Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
Jaarwoordgenerator
Vul hier een jaartal in (vanaf 1800) en ontdek welke woorden er in dat jaar aan het Nederlands werden toegevoegd.
|
gebit - (de gezamenlijke tanden en kiezen van mens of dier)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamgebit zn. ‘de gezamenlijke tanden en kiezen van mens of dier’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpengebit* [geheel van tanden en kiezen] {gebit, gebet [gebit, bit, toom] 1340} middelnederduits gebit [idem], middelhoogduits gebiz [bijten, tandenknarsen]; van bijten. De uitdrukking het gebit op de tanden nemen [aan het hollen slaan] is een vertaling van frans prendre le mors aux dents, dat werd gezegd van paarden die het bit op de snijtanden nemen en de druk ervan niet meer voelen. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidengebit znw. o., mnl. ghebit, ghebet ‘gebit aan een paardetoom’, mnd. gebit ‘gebit, toom’, ohd. gabiʒ ‘gebit aan een paardetoom’ (nhd. gebiss ook ‘menselijk gebit’), oe. gebit ‘bijten, tandenknarsen’, is afgeleid van bijten. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haaggebit znw. o., mnl. ghebit, ghebet o. “gebit aan een paardetoom”. = ohd. gabiʒ o. “id., mordacitas ‘ (nhd. gebiss ook = “de tanden en kiezen”), mnd. gebit o. “gebit, toom”, ags. gebit o. “bijten, tandenknarsen”. Bij bijten. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentgebit o., + Ohd. gibiʒ (Nhd. gebisz), Ags. gebit, van denz. stam als ’t meerv. imp. van bijten. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Aarts (2017), Etymologisch Dictionairke vaan ’t Mestreechs, Maastrichtgebeet (zn.) gebit; Middelnederlands gebet <1340>. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015gebit ‘geheel van tanden en kiezen’ -> Negerhollands bit ‘geheel van tanden en kiezen’; Surinaams-Javaans khebit ‘kunstgebit’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamgebit* geheel van tanden en kiezen 1340 [MNW] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |