Meehelpen? Ga naar etymologieWiki

 

Jaarwoordgenerator
Vul hier een jaartal in (vanaf 1800) en ontdek welke woorden er in dat jaar aan het Nederlands werden toegevoegd.

 

parool - (leus)

Etymologische (standaard)werken

M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdam

parool zn. ‘leus’
Vnnl. op parole te mogen gaen ‘op erewoord vrijgelaten te worden’ [1673; WNT], sal op alle posten de parole gegeven werden ‘moet op alle wachtposten het wachtwoord worden gegeven’ [1688; WNT]; nnl. parool ‘leus, motto’ in 't parool is: “voor den koning!” [1850; WNT].
Ontleend aan Frans parole ‘spreuk’ [1180; TLF], ‘woord’ [eind 12e eeuw; TLF], ‘belofte, erewoord’ [1165; TLF], eerder al ‘spraak, uitspraak’ [ca. 1100; TLF], ontstaan door het wegvallen van de -b- uit christelijk Latijn parabola ‘leerrijke tekst, gelijkenis’, hetzelfde woord als klassiek Latijn parabola ‘vergelijking’, zie → parabel. De huidige Nederlandse betekenis ‘leus, motto’ is ontstaan uit de betekenis ‘wachtwoord’, die wrsch. ontleend is aan het Italiaans, waar parola ‘spraak, uitspraak’ [1239; DELI] ook de betekenis ‘wachtwoord’ [1614; DELI] had ontwikkeld; Italiaans parola gaat eveneens terug op Latijn parabola.

P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen

parool [leus] {1673} < frans parole [idem] < middeleeuws latijn parabola [parabel, parabool, woord] < grieks parabolè [vergelijking], van para [naast] + ballein [werpen] (vgl. parabool).

C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haag

† parool znw. o., sedert de 17e eeuw. Uit fr. parole < (gr.-lat.) parabola (zie parabel), dat reeds vulg.-lat. ‘woord’ betekende.

Thematische woordenboeken

N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboek

parool (Frans parole)
Uitleenwoordenboeken

N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015

parool ‘leus’ -> Javaans parol ‘leus’.

Dateringen of neologismen

N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdam

parool leus 1673 [WNT] <Frans

Overige werken

Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)

Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW.

Hosted by Instituut voor de Nederlandse Taal