splijten

werkw.
Uitspraak:  [ˈsplɛitə(n)]
Afbreekpatroon:  splij·ten
Vervoegingen:  spleet (verl.tijd enkelv.)

1) in langwerpige stukken uit elkaar vallen
Vervoegingen:  is gespleten (volt.deelw.)
Voorbeeld:  `Het hout is gespleten.`

2) (iets) in stukken breken
Vervoegingen:  heeft gespleten (volt.deelw.)
Voorbeeld:  `een machine om hout voor de open haard te splijten`

© Kernerman Dictionaries.

Synoniemen
afschillen   aftrekken   barsten   klieven   kloven   slijten   splitsen   uiteensplijten   

4 definities op Encyclo
  • • [ov] langs een nerf in tweeën breken. • [erga] het proces van in twee delen breken langs een nerf. (+audio)
  • met iets scherps in stukken slaan vb: hij splijt het houtblok met een bijl in de lengte in stukken breken vb: de plank splijt als je er een spijker in slaan
  • 1) Doen barsten
  • kloven Jaar van herkomst: 1240 (Bern. )
  • Toon uitgebreidere definities

    Deze woorden beginnen met splijten:
    splijtend

    Deze woorden eindigen op splijten:
    afsplijtenuiteensplijtenopensplijten

    Herkomst volgens etymologiebank.nl
    splijten ( doen barsten)

    Taaladvies
    Schrijf je splijten met ei of ij? Zie splijten / spleiten

    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Wat betekent splijten?
    'in langwerpige stukken uit elkaar vallen' en '(iets) in stukken breken'
    Hoe spel je splijten?
    splijten spel je S P L I J T E N
    Wat is een ander woord voor splijten?
    Andere woorden voor splijten zijn afschillen, aftrekken, barsten, klieven, kloven, slijten, splitsen en uiteensplijten.

    Op andere websites
    Zoek splijten op Woordenlijst.org
    Zoek splijten op Google
    Zoek splijten op Wikipedia