nuttigen

werkw.

Uitspraak:	[ˈnʏtəxə(n)]
Afbreekpatroon:	nut·ti·gen
Vervoegingen:	nuttigde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft genuttigd (volt.deelw.)

eten of drinken

Voorbeeld:	`op het terras een kopje soep nuttigen`
Synoniemen:	consumeren, gebruiken

© Kernerman Dictionaries.

bikken   bunkeren   consumeren   eten   gebruik   gebruiken   naar binnen werken   opeten   oppeuzelen   schransen   schrokken   tegoed doen   tot zich nemen   verbruiken   verorberen   verschalken   vreten   zitten proppen   

iets als voedsel tot je nemen vb: hebben jullie al een maaltijd genuttigd?

•voedsel gebruiken. •tweede betekenisomschrijving. •enz.

spijs gebruiken Jaar van herkomst: 1401-1450 (MNW )

1) Bikken 2) Bunkeren 3) Consumeren 4) Eten 5) Gebruik 6) Gebruiken 7) Nemen 8) Nutten 9) Opeten 10) Oppeuzelen 11) Profiteren 12) Savoureren 13) Schransen 14) Schrokken ...

Toon uitgebreidere definities

• benuttigen• drank nuttigen• een drank nuttigen• nuttigen

nuttigen (spijs gebruiken)

Wat is de verleden tijd van nuttigen?

De verleden tijd van nuttigen is 'nuttigde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft genuttigd'.

Wat betekent nuttigen?

'eten of drinken'

Hoe spel je nuttigen?

nuttigen spel je N U T T I G E N

Wat is een ander woord voor nuttigen?

Andere woorden voor nuttigen zijn bikken, bunkeren, consumeren, eten, gebruik, gebruiken, naar binnen werken, opeten, oppeuzelen, schransen, schrokken, tegoed doen, tot zich nemen, verbruiken, verorberen, verschalken, vreten en zitten proppen.

Zoek nuttigen op Woordenlijst.org
Zoek nuttigen op Google
Zoek nuttigen op Wikipedia