stram bijv.naamw. Uitspraak: [ strɑm ] als je stijf bent en je moeilijk beweegt Voorbeelden: 'een oude stramme man' , 'een stramme rug hebben van de tocht' Synoniemen: houterig jichtig stijf stroef lenig (antoniem) 2 definities...
1) Afgemeten 2) Heilig dier dat stijf blijft 3) Houterig 4) Jichtig 5) Kordaat 6) Moeilijk 7) Moeilijk beweegbaar 8) Niet buigzaam 9) Niet lenig 10) Onbeweeglijk 11) Onbuigzaam 12) Ongebogen 13) Pal 14) Peuterig en stijf 15) Rechtop 16) Star 17) Stevig 18) Stijf 19) Stijf van ledematen 20) Stokkerig 1) Afgemeten 2) Houterig 3) Moeizaam 4) Onbeweeglijk 5) Onbuigzaam 6) Star 7) Stokstijf 8) Strak 9) Stroef 10) Stijf 
stijf (toon de herkomst via de etymologiebank)
stijf
stijf