vervloeken werkw. Uitspraak: [ vər'vlukə(n) ] Afbreekpatroon: ver·vloe·ken Vervoegingen: vervloekte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft vervloekt (volt.deelw.) met vloeken (iemand) ongeluk toewensen Voorbeeld: 'je partner vervloeken omdat hij er met een ander vandoor is' Synoniem: verwensen Synoniemen: verdoemen verwensen 1 definiti... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vervloeken