soigneren werkw. Uitspraak: [ swɑ'ɲerə(n) ] Afbreekpatroon: soig·ne·ren Vervoegingen: soigneerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gesoigneerd (volt.deelw.) veel zorg besteden aan of met veel zorg behandelen Voorbeelden: 'je laten soigneren in een kuuroord' , 'je liefje soigneren' 5 definities...
1) Goed verzorgen 2) Met zorg behandelen 3) Onderhouden 4) Verzorgen 5) Zorg besteden aan 1) Verzorgen 
Let op: Spelling van 1858 zorgvuldig behandelen of gadeslaan. Soigneus, soigneux, Fr., zorgvuldig, bezorgd, oplettend
verzorgen (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) zichzelf of iemand anders goed verzorgen en van al het nodige voorzien in geval van ziekte of hulpbehoevendheid 2) een sporter en zijn lichamelijke conditie verzorgen, bv. door het toedienen van sportmassage of het vaststellen van een sportdieet 3) goed verzorgen
verzorgen.
verzorgen