Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
Jaarwoordgenerator
Vul hier een jaartal in (vanaf 1800) en ontdek welke woorden er in dat jaar aan het Nederlands werden toegevoegd.
|
cannabis - (hennepplant; hars uit de toppen van de hennepplant als roesmiddel)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamcannabis zn. ‘hennepplant; hars uit de toppen van de hennepplant als roesmiddel’ EWN: cannabis zn. 'hennepplant; hars uit de toppen van de hennepplant als roesmiddel' (1599) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpencannabis [hennep] {1901-1925} < latijn cannabis < grieks kannabis [idem] (vgl. canvas, hennep). Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekcannabis (Latijn cannabis)
C.A. Backer (1936), Verklarend woordenboek van wetenschappelijke plantennamenCánnabis L. [C. Linnaeus], - Lat. transcr. van Gr. kannăbis, hennep: hennep, kemp, kennep. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015cannabis ‘hennep’ -> Indonesisch kanabis ‘hennep’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamcannabis hennep 1869 [Aanv WNT] <Latijn Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |