Eind juni schreef ik in een blogbericht dat we dit jaar zeer weinig pruimen hebben gehad en dat ik dacht dat dit door de droogte kwam.
Bij nader inzien hebben we de pruimenbomen waarschijnlijk tè intensief gesnoeid dit jaar, waardoor ze weinig vrucht hebben gegeven.
Hoe anders is het met de peren!
Vorig jaar hadden we er ook al zoveel en toen heb ik een keertje stoofpeertjes klaar gemaakt, maar wij zijn er geen grote liefhebbers van.
Ik kan ze altijd aan de weg zetten en dan raak ik ze gemakkelijk kwijt, maar dit jaar wilde ik proberen om er perenmoes van te maken.
De peren zijn best heel hard, dus het schillen en doorsnijden kost wel even moeite.
De stukjes fruit besprenkel ik met citroensap.
Er gaat standaard een kaneelstokje bij en een klein laagje water.Het bevalt me goed om de peren in de slow cooker te laten garen.
Af en toe ga ik kijken en roer ik even.
Als ze rood gaan kleuren zijn ze goed.
Soms doe ik er ook één of twee appels bij.
Je kunt ook nog een vanillestokje toevoegen.
Intussen kook ik de glazen potjes uit en laat ik alles uitlekken op een schone theedoek.
Intussen proef ik een paar keer om te kijken wat er nog extra bij kan.
Iedere keer valt de smaak weer anders uit, en soms weet ik niet hoe dat komt.
Daarna gaat de staafmixer erin en wordt het een gladde moes.
En dan komt het leukste van alles;
de potjes worden één voor één gevuld, het dekseltje gaat erop en ze gaan op de kop afkoelen, zodat ze vacuüm zuigen.
En voorlopig kan ik elke dag wel een pan perenmoes klaar maken; er is nog genoeg!