de/het schort zelfst.naamw. Uitspraak: [ sxɔrt ] Verbuigingen: schorten (meerv.) kledingstuk dat je ter bescherming over je andere kleren draagt. Voorbeelden: 'keukenschort' , 'een schort voor doen' Synoniemen: boezelaar lendendoek schortje sloof voorschoot werkschort 6 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schort
• [kleding] een lap stof die voorgebonden wordt gewoonlijk rond de middel om de kleding te beschermen bij huishoudelijke taken zoals het koken of schoonmaken Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/schort