spioneren werkw. Uitspraak: [ spijoˈnerə(n) ] Afbreekpatroon: spi·o·ne·ren Vervoegingen: spioneerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gespioneerd (volt.deelw.) in het geheim informatie over een ander verzamelen, vooral over een vijandige staat Synoniemen: bespieden bespioneren spieden 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/spioneren