Wilo
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Bouw en Constructie > Gebouwbeheersysteem Begrippenlijst
Datum & Land: 21/05/2013, NL
Woorden: 27
Actor
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; tegenhanger van een sensor. Zet elektrische signalen van een regeling om in (meestal) mechanische werkingen zoals druk en doorstroming.
BACnet
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; internationaal genormeerde, ondernemingsneutrale standaard voor de datacommunicatie in gebouwbeheersystemen (ISO 16484-5).
Baud
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; eenheid voor de snelheid van een seriële gegevensoverdracht. Voorbeeld
Bit
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; kleinste informatie-eenheid, heeft slechts twee toestanden
Bus
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; leidingsysteem voor uitwisseling van gegevens tussen meerdere hardwarecomponenten.
Byte
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; informatie-eenheid, bestaat uit 8 bits.
CAN
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; serieel, oorspronkelijk voor het automobielbereik ontwikkeld bussysteem, dat inmiddels veelvuldig in de automatiseringstechniek wordt gebruikt.
CANopen
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; uitbreiding van de standaard CAN met toepassingsrelevante definities, elektronische specificatieblad-bestanden en profielen. Vergemakkelijkt de systeemintegratie en is uitgewerkt door de vereniging CAN in Automation (CiA).
Facility Management
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; algemeen management van gebouwen, onroerend goed en bedrijfsprocessen met als doel de bedrijfs- en beheerskosten blijvend te reduceren, vaste kosten te flexibiliseren, de technische beschikbaarheid van de installaties veilig te stellen en te zorgen dat gebouwen en installatie langdurig hun waarde behouden.
Gateway
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; apparaat dat de protocollen van verschillende bussystemen omzet en zo de verbinding van verschillende netwerken mogelijk maakt. Gegevens die moeten worden overgedragen, dienen voor elke toepassing afzonderlijk te worden gedefinieerd (zie ook Router).
Gebouwbeheersysteem
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; een gebouwbeheersysteem kent drie niveaus. Het veldniveau, het automatiseringsniveau en het managementniveau. De centrale bevindt zich op het bovenste niveau, oftewel het managementniveau.
IF-module
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; insteekbare module om elektronische pompen uit te rusten met analoge en digitale interfaces.
Interfaceconverter (DigiCon)
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; apparaat, geschikt voor bus, dat gegevens van één interface naar een andere omzet.
IR-module
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; infraroodinterface voor contactloze communicatie tussen elektronische pompen en een monitorapparaat voor pompen (PDA).
IR-Stick
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; USB-infraroodinterface voor contactloze communicatie tussen elektronische pompen en een pc.
LON
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; open fabrikant-onafhankelijk bussysteem, met name voor gebouwbeheersystemen.
Master/slave
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; busarchitectuur waarbij een bovengeschikt station (master, actief) de communicatie met de andere deelnemers (slaves, passief) regelt. Zie ook Multimaster.
Modbus
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; communicatieprotocol gebaseerd op een master-slave-architectuur. Als overdrachtmedia worden Ethernet en RS485 gebruikt. Breed toegepast in industriële en gebouwbeheersystemen.
Multimaster
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; actieve toegang tot meerdere deelnemers (master) op één bus. Belangrijk voor de opbouw van een netwerk met gesegmenteerde verdeelde intelligentie.
Optiemodule
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; module voor uitbreiding van de functieomvang of interfaces van alle Wilo-producten, uitgezonderd pompen. Bij pompen worden IF-modules toegepast.
PDA
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; Personal Digital Assistant. Kleine pc met insteeksysteem (SDIO) voor geheugenkaarten of andere hardwarecomponenten. Basis voor de IR-communicatie met elektronische pompen van Wilo.
PLR
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; centrale computer voor pompen. Gepubliceerd pompenprotocol voor de digitale communicatie tussen elektronische pompen van Wilo en het gebouwbeheersysteem.
Profibus
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; industriële gegevensbus met multimaster-communicatiefuncties.
Router
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; apparaat dat berichten tussen verschillende netwerken doorstuurt. Voor toepassing hoeven alleen de communicatieparameters, niet de afzonderlijke over te dragen gegevens, te worden gedefinieerd (zie ook Gateway).
RS232
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; seriële gegevensinterface tussen computer en bijv. printer of beeldscherm.
RS485
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; industriële seriële businterface. Hardwareplatform voor verschillende bussystemen.
Sensor
begrip gebruikt bij gebouwbeheersystemen; technisch element dat bepaalde fysische eigenschappen zoals druk of doorstroming omzet in elektrische signalen.