De Myst�re behoeft enige toelichting. Voor zover ik weet is het visvormige schip een ontwerp van Jacob Haalmeyer. Er zijn er slechts twee van gebouwd, een stalen en een houten, ieder met een lengte van 9,72m en een stahoogte van 1.85m. De redactie van Panorama schreef in nr 43 van 1952 een artikel, waarbij bovenstaande foto. "Wij hebben zelf met het houten jacht gevaren en kunnen u verzekeren, dat het een indrukwekkend, enorm snel en buitengewoon veilig schip is. Wanneer een zeilboot schuin vaart, komt het breedste deel van het dek het dichtst bij het water. De heer Haalmeyer gaf daarom dat breedste deel ook de grootste hoogte, zodat zijn Myst�re een katterug kreeg, waardoor men op dit schip altijd met een droog dek vaart, hetgeen voor zeezeilers een ongekende weelde is. 'n Merkwaardig voordeel van de visvorm van de Myst�re is, dat het jacht absoluut niet buist: de boeg gooit geen water naar achteren over de boot heen. Sterker nog: door de ballast op een werkelijk revolutionnaire, tot dusver geheim gehouden manier aan te brengen, zorgde de constructeur er voor dat er helemaal geen boeggolf is. Als een boeggolf slechts ��n kubieke meter is, betekent dit, dat het jacht duizend kilogram moet verzetten; de Myst�re h��ft geen boeggolf en wordt dus ook niet in zijn vaart geremd. Al deze factoren werken een grote snelheid in de hand, hetgeen onder andere bleek toen de stalen Myst�re bij een proefvaart gelijk met een Noorse jol en een botter de haven van Huizen verliet. Er stond geen sterke wind, maar het jacht liep toch sneller dan 9,72 mijl (18km). Na twee uur varen lagen de jol en de botter op de helft van de afstand, die de Myst�re afgelegd had; toen het zwaar weer werd, moesten zij direct zeil minderen, maar op de Myst�re zette men doodleuk zeil bij en voer met een droog dek en open luiken lustig verder." Het is mij niet bekend wat er nadien van dit ontwerp is geworden.
Nadere info graag naar schipperatvaartips.nl Uiteindelijk vond ik in 2017 dit artikel op
zeilen.nl:
De Myst�re: een mysterie ontrafeld. |
De Oostendse sloep O134 bestemd voor de garnalenvangst met
dandytuig. Als gevolg van de toenemende lengte van de sloepen werd het
grootzeil van deze schepen moeilijk te behandelen. Rond 1865 werd
overgegaan tot het inkorten van het grootzeil en het plaatsen van een
bezaansmast, getuigd met een klein loggerzeil aanvankelijk geheel achter
op het schip. Men noemde dat een yawltuig. Later werd deze mast meer
naar voren geplaatst en getuigd met een gaffelzeil met boom, soms
daarboven een gaffeltopzeil. Dit nieuwe anderhalfsmast tuig werd
dandytuig genoermd. Bron: Maritieme geschiedenis der Nederlanden deel 4. |