ontwijden

werkw.

Uitspraak:	[ɔnt'wɛidə(n)]
Afbreekpatroon:	ont·wij·den
Vervoegingen:	ontwijdde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft ontwijd (volt.deelw.)

(als heilig beschouwde dingen) van hun bijzondere betekenis ontdoen

Voorbeeld:	`De komst van het christendom ging gepaard met het ontwijden, of simpelweg omhakken van heilige bomen.`
Synoniem:	schenden

© Kernerman Dictionaries.

onteren   ontheiligen   schenden   

1) Beschadigen 2) Heilig schendende taal uitslaan 3) Kwetsen 4) Misvormen 5) Onteren 6) Ontheiligen 7) Profaneren 8) Schenden 9) Uitschelden 10) Verontheiligen 11) Violer...

Toon uitgebreidere definities

Schrijf je ontwijden (= ontheiligen) met ei of ij? Zie ontwijden / ontweiden

Wat is de verleden tijd van ontwijden?

De verleden tijd van ontwijden is 'ontwijdde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ontwijd'.

Wat betekent ontwijden?

'(als heilig beschouwde dingen) van hun bijzondere betekenis ontdoen'

Hoe spel je ontwijden?

ontwijden spel je O N T W I J D E N

Wat is een ander woord voor ontwijden?

Andere woorden voor ontwijden zijn onteren, ontheiligen en schenden.

Zoek ontwijden op Woordenlijst.org
Zoek ontwijden op Google
Zoek ontwijden op Wikipedia