het watje zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'wɑcə ] Afbreekpatroon: wat·je Verbuigingen: watjes (meerv.) 1) propje watten Voorbeeld: 'Hij had een watje in zijn neusgat gedaan om het bloeden te stoppen.' 2) man die niet sterk is of niet veel kan verdragen Voorbeeld: 'Wat een watje!' Synoniemen: : slappeling, mietje, doetj... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/watje
1) klein stukje watten; klein propje watten; klein plukje watten 2) iemand die zich slap, sullig en soft gedraagt en opstelt, meestal niet veel moed toont en niet voor zichzelf opkomt; iemand die zo zacht als watten is Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/watje