Van deze etappe werd verwacht dat het een overgangsrit zou worden, die de mindere goden nog een kans gaf een zege mee te pakken.
Nochtans duurde het zestig kilometer voor tien renners uit het peloton weg raakten:
Thor Hushovd, Edvald Boasson Hagen, Ryder Hesjedal, Tony Martin, Michail Ignatiev, Alan Pérez, Jérémy Roy, Marco Marcato, Dries Devenyns, Andrij Hryvko. Ze kregen maximaal zes minuten. Ignatiev ging ervandoor op de Col de Manse. Dries Devenyns reageerde, maar kon het gat niet dichtrijden. Hesjedal lukt daar wel in en liet Ignatiev achter. In een snelle afdaling haalden de Noren Hushovd en Boasson Hagen Hesjedal bij. Aan de finish klopte Thor Hushovd Boasson Hagen en Hesjedal gemakkelijk en haalde zijn tweede etappezege in deze Tour.
De grote verrassing speelde zich af in de kop van het peloton: Alberto Contador haalde verrassend uit. Dankzij Fabian Cancellara kwam alles weer even samen. Maar bij de derde poging van Contador konden enkel Cadel Evans en Samuel Sánchez nog mee. In de afdaling konden de drie hun voorsprong vergroten op de andere favorieten. Evans liep nog enkele seconden uit op zijn twee medevluchters. Verliezer van de dag werd Andy Schleck die de afdaling slecht verteerde en meer dan een minuut verloor op de Australiër.