het vuur

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [vyr]
Verbuigingen:  vuren (meerv.)

1) fel, heet en bewegend licht dat ontstaat als iets brandt
Verbuigingen:  vuren (meerv.)
Voorbeelden:  `de elementen vuur, water, aarde en lucht`,
`Heb je misschien een vuurtje voor mij?`,
`de aardappelen op het vuur zetten`
vuur vatten  (gaan branden) Synoniem: vlam vatten
in vuur en vlam staan  (helemaal branden) Synoniem: in brand staan, in lichterlaaie staan
in vuur en vlam staan voor  (verliefd of heel enthousiast zijn)
met vuur spelen  (een groot risico nemen) `Als je vaak te laat komt op je werk, speel je met vuur.`
voor iemand door het vuur gaan  (alles willen doen voor iemand)
voor hetere vuren gestaan hebben  (al moeilijkere of gevaarlijkere dingen meegemaakt hebben)
te vuur en te zwaard bestrijden  (met de grootst mogelijke inspanning bestrijden)

2) keer dat geschoten wordt met een vuurwapen
Voorbeeld:  `spervuur`
iemand onder vuur nemen  (iemand beschieten) `De auto werd vanuit het kamp onder vuur genomen.` Synoniem:
onder vuur nemen  (bekritiseren) `De kerk is altijd onder vuur genomen door critici die het met de levenswijze van de geestelijken niet eens waren.` Synoniem:
onder vuur (komen te) liggen  (beschoten worden)
onder vuur (komen te) liggen  (zware kritiek krijgen) `De president kwam onder vuur te liggen van zijn eigen politieke partners.`

3) een sterk, positief gevoel
Voorbeelden:  `iets met vuur verdedigen`,
`In het vuur van zijn betoog stootte hij zijn glas om.`
Synoniemen:  enthousiasme, hartstocht, passie,

© Kernerman Dictionaries.

Synoniemen
aard   bezieling   brand   brander   brandstof   drift   elan   enthousiasme   fik   gloed   haard   hartstocht   hartstochtelijkheid   houtvuur   kachel   moed   oven   overgave   passie   pit   stoken   vlam   vurigheid   water (antoniem)   

Spreekwoorden en zegswijzen
• zich het vuur uit de sloffen lopen (=heel erg de best doen)
• Wie vuur eet schijt vonken (=Als men iets gevaarlijks onderneemt krijgt men nare gevolgen)
• wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het meest (=als je ergens nauw bij betrokken bent, geniet je het meeste voordeel ervan)
• water en vuur zijn (=elkaar niet kunnen verdragen)
• waar rook is is vuur (=waar geruchten over wangedrag zijn, zal er ook wel iets mis zijn)
Toon alle 24 spreekwoorden die vuur bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je met vuur een ander begrip versterken?
vuurrood; te vuur en te zwaard verdedigen; te vuur en te zwaard bestrijden; zich verspreiden als een lopend vuurtje; rondgaan als een lopend vuurtje
Hoe kun je vuur krachtiger uitdrukken?
fontein van vuur; laaiend vuur;

20 definities op Encyclo
  • licht en vlammen die je ziet als iets brandt vb: toen de fabriek in brand stond, zagen we een groot vuur hebt u vuur? [een aansteker of lucifer voor mijn sigaret] een pan...
  • Een aantal uit een vuurwapen afgegeven schoten. Opmerking: Voor de vestingoorlog zijn o.a. de volgende tactische vuren van belang: demonteervuur, echarpeervuur, enfileerv...
  • zie spint.
  • warme gevoelens, reiniging van het kwaad, mannelijke levensenergie, symbool voor daadkracht en activiteit. Het vuur is het enige van de 4 elementen dat de mens zelf kan v...
  • vroeg stadium van schimmelaantasting gekenmerkt door streperige verkleuring of vlekken in het hout, de algemene textuur en sterkte van het hout blijft min of meerbehouden...
  • Toon uitgebreidere definities

    Deze woorden beginnen met vuur:
    vuur aanvuur afvuur bakvuur liggenvuur makenvuur steunvuur vattenvuuraanstekervuurbalvuurbestendigvuurbestendige gevaarlijke stofvuurbolvuurboorvuurbuisvuurbuksvuurdvuurdevuurdenvuurdoopvuurdoorn
    Toon alle woorden die beginnen met vuur

    Deze woorden eindigen op vuur:
    aanvuurafvuurbacterievuurgeweervuurhaardvuurhellevuurhemelvuurkampvuurkoudvuurmiltvuurringvuursint-elmsvuurspervuurvagevuurvliegvuurvreugdevuurspelen met vuurhoutvuurhelvuurvragenvuur
    Toon alle woorden die eindigen op vuur

    Herkomst volgens etymologiebank.nl
    1. vuur (lichtend verschijnsel bij brand)
    2. vuur (stapel turf, ook hoeveelheid van 6000 à 9000 stuks)


    Taaladvies
    1. Wat is correct: hellevuur of hellenvuur? Zie hellevuur / hellenvuur
    2. Wat is juist: het olympisch vuur of het olympische vuur? Zie het olympisch vuur / het olympische vuur
    3. Een koud vuur: als je het goed beschouwt klopt dit niet. Is er een naam voor dit soort combinaties? Zie Contradictio in adjecto


    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Is het 'de vuur' of 'het vuur'?
    Het is 'het vuur', want vuur is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat vuur'.
    Wat is het meervoud van vuur?
    Het meervoud van vuur is 'vuren'. Eén vuur, twee vuren.
    Wat betekent vuur?
    'fel, heet en bewegend licht dat ontstaat als iets brandt' en 'keer dat geschoten wordt met een vuurwapen' en 'een sterk, positief gevoel'
    Hoe spel je vuur?
    vuur spel je V U U R
    Wat is een ander woord voor vuur?
    Andere woorden voor vuur zijn aard, bezieling, brand, brander, brandstof, drift, elan, enthousiasme, fik, gloed, haard, hartstocht, hartstochtelijkheid, houtvuur, kachel, moed, oven, overgave, passie, pit, stoken, vlam en vurigheid.
    Wat is het tegenovergestelde van vuur?
    Een antoniem van vuur is water.

    Op andere websites
    Zoek vuur op Woordenlijst.org
    Zoek vuur op Google
    Zoek vuur op Wikipedia