de uitroep zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: uit·roep Verbuigingen: uitroepen (meerv.) Verbuigingen: uitroepje (verkleinwoord) wat men uitroept, luid geuite woorden of klanken Voorbeeld: 'Op het heuglijke nieuws liet ze een uitroep van vreugde.' . Synoniemen: exclamatie gil kreet roep schreeuw 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitroep