toch bijwoord Uitspraak: [ tɔx ] 1) ondanks dat Voorbeeld: 'Ik heb vannacht goed geslapen en toch ben ik moe.' Synoniemen: : desondanks, desalniettemin En toch doe ik het. (<opmerking die je maakt om aan te geven dat je iets gaat doen ook al is het je door anderen afgeraden of verboden>) 2) <woord dat geen eige...
1) Alevel 2) Alsnog 3) Althans 4) Alzo 5) Bepaald 6) Desalniettemin 7) Desondanks 8) Echter 9) Evengoed 10) Evenwel 11) Immers 12) Inderdaad 13) Maar 14) Metterdaad 15) Niettegenstaande 16) Niettemin 17) Nochtans 18) Ongetwijfeld 19) Ook 20) Warempel 21) Wel 22) Weliswaar 23) Werkelijk 24) Zeker 1) Alevel 2) Bepaald 3) Bij nader inzien 4) Bijwoord 5) Bijwoord van modaliteit 6) Dan 7) Desalniettemin 8) Desniettegenstaande 9) Desondanks 10) Echter 11) Eigenlijk 12) Evengoed 13) Evenwel 14) Immers 15) In ieder geval 16) Inderdaad 17) Maar 18) Niettegenstaande 19) Niettegenstaande dat 20) Niettemin 
evenwel; immers; althans (toon de herkomst via de etymologiebank)
ondanks dat vb: het regende hard, maar ik ging toch naar buiten Synoniemen: desalniettemin desondanks nochtans niettemin
•gebruikt om iets extra te benadrukken.
evenwel; immers
bijwoord van causaliteit: evenwel