vermalen werkw. Uitspraak: [ vər'malə(n) ] Afbreekpatroon: ver·ma·len Vervoegingen: vermaalde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft vermalen (volt.deelw.) uiteen doen vallen door het te pletten Voorbeelden: 'Een graanmolen vermaalt graankorrels tot meel.' , 'Ouders die gaan scheiden moeten hun ruzies niet over de hoofden van de kinder... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vermalen