uitdijen werkw. Uitspraak: [ ˈœydɛiə(n) ] Afbreekpatroon: uit·dij·en Vervoegingen: dijde uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is uitgedijd (volt.deelw.) meer of groter worden Voorbeeld: 'in de breedte uitdijen' Synoniem: toenemen Synoniemen: aangroei aanwas dik worden expanderen groeien openen opzetten opzwellen rijzen toenemen uitbo... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitdijen