst de wereldtitel met een grote marge op landgenoot Jim Clark (actief voor Lotus) kon vieren. Zijn resterende jaren bij BRM waren niet van hetzelfde kaliber succes. Echter, Hill wist zich wel drie jaar achtereenvolgens te klasseren op de tweede positie in het kampioenschap. In deze zelfde periode wist hij ook zijn succesvolle relatie met de Grand Prix van Monaco te starten; hij won de race tussen 1963 en 1969 vijf keer (een record dat later werd verbeterd door Ayrton Senna). Buiten de Formule 1 om, won hij in 1966 tevens de Indianapolis 500, achter het stuur van een Lola-Ford.

Hill maakte voor het seizoen 1967 een terugkeer bij Lotus, het team dat met Jim Clark inmiddels al grote successen had behaald. Hill werd een belangrijke schakel in de ontwikkeling van de Lotus 49 met de nieuwe Cosworth-V8 motoren. Na de tragische dood van teamgenoten Clark en Mike Spence, nam Hill het team van Lotus in 1968 op sleeptouw. Hij werd met drie overwinningen en nog eens twee andere podiumplaatsen, voor de tweede keer in zijn carrière wereldkampioen. Ondanks dit succes hadden de Lotus auto's ook de reputatie onveilig te zijn, onder andere door de opkomst van aerodynamische onderdelen, die vergelijkbare ongelukken veroorzaakte bij Hill en collega-rijder Jochen Rindt tijdens de Grand Prix van Spanje in 1969. Opnieuw een zwaar ongeluk tijdens de Grand Prix van de Verenigde Staten op Watkins Glen International later dat jaar, zag Hill allebei zijn benen breken. Hill maakte een voorspoedige revalidatie mee, maar zou niet meer een terugkeer maken bij de officiële Lotus inschrijving van Colin Chapman. Daarentegen kreeg hij in het seizoen 1970 een plaats binnen het team van Rob Walker, die Hill nog de gelegenheid gaf om aan races deel te nemen in een splinternieuwe Lotus 72. Verder dan enkele finishes binnen de punten kwam het echter niet.

Hill kwam in 1971 terecht bij Brabham; het team waarmee hij zijn laatste Formule 1 race zou winnen tijdens de International Trophy op het circuit van Silverstone, weliswaar een ronde die buiten het kampioenschap viel. Het team ontbrak het na het vertrek van Jack Brabham echter aan organisatie, en Hill voelde zich nooit op zijn plaats binnen het team. Twee onvruchtbare jaren deed hem vervolgens besluiten een eigen team op te richten. Het team maakte in haar eerste twee seizoenen gebruik van chassis van Shadow en Lola, en Hill fungeerde hierin zowel in de rol van teamleider als eerste coureur. Vanaf het seizoen 1975 ging het team over naar een eigen ontworpen en gebouwd chassis. Na zich niet te hebben gekwalificeerd voor de dat jaar verreden Grand Prix van Monaco, besloot Hill voorgoed te stoppen met rijden, en daarinplaats zich volledig te richten op het beheren van het team.

Hills record van 176 gestarte Grands Prix bleef ruim een decennium staan, toen het uiteindelijk werd geëvenaard door Jacques Laffite.

Ondanks zijn concentratie op de Formule 1, heeft Hill gedurende diezelfde periode ook uitstappen gemaakt naar andere disciplines. Hij nam meerdere malen deel aan de 24 uur van Le Mans (waaronder twee participaties in een Rover-BRM met een gasturbine). Toen zijn activiteiten in de Formule 1 minder werden, werd Hill onderdeel van het Matra fabrieksteam, waarmee hij in 1972 samen met Henri Pescarolo de beroemde race won. Dit deed ervoor zorgen dat Hill de eerste (en vooralsnog enige) rijder werd die de "Triple Crown" in motorsport wist te behalen, nadat hij al eerder de Grand Prix van Monaco en de Indianapolis 500 won.

Op 29 november 1975, tijdens een terugkeer per vliegtuig van het Paul Ricard-circuit in Frankrijk, waar Hill met zijn team testwerk had uitgevoerd, verongelukte het Piper Aztec-toestel dat hij zelf bestuurde, nadat hij had geprobeerd om in mistige omstandigheden te landen nabij de golfbaan in Arkley vlak bij Londen. Hierbij kwamen Hill en nog vijf andere leden van het Embassy Hill team, onder wie de veelbelovende jonge coureur Tony Brise, om het leven. Toen bleek dat Hill niet verzekerd was, werd zijn vrouw aansprakelijk gesteld door de erfgenamen van de andere slachtoffers. Hills nalatenschap ging vrijwel geheel op aan kosten en regelingen.

Complete resultaten in de Formule 1

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Races vetgedrukt betekent pole positie, races cursief betekent snelste ronde.
Seizoen Inschrijving Chassis Motor 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Pos Punten
1958 Team Lotus Lotus 12 Climax L4 ARG MON
NF
NED
NF
500 - 0
Lotus 16 BEL
NF
FRA
NF
GBR
NF
GER*
NF
POR
NF
ITA
6
MAR
16
1959 Team Lotus Lotus 16 Climax L4 MON
NF
500 NED
7
FRA
NF
GBR
9
GER
NF
POR
NF
ITA
NF
USA - 0
1960 Owen Racing Organisation BRM P25 BRM L4 ARG
NF
15 4
BRM P48 MON
7
500 NED
3
BEL
NF
FRA
NF
GBR
NF
POR
NF
ITA
NF
USA
1961 Owen Racing Organisation BRM P48/57 Climax L4 MON
NF
NED
8
BEL
NF
FRA
6
GBR
9
GER
NF
ITA
NF
USA
5
16 3
1962 Owen Racing Organisation BRM P57 BRM V8 NED
1
MON
6
BEL
2
FRA
9
GBR
4
GER
1
ITA
1
USA
2
RSA
1
1 42
1963 Owen Racing Organisation BRM P57 BRM V8 MON
1
BEL
NF
NED
NF
GBR
3
GER
NF
USA
1
MEX
4
RSA
3
2 29
BRM P61 FRA
3
ITA
16
1964 Owen Racing Organisation BRM P261 BRM V8 MON
1
NED
4
BEL
5
FRA
2
GBR
2
GER
2
AUT
NF
ITA
NF
USA
1
MEX
11
2 39
1965 Owen Racing Organisation BRM P261 BRM V8 RSA
3
MON
1
BEL
5
FRA
5
GBR
2
NED
4
GER
2
ITA
2
USA
1
MEX
NF
2 40
1966 Owen Racing Organisation BRM P261 BRM V8 MON
3
BEL
NF
FRA
NF
GBR
3
NED
2
GER
4
5 17
BRM P83 BRM H16 ITA
NF
USA
NF
MEX
NF
1967 Team Lotus Lotus 43 BRM H16 RSA
NF
7 15
Lotus 33 BRM V8 MON
2
Lotus 49 Ford V8 NED
NF
BEL
NF
FRA
NF
GBR
NF
GER
NF
CAN
4
ITA
NF
USA
2
MEX
NF
1968 Team Lotus Lotus 49 Ford V8 RSA
2
1 48
Gold Leaf Team Lotus ESP
1
Lotus 49B MON
1
BEL
NF
NED
9
FRA
NF
GBR
NF
GER
2
ITA
NF
CAN
4
USA
2
MEX
1
1969 Gold Leaf Team Lotus Lotus 49B Ford V8 RSA
2
ESP
NF
MON
1
NED
7
FRA
6
GBR
7
GER
4
ITA
9
CAN
NF
USA
NF
7 19
1970 Rob Walker Racing Team Lotus 49C Ford V8 RSA
6
ESP
4
13 7
Brooke Bond Oxo Racing - Rob Walker MON
5
BEL
NF
NED
NC
FRA
10
GBR
6
GER
NF
AUT
Lotus 72C ITA
DNS
CAN
NC
USA
NF
MEX
NF
1971 Motor Racing Developments Brabham BT33 Ford V8 RSA
9
21 2
Brabham BT34 ESP
NF
MON
NF
NED
10
FRA
NF
GBR
NF
GER
9
AUT
5
ITA
NF
CAN
NF
USA
7
1972 Motor Racing Developments Brabham BT33 Ford V8 ARG
NF
RSA
6
15 4
Brabham BT37 ESP
10
MON
12
BEL
NF
FRA
10
GBR
NF
GER
6
AUT
NF
ITA
5
CAN
8
USA
11
1973 Embassy Hill Shadow DN1 Ford V8 ARG BRA RSA ESP
NF
BEL
9
MON
NF
SWE
NF
FRA
10
GBR
NF
NED
NC
GER
13
AUT
NF
ITA
14
CAN
16
USA
13
- 0
1974 Embassy Racing with Graham Hill Lola T370 Ford V8 ARG
NF
BRA
11
RSA
12
ESP
NF
BEL
8
MON
7
SWE
6
NED
NF
FRA
13
GBR
13
GER
9
AUT
12
ITA
8
CAN
14
USA
8
18 1
1975 Embassy Racing with Graham Hill Lola T371 Ford V8 ARG
10
BRA
12
RSA
DNQ
ESP - 0
Hill GH1 MON
DNQ
BEL SWE NED FRA GBR GER AUT ITA USA
  • Notitie: Hill nam deel aan de Grand Prix van Duitsland 1958 in een Formule 2 chassis.
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Graham Hill op Wikimedia Commons.
Voorganger:
1967
Denny Hulme
Wereldkampioen Formule 1
1968
Opvolger:
1969
Jackie Stewart
Voorganger:
1961
Phil Hill
1962 Opvolger:
1963
Jim Clark