de stiefmoeder zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'stifmudər ] Afbreekpatroon: stief·moe·der Verbuigingen: stiefmoeders (meerv.) nieuwe vrouwelijke partner van je vader die niet je eigen moeder is Voorbeelden: 'Mijn vader is hertrouwd en nu wonen we samen met mijn stiefmoeder.' , 'Mijn stiefmoeder wil niet dat ik haar zo noem, want dat doet... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/stiefmoeder
vrouw met wie je vader getrouwd is nadat het huwelijk met je moeder beëindigd werd vb: Sneeuwwitje kon niet goed opschieten met haar stiefmoeder Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=stiefmoeder
vrouw die - vaak samen met een partner - de zorg voor een of meer niet biologisch verwante kinderen op zich neemt; vrouw die binnen een relatie de zorg voor een of meer kinderen van haar partner mede op zich neemt; vrouw die voor een of meer stiefkinderen zorgt Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/stiefmoeder