OASE 103 - 114 Longing For Brick
OASE 103 - 114 Longing For Brick
OASE 103 - 114 Longing For Brick
L o ng ing fo r Brick
L ieven N ijs & M a a rt en Va n Den Dries s che 117
Wat de verschillende projecten verbindt, dateert uit 2009, de begindagen van de nieu- naar de herkenbaarheid van enkele typolo- liggende constructieve en ruimtelijke logica 8
Gevel als typologische referentie Dirk Somers van Boven-
is niet zozeer de contextuele gevoeligheid we wetgeving. Achter de bestaande woning gische motieven: de geleding van Italiaanse op, terwijl Tijl Vanmeirhaeghe en Carl bouw refereert aan John
– soms is het bebouwde landschap zo bouwden de architecten een tweede exem- Via haar gevelarchitectuur onderscheidt palazzi, de classicistische villa, maar ook Bourgeois via typologische verwijzingen de Summerson’s idee van de
zonder enige betekenis dat BLAF’s inter- plaar, een achterhuis, als een spiegeling van de woning ‘AIH’ van Tijl Vanmeirhaeghe negentiende-eeuwse industriegebouwen. gevel als tekensysteem opvoert. Bij BLAF aedicula en de subjunctive
venties er zich nadrukkelijk van onder- de bestaande woning. De elementen van (Havana) in samenwerking met Carl vertrekt het onderzoek vanuit een intrinsie- ‘as if’. Zie: John Sum
merson, Heavenly Mansi-
scheiden – maar het nieuwe bouwsysteem. het archetypische huis blijven herkenbaar: Bourgeois zich nadrukkelijk van de omge- ke interesse in de eigenschappen van het ons and Other Essays on
Tussen beeld en bouwsel
In BLAF’s oeuvre is de dorpscontext van metselwerk, pannendak, schouw, trap, ving waarin ze tot stand kwam. Het program- materiaal en de daad van het bouwen zelf. Architecture (Londen:
Erps-Kwerps veeleer de uitzondering dan gestapelde kamers. De schakering van het ma werd vertaald in een eenvoudige hout Zowel vakmanschap als een do-it-yourself Het gaat erover hoe de baksteenmodule het The Cresset Press, 1949),
217.
de regel. Het uiteindelijk idyllische beeld gevelmetselwerk lijkt een aftekening van het skeletbouwwoning met een Palladiaanse attitude is in Vlaanderen een belangrijke gevelontwerp aanstuurt en het bouwen zelf 9
van het huis in Erps-Kwerps is daarmee bakstenen interieur, maar dit is slechts planfiguur. Het is vooral via de geleding voedingsbodem voor het voortbestaan van betekenis verleent. Waar regelgeving met Maarten Delbeke, ‘City
noch nostalgisch, noch kritisch, maar een beeld, geen feitelijke doordruk van de van de gevel dat de architecten ten opzichte baksteenarchitectuur, zelfs zo sterk dat onzichtbare hand het bouwen stuurt, wordt of Bricks’, 2015. Een niet
eerder de toevallige bijkomstigheid van constructieve opbouw binnen. Tussen de van de andere woningen in de suburbane ‘baksteenpoëtica’ een regionale karakter- de vraag naar ruimte voor betekenis des te gepubliceerd voorstel
voor de scenografie van
heel andere intenties. baksteen aan de binnenzijde en de gevel sprawl een verschil maken. De gevel bestaat trek van de Vlaamse architectuur wordt belangrijker. Het verlangen naar baksteen de biënnale van Venetië
aan de buitenzijde bevindt zich immers een uit een plint in steense dikte en een bel- genoemd.9 De vergelijking tussen de wordt opgespannen tussen wat we het 2016, een samenwerking
constructieve scheiding: de spouw. Het etage die verjongt tot halfsteense dikte. hierboven beschreven projecten is beteke- ‘beeld’ en het ‘bouwsel’ zouden kunnen tussen Maarten Delbeke,
Het subjunctieve ornament Sa/xx, BLAF en Filip
metselwerk is een extra bekledingslaag die, De gevel krijgt textuur door de gearticu- nisvol, omdat ze getuigen van een weerbar- noemen, tussen de esthetische en de bouw- Dujardin: ‘Mede door de
De experimenten van BLAF staan niet op als een toegevoegd ornamenteel patroon, leerde pilasters, de randen en de verzonken stigheid ten opzichte van de vigerende technische dimensie van architectuur. De spanning tussen generieke
zichzelf, maar vinden hun echo in andere de constructieve en compositorische realiteit cassettes met verdiepte, dichtgemetselde EPB-regelgeving. Ze spelen een spel waar- drie projecten demonstreren de semantische en auteurs-architectuur
praktijken waarin het bouwen met baksteen van de woning onthult. De textuur van ramen. Alle varianten op het gebruik van bij de realiteit van het bouwen tegenover gelaagdheid van bakstenen gevelarchitec- heeft de baksteen een
bijzondere plaats verwor-
als motief verschijnt, en die allen een poëti- gevarieerde baksteenverbanden represen- baksteen worden hier bespeeld: het princi- het belang van de architectonische verschij- tuur en het rijke betekenisspectrum dat ven in de poëtica van
sche verhouding zoeken ten opzichte van de teert wat zich binnen bevindt.8 pe van de dragende muur tot de flinter- ning wordt uitgespeeld. In hun houding ten aldus door ontwerpers kan worden bespeeld. de Vlaamse architectuur.
regelgeving, de gevelconstructie en de archi- dunne baksteenstrips die op gevelpanelen opzichte van de constructieve logica van de Ze zijn daarmee een poging om het bouwen En het is deels deze
“baksteenpoëtica” die de
tectonische expressie. In Mortsel ontwierp zijn verlijmd. Hoewel het ontwerp lijkt te gevel, kunnen de drie projecten niet méér zelf en de betekenis van de architectuur Vlaamse architectuur het
Bovenbouw Architectuur een uitbreiding worden aangestuurd door een constructieve van elkaar verschillen. Bij Bovenbouw opnieuw met elkaar te verbinden. label van “ambachtelijk-
voor een bestaand rijtjeshuis. Het project logica, refereert de gevel in de eerste plaats roept het resulterende gevelbeeld de onder- heid” heeft opgeleverd.’