de broek

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[bruk]
Verbuigingen:	broeken (meerv.)

kledingstuk met pijpen om je benen

Voorbeeld:	`een broek dragen`
korte broek	(broek met korte pijpen)
lange broek	(broek met lange pijpen)
de broek aanhebben	(de baas zijn over je partner)
het in je broek doen	(je plas niet kunnen ophouden)

© Kernerman Dictionaries.

drasland   moer   moeras   pantalon   

• zij hebben een te grote broek aangetrokken (=die organisatie heeft een doel op zich genomen waarvoor ze niet de benodigde capaciteiten, financiële middelen en/of invloed heeft)
• het in zijn broek doen (=in de broek plassen van schrik of van het lachen)
• het een eind uit de broek laten hangen (=royaal zijn)
• de broek lappen en het garen toegeven (=er veel verlies aan overhouden)
• de broek aan hebben (=de baas spelen (van een vrouw over haar man), het voor het zeggen hebben)
Toon alle 7 spreekwoorden die broek bevatten

Hoe kun je met broek een ander begrip versterken?
het in je broek doen van angst; je de ballen uit de broek;

(mastbroek, mastbroeking, mastkraag, broek) stuk zeildoek, dat de mast van boven de hieling tot en met het dek omgeeft. Bedoeld om lekkage langs de mast te voorkomen

Bevedering van de achterbenen (tot spronggewricht).

overdadige losse bevedering van dijen en achterdeel.

Bevedering aan de achterbenen (tot spronggewricht).

moerasland.

Toon uitgebreidere definities

• broek morgen• broek pijp• broek vol poep• broekbosje• broekem• broeken• broekenmatch• broekfries• broekhoes• broekhoest• broekhuis• broekie• broekje• broekjesbon• broekklem• broekkouse• broekkousen• broekland• broeklegging• broekmodel palazzo
• Toon alle woorden die beginnen met broek

• badbroek• damesonderbroek• driekwartbroek• herenonderbroek• jeansbroek• joggingbroek• joggingsbroek• kniebroek• koersbroek• lolbroek• luierbroek• onderbroek• pofbroek• schijtebroek• skibroek• spanbroek• spijkerbroek• sportbroek• stretchbroek• tuinbroek
• Toon alle woorden die eindigen op broek

1. broek (drassig lang)
2. broek (kledingstuk)

Is het 'de broek' of 'het broek'?

Het is 'de broek', want broek is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die broek'.

Wat is het meervoud van broek?

Het meervoud van broek is 'broeken'. Eén broek, twee broeken.

Wat betekent broek?

'kledingstuk met pijpen om je benen'

Hoe spel je broek?

broek spel je B R O E K

Wat is een ander woord voor broek?

Andere woorden voor broek zijn drasland, moer, moeras en pantalon.

Zoek broek op Woordenlijst.org
Zoek broek op Google
Zoek broek op Wikipedia