zich verspreken reflexief werkw. Uitspraak: [ vərˈsprekə(n) ] Afbreekpatroon: ver·spre·ken Vervoegingen: versprak zich (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft zich versproken (volt.deelw.) zonder dat je het bedoeld hebt iets (verkeerds) zeggen Voorbeeld: 'De minister versprak zich en daardoor werden de plannen voortijdig bekend.' Synon... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verspreken