GF5 PP 3

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 34

Logisch positivisme en Quine

Quine’s kritiek op ‘dogma’s van empirisme


empirisme → logisch positivisme (Wiener Kreis)

1. empirie: verificatie
• betekenis van p is methode van zijn verificatie → metafysica-kritiek
2. niet-empirie (wiskunde, logica): analytisch
• onderscheid analytisch/synthetisch (scheiding filosofie en wetenschap)

Kritiek van Quine op (1) en (2): ‘two dogma’s of empiricism’ → Quine’s


naturalisme
1. Verificatie
Klassiek empirisme (Hume)
(1) onderscheid wiskunde versus empirische kennis

• ‘If we take in our hand any volume; of divinity or school metaphysics, for instance; let us ask,
Does it contain any abstract reasoning concerning quantity or number? No. Does it contain
any experimental reasoning concerning matter of fact and existence? No. Commit it then to
the flames: for it can contain nothing but sophistry and illusion’ (Enquiry concerning Human
Understanding XII)

(2) ‘sense impressions’ → ‘ideas’ (kennis)


• ‘When we entertain, therefore, any suspicion, that a philosophical term is employed without
any meaning or idea (as is but too frequent), we need but enquire, from what impression is
that supposed idea derived? And if it be impossible to assign any, this will serve to confirm our
suspicion’ (Enquiry concerning Human Understanding II)
Logisch positivisten: betekenis is verificatie
verificatieprincipe

• principe: voorwaarden te bepalen voor betekenisvolheid

• ‘the statement of the conditions under which a proposition is true is the same as the
statement of its meaning’ (Schlick)
• ‘betekenis van een bewering is de methode van zijn verificatie’

→ demarcatiecriterium zinvol versus zinledig (cf. Hume)


Verificatie waaraan? ‘The given’
• ‘It is the first step of any philosophizing, and the foundation of all reflection,
to see that it is simply impossible to give the meaning of any statement
except by describing the fact which must exist if the statement is to be true’

• ‘in order to find the meaning of a proposition, we must transform it by


successive definitions until finally only such words occur in it as can no longer
be defined, but whose meanings can only be directly pointed out. (...)’
• cf. Russells programma van logisch atomisme

• ‘the meaning of every proposition is finally to be determined by the given,


and by nothing else’ (Schlick)
Verificatie mogelijk in principe, niet actueel

• ‘it is obvious that verifiability is used here in the sense of ”verifiable in


principle”, for the meaning of a proposition is, of course, independent
of whether the conditions under which we find ourselves at a
specified time allow or prevent the actual verification. There is not
the least doubt that the proposition “there is a mountain of height of
3000 meters on the other side of the moon” makes good sense, even
though we lack the technical means of verifying it’ (Schlick in 1932)
Directe en indirecte verificatie
Indirecte verificatie van p: beweringen uit p af te leiden die
verifieerbaar zijn

• ‘If a scientist should venture to make an assertion from which no perceptual


statements could be deduced, what should we say to that? Suppose, e.g., he
asserts that there is not only a gravitational field having an effect on bodies
according to the known laws of gravitation, but also a levitational field, and
on being asked what sort of effect this levitational field has, according to his
theory, he answers that there is no observable effect: in other words, he
confesses his inability to give rules according to which we could deduce
perceptual statements from his assertion. In that case our reply is: your
assertion is no assertion at all; it does not speak about anything; it is nothing
but a series of empty words; it is simply without sense’ (Schlick)
Anti-metafysica
Non-sense, niet per se nonsense

• onderscheid tussen onwaarheid en zinledigheid

• ‘The proposition “Discourse concerning a metaphysical external world is meaningless”


does not say: “There is no external world”, but something altogether different. The
empiricist does not say to the metaphysician “what you say is false”, but “what you say
asserts nothing at all!” He does not contradict him, but says “I don’t understand you”’
(Carnap)

Maar ook nonsense...: “traditionele metafysica is slechte poëzie”


(Carnap)
Ethische uitspraken cognitief betekenis-loos
Carnap: emotivisme, dus cognitief betekenis-loos

‘stelen is verkeerd’ = ’steel niet!’ → unverifeerbaar; niet waar of onwaar


Problemen met het Verificatieprincipe
(i) ‘the given’? – elke waarneming is ‘theory-laden’
(ii) principe zelf verifieerbaar?

• empirisch of analytisch (tautologisch)?


• indien buiten Hume’s vorm dan zelf betekenis-loos

• ‘The Vienna Circle tended to ignore this difficulty: but it seems to me fairly clear that
what they were in fact doing was to adopt the verification principle as a convention.
They were propounding a definition of meaning which accorded with common usage in
the sense that it set out the conditions that are in fact satisfied by statements which are
regarded as empirically informative... To this extent their work was descriptive; it
became prescriptive with the suggestion that only statements of these two kinds [i.e.
empirical and logical statements] should be regarded as either true or false, and that
only statements which were capable of being either true or false should be regarded as
literally meaningful. But why should this prescription be accepted?’ (A. J. Ayer)
(iii) betekenis = methode van verificatie

• neem: p
• Is p betekenisvol?
• om p te kunnen verifieren moet je weten wat p betekent
• veronderstelt dat betekenis van p gekend kan worden onafhankelijk van zijn
verificatiecondities
• maar het principe zegt: betekenis is methode van verificatie!
2. onderscheid analytisch/synthetisch
Cruciaal onderscheid voor Logisch Positivisme

• empirisme – synthetische oordelen zeggen iets over de wereld


• logica (‘truths of reason’): geen onderdeel empirie
• logical is ‘meta-taal’: ‘Philosophy deals with science from the logical viewpoint.
Philosophy is the logic of science, i.e. the logical analysis of the concepts,
propositions, proofs, theories of science...’ (Carnap)

• analytisch = noodzakelijk = a priori (waar puur op grond van betekenis,


altijd in alle situaties waar, onafhankelijk van de wereld/ervaring)
Analyticiteit
Logisch positivisten:

• analyticiteit (puur op basis van betekenis) verklaart

• noodzakelijkheid (in alle werelden waar, want onafhankelijk van wereld)


• a priori kenbaar (want a priori kennis is niets meer dan kennis van betekenis)

• daarom kunnen we noodzakelijke waarheden a priori kennen – nl. op basis van kennis
van betekenis (bijv. van ‘bachelor’)
Quine’s kritiek op anal./synth.
Quine’s “naturalized epistemology”

• ‘But why all this creative reconstruction, all this make-believe? The stimulation of his
sensory receptors is all the evidence anybody has had to go on, ultimately, in arriving at
his picture of the world. Why not just see how this construction really proceeds? Why
not settle for psychology?’

• beschrijving, geen filosofische rechtvaardiging in abstracto van onze belief

• ‘how evidence relates to theory, and in what ways one’s theory of the external world
transcends any available evidence’
• ‘how someone posits bodies and projects his physics from his data’
• we doen allemaal aan ‘theorievorming’: stimulus → postuleren van objecten (= theorie)
Quine’s holisme
Geen speciale set van analytische uitspraken die altijd waar zijn ‘come
what may’

• ‘any statement can be held true come what may, if we make drastic enough
adjustments elsewhere in the system ... [N]o statement is immune to revision’

‘Two Dogmas of Empiricism’


• Dogma 1: anal./synth.
• Dogma 2: dogma van reductionisme: theorie te herleiden tot sense data
uitspraken; verificatieprincipe (contra Quine’s holisme)
Quine’s strategie
(i) analyticity niet te definieren → grens anal./synth. ‘has not been drawn’: ‘a
metaphysical article of faith’

(ii) zinnen onderdeel ‘web of beliefs’; geen waarheidsbepaling van losse zinnen
mogelijk zonder gehele web te beschouwen
• “temp. = 40 graden” veronderstelt heel web (bijv. over thermometer)
Stap 1: notie van betekenis obscuur

• analytisch: true by virtue of meaning


• maar de notie van betekenis is onduidelijk
• duidelijk verschil tussen betekenis en verwijzing, tussen intensie en extensie
• is betekenis een soort van object? Nee, want betekenis is niet het object
waarnaar het verwijst!
• focus dus op waarom twee woorden synoniem zijn, wanneer woorden
analytisch gerelateerd zijn bijv. bachelor = unmarried man, dus ‘all bachelors
are unmarried men’ is analytisch.
Stap 2: analytisch in termen van logisch
Onderscheid tussen twee soorten van analytische claims

• 1. logische waarheid: No not-X is X


• waar onder elke interpretatie van X
• 2. analytische waarheid: No bachelor is married
• (bachelor = unmarried)

(2) → (1) door vervanging van ‘bachelor’ door zijn synoniem, ‘unmarried’

Maar wat is synoniem??


Stap 3: synonymiteit d.m.v. definitie
Synoniem per definitie: bachelor =def.unmarried man

• maar dan moet je (lexicograaf) al een idee hebben van wat doorgaans voor
synoniem wordt gehouden!
Stap 4: interchangeability
2 woorden synoniem indien zij inwisselbaar zijn in alle contexten zonder
verandering in waarheidswaarde

• het gaat om cognitieve synonymiteit


• dus dat bachelor = unmarried, en daarom dat we de analytische uitspraak ‘No
bachelor is married’ kunnen herleiden tot de logische waarheid ‘No unmarried man
is married’
• echter dit veronderstelt dus reeds de notie van analyticiteit nl. het onderscheid
tussen analytisch qua logische waarheid en analytisch qua synonymiteit

• ‘what we need is an account of cognitive synonymy not presupposing analyticity’


(29) → beroep op ‘necessary’
Stap 5: ‘noodzakelijk’
(1) Necessarily all and only bachelors are bachelors
• dus ‘necessarily’ impliceert dat deze claim logisch waar is (en dus
analytisch...)
• als we aannemen bachelor = unmarried man inwisselbaar, dan

(2) Necessarily all and only bachelors are unmarried man


• ook logisch waar, en analytisch

Wederom is notie van analyticiteit al verondersteld


• we hebben aangenomen dat ‘noodzakelijk’ alleen maar op analytische
waarheden van toepassing is
Stap 6: synoniem mbv semantische regels
(Carnap)

Maar analyticiteit enkel gedefinieerd binnen een bepaalde logische taal


Geen uitleg van de notie op zichzelf
Stap 7: verificatietheorie van betekenis
a en b synoniem als a en b op dezelfde manier door een bepaalde
ervaring geverifieerd/gefalsifieerd kunnen worden

• ‘Statement synonymy is said to be likeness of method of empirical


confirmation or infirmation. Just what are these methods which are to be
compared for likeness? What in other words, is the nature of the relation
between a statement and the experience which contribute to or detract from
its confirmation?’

De klassieke empirist: reduceerbaar in sense-datum taal


• sense data  sense data taal  hogere orde/theoretische uitspraken
Dogma van reductionisme
Maar wat wordt hier verondersteld door de empirist?
• dat elke individuele, enkele zin kan aan de empirie getoetst worden

• ‘that to each statement, or each synthetic statement, there is associated a unique


range of possible sensory events such that the occurrence of any of them would add
to the likelihood of truth of the statement’

Quine: nee, want ‘our statements about the external world face the tribunal
of sense experience not individually but only as a corporate body’ (holisme)

Dogma van reductionisme ‘at root identical’ met dogma van anal./synth.
Waarom?
De samenhang van de twee dogma’s
Losse synth. statement toetsen aan de ervaring → grensgeval (anal.) die ongeacht toetsing
aan de empirie (‘come what may’) waar is

• ‘as long as it is taken to be significant in general to speak of the confirmation and


infirmation of a statement, it seems significant to speak also of a limiting kind of
statement which is vacuously confirmed, ipso facto, come what may; and such a
statement is analytic’

Dus het onderscheid veronderstelt een klasse van beweringen (nl. anal.) ‘where the
linguistic component is all that matters, a true statement is analytic’ – maar dit verwerpt
Quine:

• ‘it is nonsense, to speak of a linguistic component and a factual component in the truth
of any individual statement. Taken collectively, science has its double dependence on
language and experience; but this duality is not significantly traceable into statements of
science taken one by one (...) The unit of empirical significance is the whole of science
Betekenis (verificatie) van bijv. electron, massa, snelheid etc. hangt af
van de theorie, web of beliefs

• ‘Our statements about the external world face the tribunal of sense
experience not individually but only as a corporate body’ – ‘the unit of
empirical significance’ is niets minder dan de gehele wetenschap

Verificatie van een uitspraak veronderstelt al een heleboel


kennis(uitspraken) – is nooit een kwestie van “1 uitspraak aan 1 stukje
ervaring”
Een nieuwe vorm van empirisme (naturalisme)

• wetenschap 1 geheel
• centrum: wetten logica, fysica
• periferie: simpele waarheden
• maar gradueel; geen enkele uitspraak immuun voor revisie
• geen aparte klasse van anal. uitspraken
• ook logische wetten reviseerbaar bijv. om consistent te zijn met nieuwe ontwikkelingen in
quantumfysica

• pragmatisme: opgeven/reviseren afhankelijk van nut


‘The totality of our so-called knowledge or beliefs, from the most casual matters of geography and
history to the profoundest laws of atomic physics or even of pure mathematics and logic, is a man-
made fabric which impinges on experience only along the edges. Or, to change the figure, total
science is like a field of force whose boundary conditions are experience. A conflict with experience
at the periphery occasions readjustments in the interior of the field. Truth values have to be
redistributed over some of our statements. Reevaluation of some statements entails reevaluation of
others, because of their logical interconnections – the logical laws being in turn simply certain
further statements of the system, certain further elements of the field. (‘Two dogmas’, 42-43)
Na ‘Two Dogmas’ ontwikkeling Quine’s behavourisme

• synon. in termen van (observeerbaar) gedrag als reactie op verbale input etc.
• afwijzing van betekenis als interne, mentale toestanden of als abstracte,
Platoonse entiteiten
• Quine’s holisme: geen term-voor-term vertaling mogelijk; linguïstische
betekenis is een functie van een bepaald systeem (deel van ‘corporate body
of science’), niet van diens linguïstische eenheden
• indeterminacy of translation: afwijzing van idee dat er een unieke, juiste vertaling kan
zijn van een woord in andere taal
Kritiek op Quine
Quine zeer invloedrijk, maar ook veel en verschillende soorten kritiek

Grice and Strawson, ‘In Defense of a Dogma’ (1956)


1. onderscheid zeer breed gedeeld en toegepast (ook nieuwe gevallen)
2. Als Quine synon. opgeeft, dan ook notie van betekenis zelf (en uitdrukkingen zoals “x
betekent hetzelfde als y”)
• ‘If talk of sentence-synonymy is meaningless, then it seems that talk of sentences having a
meaning at all must be meaningless too. For if it made sense to talk of a sentence having a
meaning, or meaning something, then presumably it would make sense to ask “What does it
mean?” and if it made sense to ask “What does it mean?” of a sentence, then sentence-
synonymy could be roughly defined as follows: Two sentences are synonymous if and only if
any true answer to the question “What does it mean”? asked of one of them, is a true answer
to the same question, asked of the other’ (...)
3. Een onderscheiding is niet onzinnig als de formulering ervan gebruik
maakt van noties uit dezelfde familie

• ‘it would seem that Quine requires of a satisfactory explanation of an expression that it
should take the form of a pretty strict definition but should not make use of any member
of a group of interdefinable terms to which the expression belongs. We may well begin
to feel that a satisfactory explanation is hard to come by’

• ‘It would seem fairly clearly unreasonable to insist in general that the availability of a
satisfactory explanation in the sense sketched above is a necessary condition of an
expression's making sense. It is perhaps dubious whether any such explanations can ever
be given. (The hope that they can be is, or was, the hope of reductive analysis in
general.)’
‘One might think, for example, of the group of expressions which includes
"morally wrong," "blameworthy," "breach of moral rules," etc.; or of the group
which includes the propositional connectives and the words "true" and "false,'
"statement," "fact,' "denial,' 'assertion." Few people would want to say that the
expressions belonging to either of these groups were senseless on the ground
that they have not been formally defined (or even on the ground that it was
impossible formally to define them) except in terms of members of the same
group’.

You might also like