I aanhechten

werkw.
Uitspraak:  ['anhɛxtə(n)]
Afbreekpatroon:  aan·hech·ten
Vervoegingen:  hechtte aan (verl.tijd enkelv.)

1) vastzitten
Vervoegingen:  zijn aangehecht (volt.deelw.)
Voorbeeld:  `plaats waar pezen aanhechten aan het bot`

2) vastmaken
Vervoegingen:  heeft aangehecht (volt.deelw.)
Voorbeeld:  `een nieuwe draad aanhechten als de bol wol op is`


II zich aanhechten

reflexief werkw.
Uitspraak:  ['anhɛxtə(n)]
Afbreekpatroon:  aan·hech·ten
Vervoegingen:  heeft aangehecht (volt.deelw.)
Vervoegingen:  hechtte zich aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft zich aangehecht (volt.deelw.)

1) vast gaan zitten
Voorbeeld:  `wier dat zich aanhecht aan de steiger`

2) zich aansluiten (bij)
Voorbeeld:  `Franstaligen in België die zich bij Frankrijk willen aanhechten`

© Kernerman Dictionaries.

Synoniemen
aanbinden   bevestigen   hechten   nieten   vasthechten   vastnieten   voorplakken   voorvoegen   voorzetten   

2 definities op Encyclo
  • •vastmaken •een nieuwe of gebroken draad vasthechten.
  • 1) Aanbakken 2) Aanbinden 3) Aangroeien 4) Aanlappen 5) Aanvoegen 6) Annexeren 7) Bevestigen 8) Hechten 9) Inlijven 10) Nieten 11) Vasthechten 12) Vastnieten 13) Voorplak...
  • Toon uitgebreidere definities

    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Wat betekent aanhechten?
    'vastzitten' en 'vastmaken'
    Hoe spel je aanhechten?
    aanhechten spel je A A N H E C H T E N
    Wat is een ander woord voor aanhechten?
    Andere woorden voor aanhechten zijn aanbinden, bevestigen, hechten, nieten, vasthechten, vastnieten, voorplakken, voorvoegen en voorzetten.

    Op andere websites
    Zoek aanhechten op Woordenlijst.org
    Zoek aanhechten op Google
    Zoek aanhechten op Wikipedia