sluimeren werkw. Uitspraak: [ 'slœymərə(n) ] Afbreekpatroon: slui·me·ren Vervoegingen: sluimerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gesluimerd (volt.deelw.) 1) niet diep of onvast slapen Voorbeeld: ''s avonds in de zetel voor de televisie sluimeren' 2) aanwezig zijn zonder dat je het weet of ziet Voorbeeld:... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/sluimeren
licht slapen vb: ik lag te sluimeren, toen de wekker afging aanwezig zijn, zonder dat het direct te zien is vb: er sluimert een groot talent in hem Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=sluimeren